De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (13)
De communicatie van onze laatste bijeenkomst ging over de elfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers. We hebben gecommuniceerd over de verantwoordelijkheid die leiders en werkers moeten vervullen en het werk dat ze moeten doen bij het beheren van offergaven. Welk werk moeten leiders en werkers doen bij het beheren van offergaven? (De eerste taak is ze te beheren. De tweede is de boekhouding te controleren. De derde is opvolgen, nagaan en controleren of de verschillende uitgaven in overeenstemming zijn met de principes. Er moet een strikte controle worden uitgevoerd en onredelijke uitgaven moeten strikt worden ingeperkt. Het is het beste om verkwisting en verspilling te voorkomen voordat ze plaatsvinden. Als die al hebben plaatsgevonden, moeten de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen. Niet alleen moeten er waarschuwingen worden gegeven, maar er moet ook schadevergoeding worden geëist.) Daar komt het in wezen op neer. Het belangrijkste is ze te beheren, dan de boekhouding te controleren, en daarna de uitgaven op te volgen en te controleren, en ze correct te gebruiken en te besteden. Nu we onze communicatie over de elfde verantwoordelijkheid hebben afgerond, hebben mensen een accuraat begrip en kennis van offergaven, en weten ze ook welk werk leiders en werkers moeten doen bij het beheren van de offergaven, en ook hoe valse leiders dit werk doen en wat hun specifieke gedragingen daarbij zijn. Of onze communicatie nu gaat over de verantwoordelijkheden van leiders en werkers of over de verschillende gedragingen van valse leiders, en of het nu communicatie is over positieve zaken of de ontmaskering van negatieve zaken, het hoofddoel is om mensen te laten begrijpen hoe ze het werk van het beheren van offergaven naar behoren kunnen verrichten, en hoe ze onredelijke praktijken bij het beheren, uitgeven en verdelen van offergaven kunnen elimineren. Alle uitverkorenen van God – of ze nu leiders of werkers zijn of niet – moeten hun verantwoordelijkheid vervullen bij het beheren van offergaven. Welke verantwoordelijkheid is dat dan? Het is toezicht houden en eventuele problemen die worden gevonden tijdig melden – dat wil zeggen, de functies van toezicht houden en melden vervullen. Denk niet: het beheren van offergaven is de verantwoordelijkheid van leiders en werkers en heeft niets te maken met ons, gewone gelovigen. Deze zienswijze is onjuist. Aangezien mensen deze waarheden hebben begrepen, moeten ze hun verantwoordelijkheid vervullen. Voor problemen die leiders en werkers niet kunnen identificeren, of voor blinde vlekken, plaatsen die niet gemakkelijk te identificeren zijn, geldt: als iemand om het even welke problemen, onredelijkheid of schending van principes ontdekt bij het beheren, verdelen en gebruiken van offergaven, moet hij deze terstond melden aan de leiders en werkers, om zo het redelijk beheren, redelijk gebruiken en redelijk verdelen van offergaven te waarborgen. Dit is de verantwoordelijkheid van ieder van Gods uitverkorenen.
Artikel twaalf: Identificeer direct en nauwkeurig de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen; stop en perk ze in, en keer de situatie om; communiceer bovendien over de waarheid, zodat Gods uitverkorenen door zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren (Deel Eén)
Nu de communicatie over de elfde verantwoordelijkheid is voltooid, gaan we verder met de communicatie over de twaalfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers: zonder uitstel en accuraat de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen identificeren die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen, hen stoppen en inperken, en de situatie omkeren, en daarnaast over de waarheid communiceren zodat Gods uitverkorenen door middel van zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren. Wat is de voornaamste inhoud van deze verantwoordelijkheid? Het gaat er voornamelijk om dat leiders en werkers de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen in de kerk – evenals de verschillende problemen – moeten aanpakken die de normale orde van de kerk verstoren, hinderen en schaden. Wat moeten leiders en werkers eerst begrijpen om deze problemen effectief aan te pakken en op te lossen, hun verantwoordelijkheden te vervullen en dit werk goed te verrichten? Deze verantwoordelijkheid is om zonder uitstel en accuraat de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen te identificeren die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen; dit is de reikwijdte van dit werk. Met een doel en een reikwijdte wordt het duidelijk welke problemen moeten worden opgelost, en welk werk en welke verantwoordelijkheden leiders en werkers worden verwacht op te pakken. Wat is binnen de twaalfde verantwoordelijkheid de voornaamste vereiste voor leiders en werkers? Het is om de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die verstoringen en hinder veroorzaken te stoppen en in te perken, en de situatie om te keren, terwijl ze tegelijkertijd over de waarheid communiceren zodat Gods uitverkorenen door zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om dit te doen? Als je verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen ziet die de normale orde van de kerk verstoren, hinderen en schaden, maar denkt dat dit geen problemen zijn, dan is er een probleem. Dit geeft aan dat je de essentie van het probleem niet kunt doorgronden, dat wil zeggen dat je niet begrijpt welke schade het verstoren en hinderen van het kerkleven kan toebrengen aan het werk van de kerk, en welke gevolgen en impact het kan hebben op het binnengaan van het leven van Gods uitverkorenen. Kunnen zulke leiders en werkers het kerkwerk dan nog goed doen? Kunnen zij problemen oplossen en de situatie omkeren? (Nee.) Wat is dan het kernpunt waarover hier gecommuniceerd moet worden? Het is dat leiders en werkers alleen door eerst de principes van de waarheid te begrijpen de essentie van verschillende kwesties kunnen doorgronden en verschillende daadwerkelijke problemen effectief kunnen oplossen. Om het kerkwerk goed te doen, moeten leiders en werkers eerst weten welke problemen zich vaak voordoen in het kerkwerk. Vervolgens moeten ze de aard van de problemen die opkomen accuraat begrijpen, onderscheiden en beoordelen, of ze het kerkwerk en de normale orde van het kerkleven beïnvloeden, en of ze van dien aard zijn dat ze het kerkwerk verstoren en hinderen. Dit is een zeer belangrijke kwestie die leiders en werkers eerst moeten begrijpen. Pas als ze dit begrijpen, is het mogelijk om deze problemen effectief op te lossen en in staat te zijn hen te stoppen en in te perken, en de situatie om te keren, zoals vermeld in de twaalfde verantwoordelijkheid. Samengevat, voordat je een probleem oplost, moet je eerst begrijpen waar het probleem ligt, wat de betrokken gesteldheden en situaties zijn, wat de aard van het probleem is, hoe ernstig het is, hoe je het moet ontleden en onderscheiden, en hoe je nauwkeurig moet praktiseren. Dit is wat leiders en werkers eerst moeten begrijpen. Aangezien leiders en werkers deze dingen moeten begrijpen, laten we er specifiek vanuit verschillende aspecten over communiceren, zodat zowel leiders en werkers als Gods uitverkorenen kunnen begrijpen hoe ze deze problemen moeten aanpakken wanneer ze zich voordoen, hoe ze die in verband moeten brengen met Gods woorden, en hoe ze de principes van de waarheid moeten gebruiken om ze op te lossen. Op deze manier kunnen, wanneer leiders en werkers moeilijkheden tegenkomen die ze niet kunnen oplossen, alle uitverkorenen van God deze gezamenlijk het hoofd bieden en de waarheid zoeken voor oplossingen, en wanneer ze problemen van verstoring en hinder in het kerkwerk tegenkomen, kan iedereen opstaan om die te stoppen en in te perken. Tegelijkertijd kunnen ze voor negatieve mensen en zaken een openbare ontleding, onderscheiding en karakterisering uitvoeren, waardoor deze problemen kunnen worden gestopt, ingeperkt en bij de wortel worden uitgeroeid. Laten we dan beginnen te communiceren over de meest specifieke kwesties.
De verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die het kerkleven verstoren en hinderen
Bij welke gebieden moeten leiders en werkers beginnen om problemen te identificeren die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen? Ze moeten beginnen bij het kerkleven om deze problemen te ontdekken. Hebben jullie enig idee welke problemen die zich doorgaans in het kerkleven voordoen, van nature verstorend en hinderend zijn? Hoeveel mensen er ook in een kerk zijn, er zullen er zeker een flink aantal zijn die het kerkwerk verstoren en hinderen. Van welke verstorende en hinderende handelingen hebben jullie weet? (Tijdens het communiceren over de waarheid in bijeenkomsten altijd van het onderwerp afdwalen, zonder zich op de kernzaken te richten.) (En ook, stelselmatig woorden en doctrines spreken.) Van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid. Wanneer anderen bijvoorbeeld communiceren over hoe je trouw kunt zijn in het vervullen van je plicht, praten zij erover hoe ze goed voor hun man (of vrouw) en kinderen kunnen zorgen. Wanneer anderen communiceren over hoe trouw zijn in het vervullen van je plicht bedoeld is om God tevreden te stellen en je aan Hem te onderwerpen, praten zij erover hoe trouw zijn in het vervullen van je plicht bedoeld is om zegeningen te verkrijgen voor je gezin en je dierbaren. Is dat niet van het onderwerp afdwalen? (Ja.) Als je hen niet onderbreekt, gaan ze eindeloos door. Als je hen inperkt, worden ze boos en ontsteken ze in woede uit schaamte, en vertonen ze zo nog erger wangedrag. Dit probleem stijgt dan naar het niveau van verstoring en hinder, wat zeer ernstig is. Hoewel van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid een veelvoorkomend probleem is, kan het objectief gezien het leven van de kerk verstoren en hinderen. Dit is de eerste kwestie. Wat het tweede betreft, “woorden en doctrines spreken”, of dit kwalificeert als verstoring en hinder hangt af van de ernst van het geval. Sommige mensen spreken woorden en doctrines omdat het hun aan de werkelijkheid van de waarheid ontbreekt; zodra ze hun mond opendoen, zijn het alleen maar woorden en doctrines, louter lege theorieën. Hun bedoeling is echter niet om anderen te misleiden en hun waardering te winnen. Door beperkingen en ontmoediging krijgen ze zelfinzicht en daarna zullen ze minder woorden en doctrines spreken en zullen ze het binnengaan in het leven van de broeders en zusters niet langer belemmeren. Dit telt niet als verstoren en hinderen. Zij die echter opzettelijk woorden en doctrines spreken met de bedoeling anderen te misleiden, doen dat zelfs wanneer ze heel goed weten dat wat ze zeggen woorden en doctrines zijn. Hun doel hiermee is om de waardering van anderen te winnen; ze willen mensen naar hun kant trekken en hen misleiden, en naar status graaien. Dit is van een heel ernstige aard. Het is van een andere aard dan slechts woorden en doctrines kunnen spreken omdat men de waarheid niet begrijpt. Dergelijk gedrag vormt een verstoring en hinder. De verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die verstoringen en hinder veroorzaken in het kerkleven komen algemeen voor. Het zijn niet alleen problemen als het spreken van woorden en doctrines of van het onderwerp afdwalen. Welke zijn er nog meer? (Kliekjes vormen, onenigheid zaaien en de positiviteit van anderen dempen.) (Er is ook het uiten van negativiteit, en het veroorzaken van problemen en het voortdurend lastigvallen van mensen.) (Wanneer sommige mensen noties hebben over de werkregelingen van Gods huis, verspreiden ze deze noties en uiten ze hun negativiteit, waardoor ook bij anderen noties over de werkregelingen ontstaan.) Die dingen kwalificeren inderdaad als verstoringen en hinder. Kliekjes vormen is er één, onenigheid zaaien is een andere, samen met het kwellen en aanvallen van mensen, het verspreiden van noties, het uiten van negativiteit, het verspreiden van ongegronde geruchten en het wedijveren om status – dit alles zijn verstoringen en hinder. Deze problemen zijn veel ernstiger van aard dan van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid. Er is ook een probleem dat verband houdt met verkiezingen. Welk type problemen dat tijdens verkiezingen opkomt, heeft te maken met het veroorzaken van verstoring en hinder? Er is bijvoorbeeld het manipuleren van stemmen – voordeeltjes beloven om stemmen voor zichzelf te winnen. Dit is een manier om een verkiezing te ondermijnen. Een andere manier is door middel van heimelijke acties: achter de schermen de gedachten van mensen bewerken om hen naar zijn kant te trekken, hen te misleiden en hen op hem te laten stemmen. Dit zijn allemaal problemen die tijdens verkiezingen voorkomen. Vormen deze verstoringen en hinder? (Ja.) Deze problemen vallen gezamenlijk onder het schenden van verkiezingsprincipes. Een andere kwestie is het kletsen over huishoudelijke aangelegenheden, het opbouwen van persoonlijke relaties en het afhandelen van privézaken. Iemand kan voor dit soort dingen naar bijeenkomsten komen – niet om de waarheid te begrijpen of over Gods woorden te communiceren, maar om persoonlijke zaken af te handelen. Is een dergelijk probleem ernstig? (Ja.) Het komt ook neer op het veroorzaken van verstoring en hinder.
Laten we nu de verschillende problemen van verstoring en hinder die in het kerkleven voorkomen, samenvatten: ten eerste, vaak van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid. Ten tweede, woorden en doctrines spreken om mensen te misleiden en hun waardering te winnen. Ten derde, het kletsen over huishoudelijke aangelegenheden, het opbouwen van persoonlijke relaties en het afhandelen van privézaken. Ten vierde, kliekjes vormen. Ten vijfde, wedijveren om status. Ten zesde, onenigheid zaaien. Ten zevende, mensen aanvallen en kwellen. Ten achtste, noties verspreiden. Ten negende, negativiteit uiten. Ten tiende, ongegronde geruchten verspreiden, en ten elfde, verkiezingsprincipes schenden. Elf in totaal. Deze elf uitingen zijn de problemen van verstoring en hinder die vaak in het kerkleven voorkomen. Als deze problemen zich tijdens het kerkleven voordoen, is het noodzakelijk dat leiders en werkers ingrijpen om ze te stoppen en in te perken, en niet toestaan dat ze zich ongebreideld ontwikkelen. Als de leiders en werkers niet in staat zijn ze in te perken, dan moeten alle broeders en zusters samenkomen om ze in te perken. Als de betrokken persoon geen boosaardige menselijkheid heeft en niet opzettelijk verstoringen en hinder veroorzaakt, maar het hem gewoon aan begrip van de waarheid ontbreekt, kan hij worden geholpen en ondersteund door communicatie over de waarheid. Als de persoon die verstoringen en hinder veroorzaakt boosaardig is, en het een minder ernstig geval is, dan kan men zijn verstoringen en hinder stoppen en inperken door communicatie en ontmaskering. Als hij bereid is berouw te tonen, niet langer spreekt of handelt op manieren die verstoring en hinder veroorzaken, bereid is het onbeduidendste lid in de kerk te zijn, plichtsgetrouw kan luisteren en gehoorzamen, en alles doet wat de kerk regelt, en daarbij de beperkingen die de broeders en zusters opleggen aanvaardt, dan kan hij voorlopig in de kerk blijven. Maar als hij dit niet aanvaardt en zich in plaats daarvan verzet en vijandig wordt tegenover de meerderheid, dan moet de tweede stap worden genomen: hen verwijderen. Is deze aanpak gepast? (Ja.)
I. Vaak van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid
Nu zullen we communiceren over de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die in het kerkleven voorkomen en die van nature verstoringen en hinder vormen. De eerste daarvan is het vaak van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid. Hoe stellen we vast wanneer communicatie over de waarheid van het onderwerp afdwaalt? Hoe kunnen we woorden in communicatie opmerken die van het onderwerp zijn afgedwaald? Dwalen jullie vaak van het onderwerp af tijdens jullie communicatie over de waarheid? (Ja.) Wanneer wordt dit probleem zo ernstig dat het als verstoring en hinder kan worden beschouwd? Als elk geval van van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid zou worden gekenmerkt als een verstoring en hinder, zouden mensen dan in de toekomst niet bang zijn om te spreken of te communiceren in het kerkleven? En als mensen bang zijn om te communiceren, betekent dat dan niet dat ze de kwestie niet duidelijk hebben doorzien? (Ja.) Dus, wanneer nauwkeurig wordt vastgesteld welk soort afdwalen van het onderwerp tijdens het communiceren over de waarheid een verstoring en hinder vormt, zullen de meeste mensen van hun beperkingen worden bevrijd. Aangezien jullie zelfs in een normaal gesprek van het onderwerp afdwalen, is dat des te gebruikelijker wanneer jullie over de waarheid communiceren. Daarom is het noodzakelijk om hierover helder te communiceren, om te voorkomen dat jullie beperkt worden. Laat de angst om van het onderwerp af te dwalen en een verstoring en hinder te vormen je er niet van weerhouden te spreken of of ervoor zorgen dat je niet durft te communiceren, ook al heb je kennis, of – wanneer je wel wilt communiceren – je ertoe aanzetten om eerst te overwegen: “Heeft wat ik wil zeggen te maken met het thema? Dwaal ik van het onderwerp af? Ik moet een concept en een overzicht van mijn gedachten maken voordat ik spreek, en me dan aan het overzicht houden zodat ik hoe dan ook niet van het onderwerp afdwaal. Als ik van het onderwerp afdwaal, heeft niemand er baat bij en zou ik de kostbare tijd van de bijeenkomst verspillen, wat het begrip van de broeders en zusters van de waarheid beïnvloedt. En als het ernstig is, zou het zelfs het kerkleven kunnen verstoren en hinderen.” Hoe moeten we de kwestie van het afdwalen van het onderwerp dan zien? Ten eerste moeten we overwegen of het afdwalen van het onderwerp heilzaam is voor de broeders en zusters, en vervolgens moeten we duidelijk zien wat de gevolgen van het afdwalen van het onderwerp voor het kerkleven zijn. Op deze manier kunnen we duidelijk zien dat van het onderwerp afdwalen geen onbelangrijke kwestie is; in ernstige gevallen kan het zelfs een verstoring en hinder voor het kerkleven en het werk van de kerk vormen. Stel, je zoekt over een bepaald onderwerp een passage van Gods woorden om over je kennis en begrip te communiceren; of stel dat je communiceert over een bepaald onderwerp over de kennis die je hebt opgedaan, de waarheden die je hebt begrepen en de bedoelingen van God die je hebt begrepen uit iets wat je hebt ervaren; of stel dat je communicatie over een bepaald onderwerp een beetje langdradig is en je je er niet zo duidelijk over uitdrukt en jezelf meerdere keren herhaalt – dwaal je in deze situaties van het onderwerp af? Geen van deze telt als van het onderwerp afdwalen. Wat is het dan om van het onderwerp af te dwalen? Van het onderwerp afdwalen is wanneer wat je zegt weinig of geen verband houdt met het onderwerp van de communicatie, wanneer het slechts uitweiden is over externe zaken en het voor mensen totaal niet stichtelijk is. Dat is volledig van het onderwerp afdwalen. Laten we nu bespreken wat het betekent om verstoring en hinder te veroorzaken. Welke soorten woorden en gedragingen vormen, in het geval van het afdwalen van het onderwerp tijdens het communiceren over de waarheid, verstoringen en hinder? Wat is hier de essentie van het probleem? Hoe vormt het afdwalen van het onderwerp van nature een verstoring en hinder? Is het niet de moeite waard om hierover te communiceren? Zullen jullie, als hierover is gecommuniceerd, begrijpen wat van het onderwerp afdwalen betekent? (Ja.) Geven jullie dan jullie antwoorden op de vraag. (Wanneer iemands communicatie gaat over onderwerpen die niets met de waarheid te maken hebben – bijvoorbeeld oeverloos geklets en praten over huishoudelijke zaken, en het bespreken van dingen die te maken hebben met sociale trends die de harten van mensen verstoren, waardoor ze niet stil kunnen zijn voor God en Zijn woorden kunnen overdenken – dan is die communicatie van het onderwerp afgedwaald.) Hoeveel hoofdpunten worden daarin genoemd? (Eén is dat de onderwerpen geen verband houden met de waarheid.) Dit is een heel belangrijk punt: geen verband houden met de waarheid. Eén punt is oeverloos geklets en beuzelen over huishoudelijke zaken. Een ander is het spreken over traditionele cultuur, over menselijk moreel denken en over dingen die mensen als nobel beschouwen alsof het de waarheid zijn. Dit is een probleem van een verwrongen begrip; al deze dingen houden geen verband met de waarheid. Gods woorden zeggen bijvoorbeeld: “Jonge mensen zouden niet zonder idealen moeten zijn.” Iemand communiceert: “Sinds de oudheid zijn helden in hun jeugd opgestaan”, of “Ambitie is niet aan leeftijd gebonden.” Of, wanneer jullie praten over hoe je God moet vrezen, communiceren zij: “God ziet alles”; “Wanneer de mens handelt, kijkt de Hemel toe”; “Als je een zuiver geweten hebt, hoef je niet bang te zijn voor geesten die op je deur kloppen”; of “Iemands hart moet neigen naar goedheid.” Is dit niet van het onderwerp afdwalen? Deze woorden houden toch geen verband met de waarheid? Wat zijn deze woorden? (Satanische filosofieën.) Ze zijn satanische filosofieën, en ze zijn ook de traditionele cultuur van een bepaalde etniciteit. De eerste manifestatie van van het onderwerp afdwalen is wanneer het besproken onderwerp geen verband houdt met de waarheid; het is wanneer men filosofieën en theorieën die ongelovigen als juist en verheven beschouwen, erbij sleept en geforceerd aan de waarheid koppelt. Dat is van het onderwerp afdwalen. Het onderwerp houdt geen verband met de waarheid – deze manifestatie zou gemakkelijk te begrijpen moeten zijn. De tweede manifestatie is wanneer de besproken onderwerpen de gedachten van mensen verstoren. Wanneer er in een bijeenkomst niet over de waarheid wordt gecommuniceerd, en waarover wordt gecommuniceerd kennis, geleerdheid, filosofie en wetgeving is, of maatschappelijke verschijnselen en diverse complexe interpersoonlijke relaties, dan verstoort dat de gedachten van mensen. Dit is wanneer iemand communiceert over kwesties die fundamenteel niet de waarheid betreffen en er helemaal niets mee te maken hebben, alsof die dingen de waarheid zijn. Dit veroorzaakt verwarring in de gedachten van anderen, en terwijl ze luisteren, gaat hun denken van communicatie over de waarheid naar externe zaken. Hoe gedragen deze mensen zich dan? Ze beginnen zich te richten op kennis en geleerdheid. Het verstoren van de gedachten van mensen is van nature een ernstige zaak. De derde manifestatie is wanneer de besproken onderwerpen ervoor zorgen dat mensen God verkeerd begrijpen, wat resulteert in een gebrek aan helderheid over visies. Sommige mensen zijn zelf niet erg helder over de waarheid, maar willen doen alsof ze helderheid en begrip hebben. Dus, wanneer ze over de waarheid communiceren, gooien ze wat diepzinnige doctrines in wat ze zeggen, waarbij ze de religieuze doctrines die ze hebben gehoord en begrepen husselen en er op een vage en hoogdravende manier over spreken. Nadat mensen naar hen hebben geluisterd, verliezen ze de helderheid over visies; ze weten niet precies welke waarheid de persoon wilde bespreken. Hoe meer ze luisteren, hoe meer verward ze raken en hoe meer hun geloof in God afneemt, en ze kunnen zelfs misverstanden over God ontwikkelen. Mensen komen niet alleen zonder begrip van de waarheid uit dit gesprek – hun gedachten raken vertroebeld. Het heeft een negatief effect. Dit is wat voortkomt uit het afdwalen van het onderwerp.
Het afdwalen van het onderwerp tijdens het communiceren over de waarheid uit zich op verschillende manieren, en elk daarvan vormt van nature een verstoring voor het binnengaan van het leven van mensen. Wanneer mensen naar dergelijke communicatie hebben geluisterd, ontbreekt het hun niet alleen aan een duidelijk begrip van de waarheid en een beoefeningspad. In plaats daarvan raken hun gedachten vertroebeld, wordt hun begrip van de waarheid steeds waziger en ontwikkelen ze ook enkele verkeerde interpretaties en onjuiste inzichten. Dit is de impact en het nadelige gevolg dat het afdwalen van het onderwerp tijdens het communiceren over de waarheid op mensen heeft. Elk van deze drie manifestaties is van nature vrij ernstig. Bijvoorbeeld, de eerste is ‘het besproken onderwerp houdt geen verband met de waarheid’. Het uiten van schijnwaarheden en het binnenbrengen van satanische dingen in de kerk – zoals menselijke kennis, filosofie, theorieën, traditionele cultuur en de beroemde uitspraken van beroemde personen – om te prediken en te analyseren, en daarbij een kans om over de waarheid te communiceren gebruiken om mensen te misleiden, vormt een verstoring voor hen. Dit is van nature zeer ernstig. Als iemand met onderscheidingsvermogen naar dergelijke communicatie zou luisteren, zou hij zeggen: “Wat je zegt is niet juist; het is niet de waarheid. Waar je over spreekt zijn morele gedragingen en uitspraken die ongelovigen goed vinden. Dat zijn de leerstellingen van ongelovigen over hoe ze zich moeten gedragen en met de wereld moeten omgaan. Die houden fundamenteel geen verband met de waarheid.” Sommige mensen hebben echter geen onderscheidingsvermogen, en wanneer ze deze drogredenen hebben gehoord, gaan ze er zelfs in mee en houden ze zich eraan vast als de waarheid. Als leiders en werkers op zulke momenten niet ingrijpen en dit niet inperken, als ze er niet over communiceren en het niet ontleden zodat mensen onderscheidingsvermogen krijgen, dan zouden sommige van Gods uitverkorenen misleid kunnen worden. Wat zijn de gevolgen van misleid worden? Ze zullen geloven dat de dingen die door de beroemde mensen van de ongelovige wereld worden gepredikt, die mensen als correct, goed en diepgaand beschouwen, zoals volksspreekwoorden en de stelregels en theorieën van beroemde mensen over hoe zich te gedragen, allemaal correct zijn en dat ze de waarheid zijn, net als Gods woorden. Zijn ze dan niet misleid? Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze over de waarheid communiceren, maar in werkelijkheid is het vermengd met enkele menselijke ideeën en enkele van Satans misleidende filosofieën, en dit vormt duidelijk een verstoring voor mensen. Als iemand mensen misleidt door Satans filosofie en menselijke kennis voor te doen als de waarheid, dan moeten leiders en werkers de kwestie blootleggen en ontleden, zodat de broeders en zusters groeien in onderscheidingsvermogen en begrijpen wat de waarheid werkelijk is. Dit is het werk dat leiders en werkers moeten doen. De tweede manifestatie is ‘de gedachten van mensen verstoren’. Sommige mensen grijpen altijd de kans om over de waarheid te communiceren aan om te spreken over dingen die juist lijken maar het niet zijn, waarbij ze menselijke kennis, geleerdheid, gaven en talenten verheerlijken. Ze spreken ook over morele normen, traditionele cultuur, enzovoort. Ze doen deze dingen die van Satan komen, voorkomen als positieve dingen, als de waarheid, wat mensen tot de verkeerde overtuiging leidt dat deze moeten worden bepleit, verspreid en geprezen in de kerk, en door iedereen moeten worden nageleefd. Het leidt tot een toename van drogredenen en ketterijen in de gedachten van mensen, die juist lijken maar het niet zijn, en het brengt hun gedachten in verwarring en geeft hen het gevoel stuurloos te zijn, niet wetend wat de waarheid eigenlijk is, of hoe ze correct moeten praktiseren wanneer ze met kwesties worden geconfronteerd, of welk pad het juiste is. Dit stort hun harten in duisternis. Dit is het gevolg van het verspreiden van ketterijen en drogredenen om mensen te misleiden. Wat de derde manifestatie betreft, daar zullen we niet in detail over communiceren. Kortom, sommige van de discussies die van het onderwerp afdwalen hebben onder andere te maken met kennis, sommige met menselijke noties en sommige met moreel goede gedragingen. Maar geen van deze dingen houdt verband met de waarheid – ze zijn allemaal in strijd met de waarheid. Daarom, wanneer deze kwesties zich voordoen, moeten leiders en werkers ingrijpen en deze inperken. Als mensen, na iemands communicatie te hebben gehoord, niet alleen geen helderheid in hun hart hebben over de waarheid, maar ook verstoord zijn, waarbij hun eens heldere geest vertroebeld is en ze niet weten hoe ze correct moeten praktiseren, dan moet de communicatie van zo’n persoon worden stopgezet en ingeperkt. Bijvoorbeeld, in hun communicatie over waarheden betreffende de normale menselijkheid, zeggen sommige mensen: “Wat God het meest bevalt in de normale menselijkheid is het vermogen om ontbering te verdragen, geen vleselijk genot of gemak te begeren, heerlijk eten te laten staan, niet te genieten van wat men zou moeten genieten of wat God heeft voorbereid, in staat te zijn om tegen deze vleselijke verlangens in opstand te komen, alle verlangens van het vlees te bedwingen, zijn lichaam te bedwingen en niet toe te geven aan het vlees. Dus, wanneer je ‘s nachts wilt slapen, moet je in opstand komen tegen het vlees. Als je dat niet kunt, moet je manieren vinden om het te bedwingen. Hoe groter je vastberadenheid om in opstand te komen tegen het vlees, en hoe meer je in opstand komt tegen het vlees, des te meer blijk geef je van het beoefenen van de waarheid en des te meer trouw aan God toon je. Ik denk dat de meest prominente uiting van normale menselijkheid – en degene die het meest bepleit zou moeten worden – het bedwingen van je lichaam is, in opstand komen tegen de verlangens van het vlees, geen vleselijk gemak begeren en sober zijn in materieel genot. Hoe soberder je bent, hoe groter de zegeningen die je zult vergaren in het koninkrijk van de hemel.” Klinken deze woorden niet behoorlijk positief? Zit er een fout in? Gemeten naar menselijke logica, leerstellingen en noties, zouden deze woorden in elke religieuze of sociale groep worden aanvaard; iedereen zou zijn instemming betuigen en zeggen dat wat ze zeggen juist is, dat hun geloof goed en zuiver is. Zijn er niet ook in de kerk mensen die dit zouden geloven? Gemeten naar menselijke noties zijn al deze woorden correct – wat is er correct aan? Sommigen zeggen misschien: “God houdt inderdaad van zulke mensen. Dat is ook de sobere manier waarop Hij leeft.” Is dit geen menselijke notie? Mensen koesteren dit soort noties, dus als iemand werkelijk dit soort communicatie zou geven, zou het dan niet gewoon de noties van de meerderheid bevestigen? (Ja.) Wanneer mensen dit soort noties omarmen, stemmen ze dan niet in met het standpunt van die persoon? Wanneer je hebt ingestemd met en het standpunt van die persoon hebt aanvaard, stem je dan niet in met zijn handelingen? Zul je dan niet proberen hen na te volgen? En wanneer je daartoe in staat bent, zal het pad dat je volgt, je pad van beoefening, dan niet vast komen te staan? Wat betekent het om vast te staan? Het betekent dat je hebt vastgesteld dat je op zo’n manier zult handelen en praktiseren. Omdat je in je hart gelooft dat God van zulke mensen houdt en het prettig vindt als je zo handelt, dat je alleen door dit te doen iemand kunt zijn die door God wordt aanvaard, iemand die het koninkrijk van de hemel kan binnengaan en in de hemel gezegend kan worden, die een goede bestemming heeft, besluit je op deze manier te handelen. Wanneer je dit besluit neemt, zijn je gedachten dan niet al verstoord en misleid door dit soort denken en standpunt? Dit is een feit; dit is het gevolg. Je gedachten zijn verstoord, en je beseft het niet eens. Er is hier ook nog een andere kwestie: als je gedachten eenmaal verlamd en verstoord zijn door zulke gedachten en standpunten, worden Gods bedoelingen en vereisten dan niet onduidelijk voor je? Ontwikkel je dan geen misverstanden over God en kom je niet verder van Hem af te staan? Geeft dit niet aan dat je visies onduidelijk zijn geworden? Denk er goed over na: wanneer je wordt misleid door een gedachte of zienswijze die mensen als juist zien maar die verkeerd is, worden je gedachten dan niet verstoord? Kunnen de visies in je hart dan nog helder zijn? (Nee.) Dus, is je kennis van God accuraat of is het een misvatting? Het is duidelijk een misvatting. Dus, is wat je begrijpt en wat je gelooft dat juist is, werkelijk de waarheid? Nee, dat is het niet – het is niet alleen in tegenspraak met Gods woorden en de waarheid, maar het druist er zelfs lijnrecht tegenin. Daarom vormt dit soort afdwalen van het onderwerp tijdens het communiceren over de waarheid inderdaad een verstoring voor de gedachten van mensen. Gezien het feit dat dit afdwalen van het onderwerp zo’n grote verstoring voor de gedachten van mensen vormt, kunnen we dan niet zeggen dat het een verstoring van Gods werk vormt? Het leidt mensen naar noties en naar Satans filosofie en logica, dus trekt het mensen niet weg van Gods aanwezigheid? Wanneer mensen God verkeerd begrijpen, wanneer ze Zijn bedoelingen niet begrijpen en niet kunnen praktiseren volgens Zijn bedoelingen en vereisten, maar in plaats daarvan praktiseren volgens Satans logica en menselijke noties, zijn ze dan dichter bij God of verder van Hem af? (Ze zijn verder van Hem af.) Ze zijn verder van Hem af. Dus, zou het communiceren over dit soort onderwerpen tijdens bijeenkomsten niet ingeperkt moeten worden? (Ja.) De aard van dit soort afdwalen van het onderwerp is die van een verstoring voor mensen, dus het moet inderdaad worden ingeperkt. Als het niet wordt stopgezet en ingeperkt, zal er een aantal verwarde mensen zijn die van een laag kaliber en geestelijk verdoofd zijn – in het bijzonder degenen die geen geestelijk begrip hebben – die de persoon die van het onderwerp afdwaalt, zullen nadoen en volgen. Dit is het moment waarop leiders en werkers terstond moeten opstaan om het te stoppen. Ze mogen niet toestaan dat die persoon doorgaat met van het onderwerp afdwalen; ze mogen niet toestaan dat het onderwerp van zijn communicatie meer mensen misleidt en de gedachten van meer mensen verstoort. Dit is een verantwoordelijkheid die leiders en werkers moeten dragen en een rol die ze moeten vervullen.
Tot zover onze communicatie over het afdwalen van het onderwerp bij het communiceren over de waarheid. Vervolgens zullen we samenvatten hoe ver men van het onderwerp moet afdwalen in zijn communicatie over de waarheid en over welke onderwerpen men moet communiceren voordat de aarde hiervan als verstoring en hinder kan worden gekwalificeerd. Sommige soorten van van het onderwerp afdwalen zijn duidelijk: wanneer iemand volledig van het onderwerp af is, wanneer hij begint met oeverloos kletsen of huishoudelijke zaken bespreken, is dat gemakkelijk te onderscheiden. Bijvoorbeeld, wanneer iedereen communiceert over hoe ze hun plicht moeten doen, kan iemand communiceren over zijn ‘glorieuze’ verleden, praten over de goede daden die hij heeft gedaan of hoe hij de broeders en zusters heeft geholpen, enzovoort. Niemand wil hiernaar luisteren, en hoe meer ze luisteren, hoe afkeriger ze ervan worden, totdat ze de persoon negeren. De persoon zal zich dan opgelaten voelen. Zolang de meerderheid deze persoon kan onderscheiden, zal hij niet kunnen doorgaan. Er is niet veel begrip van de waarheid voor nodig om dit soort afdwalen van het onderwerp te kunnen onderscheiden. Oeverloos kletsen, over huishoudelijke zaken praten, zichzelf verhogen, zichzelf tentoonspreiden en misbruik maken van het onderwerp van de communicatie om over zijn eigen ‘glorieuze’ verleden te spreken – dit soort afdwalen van het onderwerp is gemakkelijk te onderscheiden. Het vormt in principe niet veel van een verstoring, omdat de meeste mensen afkeer hebben van dergelijke dingen en er niet naar willen luisteren, en ze weten dat hij aan het opscheppen is en niet over de waarheid communiceert, dat hij van het onderwerp is afgedwaald. De groep zal misschien niet proberen hem meteen als hij begint te spreken te beschamen, maar naarmate hij langer doorgaat, krijgen mensen er een afkeer van en willen ze niet verder luisteren, en hebben ze het gevoel dat het beter zou zijn om in plaats daarvan zelf Gods woorden te lezen. Als de persoon zou doorgaan, zouden ze opstaan en weggaan. Wanneer de persoon merkt dat het de verkeerde kant opgaat en hij afgaat, zal hij niet verder spreken. Welk soort afdwalen van het onderwerp heeft al een nadelige invloed op mensen gehad, maar kunnen mensen nog steeds niet doorzien als iets negatiefs, en nemen ze in plaats daarvan de inhoud die van het onderwerp afwijkt aan als de waarheid en luisteren ze er aandachtig naar? Dit soort afdwalen van het onderwerp kan een verstoring voor mensen vormen, en men zou in dergelijke gevallen onderscheidingsvermogen moeten hebben. Geef een voorbeeld van dit soort afdwalen van het onderwerp. (Wanneer iemand niet over zichzelf nadenkt nadat hij is gesnoeid, maar zijn gesprek alleen richt op het juiste en onjuiste van de kwestie, brengt dat ieders gedachten in verwarring. Dit zorgt er niet alleen voor dat mensen geen onderscheidingsvermogen kunnen ontwikkelen; in plaats daarvan hebben mensen het gevoel dat wat deze persoon zegt in overeenstemming is met de waarheid, en dat hij gelijk heeft. Dit zorgt ervoor dat iedereen zijn kant kiest.) Onder het voorwendsel te communiceren over hoe men snoeien moet aanvaarden, verdedigen en rechtvaardigen ze zichzelf, waardoor mensen denken dat ze onterecht zijn gesnoeid, en ze mensen ertoe brengen hun kant te kiezen en met hen te sympathiseren, en bovendien laten ze mensen hun vermogen bewonderen om zich onder dergelijke omstandigheden te onderwerpen en het snoeien te aanvaarden. Dit misleidt mensen; het is een opzettelijk, weloverwogen geval van van het onderwerp afdwalen, wat er niet alleen voor zorgt dat de luisteraars niet in staat zijn zich te onderwerpen wanneer ze met snoeien worden geconfronteerd, en niet in staat zijn het snoeien te aanvaarden en over zichzelf na te denken en zichzelf te kennen, maar hen in plaats daarvan op hun hoede en afwijzend maakt ten opzichte van gesnoeid worden. Dergelijke communicatie slaagt er niet in mensen de betekenis van gesnoeid worden te laten begrijpen, noch hoe mensen de juiste houding moeten aannemen wanneer ze met snoeien worden geconfronteerd, hoe ze het moeten aanvaarden en hoe ze moeten praktiseren. In plaats daarvan leidt het mensen ertoe een andere manier te kiezen om met snoeien om te gaan, een manier die niet het beoefenen van de waarheid is en niet handelt in overeenstemming met de principes van de waarheid, maar een die mensen listiger maakt. Dergelijke communicatie dient om mensen te misleiden. Van het onderwerp afdwalen tijdens het communiceren over de waarheid is één type probleem dat zich in het kerkleven voordoet. Als dit type probleem het niveau van verstoring en hinder bereikt, moeten leiders en werkers in actie komen om het te stoppen en te beperken, erover te communiceren en het te ontleden, zodat de meerderheid groeit in onderscheidingsvermogen en er een les uit leert.
II. Woorden en doctrines bezigen om mensen te misleiden en hun waardering te winnen
De tweede uiting van mensen, gebeurtenissen en dingen die verstoringen en hinder in het kerkleven veroorzaken, is het bezigen van woorden en doctrines om mensen te misleiden en hun waardering te winnen. Doorgaans bezigen de meeste mensen wel eens woorden en doctrines. De meeste mensen hebben dit gedaan. Het gebruikelijke geval van het bezigen van woorden en doctrines moeten we beschouwen als een gevolg van hun kleine gestalte en gebrek aan begrip van de waarheid. Zolang ze niet te veel tijd in beslag nemen, het niet opzettelijk doen, het gesprek niet monopoliseren, niet eisen dat iedereen hen zomaar hun gang laat gaan, niet van iedereen eisen dat ze naar hen luisteren, en anderen niet misleiden en proberen hun waardering te winnen, vormt het geen verstoring of hinder. Omdat de meeste mensen de werkelijkheid van de waarheid ontberen, is het bezigen van woorden en doctrines een veelvoorkomend verschijnsel. Om het wat cru te zeggen: het is vergeeflijk; het kan worden vergeven en hoeft niet te serieus te worden genomen. Er is echter één uitzondering, en dat is wanneer de persoon die woorden en doctrines bezigt dit opzettelijk doet. Wat doen ze dan opzettelijk? Het is niet het bezigen van woorden en doctrines dat ze opzettelijk doen, omdat het hun ook aan de werkelijkheid van de waarheid ontbreekt. Hun handelingen, zoals het bezigen van woorden en doctrines, het roepen van leuzen en het praten over theorieën, zijn hetzelfde als die van ieder ander. Er is echter één verschil: wanneer ze woorden en doctrines bezigen, willen ze altijd door anderen gewaardeerd worden en zichzelf vergelijken met de leiders en werkers en met hen die de waarheid nastreven. Wat nog onredelijker is: ongeacht wat ze zeggen of hoe ze het zeggen, is het hun doel om mensen naar hun kant te trekken en de harten van mensen te misleiden, allemaal om gewaardeerd te worden. Wat is het doel van het zoeken naar waardering? Ze verlangen ernaar status en aanzien te hebben in de harten van mensen, een opvallend individu of een vooraanstaand figuur in de menigte te worden, iemand te worden die buitengewoon of onalledaags is, een speciaal figuur te worden, iemand wiens woorden gezag dragen. Deze situatie verschilt van de gebruikelijke gevallen waarin mensen woorden en doctrines bezigen en vormt een verstoring en hinder. Waarin verschillen deze mensen van degenen die op de meer gebruikelijke manier woorden en doctrines bezigen? Het is hun constante drang om te spreken; ze grijpen elke gelegenheid aan om te spreken. Zolang er een bijeenkomst is of een groep mensen bijeen is – zolang ze maar toehoorders hebben – zullen ze spreken, gedreven door een bijzonder sterke spreekdrang. Hun doel met spreken is niet om hun innerlijke gedachten, hun winst, ervaringen, begrip of inzichten met de broeders en zusters te delen, om begrip van de waarheid of een pad voor de beoefening ervan te bevorderen. In plaats daarvan is het hun doel om de gelegenheid om doctrines te bezigen te gebruiken om zichzelf te etaleren, om anderen te laten weten hoe geleerd ze zijn, om te tonen dat ze verstand, kennis en geleerdheid hebben en boven de gemiddelde persoon staan. Ze willen bekendstaan als bekwame individuen, niet als gewone mensen. Ze willen dat iedereen zich voor elke kwestie tot hen wendt en hen raadpleegt. Voor elk probleem in de kerk of elke moeilijkheid die de broeders en zusters ondervinden, willen ze de eerste persoon zijn aan wie anderen denken; ze willen dat anderen niets zonder hen kunnen doen, dat ze geen enkele kwestie zonder hen durven aan te pakken, en dat iedereen op hun bevel wacht. Dit is het effect dat ze verlangen. Hun doel met het bezigen van woorden en doctrines is om mensen te verstrikken en te beheersen. Voor hen is het bezigen van woorden en doctrines slechts een methode, een aanpak; het is niet omdat ze de waarheid niet begrijpen dat ze woorden en doctrines bezigen, maar veeleer streven ze erdoor na dat mensen hen vanuit hun hart waarderen, tegen hen opzien en zelfs bang voor hen zijn, en door hen beperkt en beheerst worden. Dit soort bezigen van woorden en doctrines vormt dus een verstoring en hinder. In het kerkleven moeten zulke individuen ingeperkt worden, en dit gedrag van het bezigen van woorden en doctrines moet ook een halt toegeroepen worden; het mag niet ongecontroleerd doorgaan. Sommigen zullen misschien zeggen: “Zulke mensen moeten ingeperkt worden; moeten ze dan nog wel de kans krijgen om te spreken?” Uit het oogpunt van eerlijkheid kunnen ze de kans krijgen om te spreken, maar zodra ze terugvallen in hun oude gewoonte om te pronken en hun ambitie op het punt staat weer los te barsten, moeten ze onmiddellijk worden afgekapt om hen helder en kalm te maken. Wat moet er gedaan worden als ze vaak op deze manier pronken, hun ambitie nog steeds vaak wordt onthuld en hun verlangens moeilijk te beteugelen zijn? Ze moeten ronduit ingeperkt worden en niet mogen spreken. Als niemand naar hen wil luisteren wanneer ze spreken, en hun toon en houding, de blik in hun ogen en hun gebaren voor iedereen weerzinwekkend zijn om te horen en te zien, dan is het een ernstig probleem. Het bereikt het punt waarop iedereen er afkerig van is. Zouden zulke mensen, die in de kerk als contrast dienen, dan niet het toneel moeten verlaten? Het is tijd dat hun rol ten einde komt. Betekent dat niet dat hun dienst ten einde is? Wat moet er gedaan worden wanneer ze het laatste van hun dienst hebben gedaan? Ze moeten worden weggezuiverd. Zodra ze beginnen te spreken, is het hunzelfde oude praatje, dat zelfs door inperking niet te stoppen is. Iedereen is het beu om ernaar te luisteren. Hun afschuwelijke gezicht, dat gezicht van Satan, van een kwaadaardige duivel, wordt zichtbaar. Wat voor soort mensen zijn dit? Het zijn antichristen. Als ze te vroeg worden verwijderd, zullen de meeste mensen noties koesteren en in hun hart niet overtuigd zijn, en zeggen: “Het ontbreekt Gods huis aan liefde; het verwijdert iemand zonder diegene zelfs maar aan een observatieperiode te onderwerpen en geeft hem geen enkele kans op berouw. Hij heeft alleen maar wat wereldse praatjes geuit, een beetje verdorven gezindheid onthuld en was een beetje arrogant, maar zijn bedoelingen waren niet slecht. Het is onrechtvaardig om hem zo te behandelen.” Echter, wanneer een meerderheid de essentie van kwaadaardige mensen kan onderscheiden en doorzien, is het dan gepast om zulke kwaadaardige mensen toe te staan hun roekeloze wangedrag, hun verstoringen en hinder in de kerk voort te zetten? (Nee.) Dat is onrechtvaardig ten opzichte van alle broeders en zusters. In zulke gevallen volstaat het hen te verwijderen. Zodra ze het laatste van hun dienst hebben bewezen en een meerderheid hen doorziet, zullen de meeste mensen geen bezwaren hebben wanneer je hen dan verwijdert – ze zullen niet klagen of God verkeerd begrijpen. Als er nog steeds mensen zijn die het voor hen opnemen, kun je zeggen: “Die persoon heeft veel kwaad gedaan in de kerk. Hij is bestempeld als een antichrist en verwijderd. Toch sympathiseer je nog zo met hem; je denkt nog aan de goedheid die hij je heeft betoond en neemt het voor hem op. Je bent te sentimenteel en het ontbreekt je volledig aan principes. Wat zijn hiervan de gevolgen? Een beetje hulp van hem, en je kunt het niet vergeten; wat hij ook zegt, je gehoorzaamt het nauwgezet en wilt hem altijd terugbetalen. Hij is nu verwijderd. Wil je hem vergezellen? Als je ook verwijderd wilt worden, laat het dan zo zijn.” Is dit een gepaste manier om de situatie aan te pakken? Op dat punt is dat gepast. Als zulke mensen consequent woorden en doctrines bezigen om anderen te misleiden, en mensen zo onuitstaanbaar hinderen dat ze niet meer naar bijeenkomsten willen komen, is dat dan niet omdat de leiders en werkers verdoofd en afgestompt zijn, het hun aan onderscheidingsvermogen ontbreekt en ze niet in staat zijn deze mensen tijdig aan te pakken? Dit is een onvermogen om hun werk te doen, een plichtsverzuim.
Tegenwoordig hebben de meeste mensen een zekere mate van onderscheidingsvermogen ten aanzien van die antichristen die woorden en doctrines bezigen. Tenzij ze zich koest houden; zodra ze de kop opsteken, hun optreden in allerlei opzichten concreet genoeg is en hun verschillende uitingen voldoende zijn voor mensen om hen als antichristen te identificeren, dan mag er geen verder uitstel of geaarzel zijn. Ze moeten onmiddellijk ingeperkt en geïsoleerd worden. Als hun dienst geen waarde meer heeft, dan moeten ze direct worden verwijderd. Het is makkelijk om zulke huichelachtige antichristen, die woorden en doctrines bezigen, te onderscheiden, omdat zulke mensen overduidelijk antichristen zijn. Het is alleen zo dat dit type antichrist altijd de gelegenheid van het bezigen van woorden en doctrines wil gebruiken om mensen te misleiden, om zo hun doel te bereiken macht te verwerven. Dit is een van de manieren waarop antichristen zich uiten, en het is makkelijk te onderscheiden. Over dit onderwerp is voorheen al genoeg gesproken, dus er zal hier niet verder op worden ingegaan. Kortom, leiders en werkers moeten zulke mensen nauwlettend in de gaten houden, tijdig en accuraat hun bewegingen, gedachten en zienswijzen begrijpen en doorgronden, evenals hun plannen, handelingen en de foutieve beweringen die ze verspreiden, en hen dienovereenkomstig en tijdig behandelen. Dit is een verantwoordelijkheid van leiders en werkers. Leiders en werkers moeten bij deze taak dus op zijn minst geestelijk scherp en mentaal zorgvuldig zijn, en niet verdoofd en afgestompt. Als een antichrist tijdens bijeenkomsten vele mensen misleidt door woorden en doctrines te bezigen, en de kerkleiders hem nog steeds niet als een antichrist herkennen en hem niet tijdig kunnen ontmaskeren en behandelen, is dit plichtsverzuim. Als vele mensen al door antichristen zijn misleid en ze bijeenkomsten zinloos vinden wanneer ze daar de antichristen geen woorden en doctrines horen bezigen, en dus niet meer naar bijeenkomsten willen komen, of zelfs Gods woorden niet meer willen eten en drinken of naar preken willen luisteren, en liever naar de prediking van antichristen luisteren – als kerkleiders pas de ernst van de situatie beseffen en actie ondernemen om het tij te keren wanneer mensen in die mate door antichristen zijn misleid en beheerst – dan zou dit aanzienlijke vertraging veroorzaken! Het binnengaan in het leven van vele van Gods uitverkorenen zou schade lijden door de verdoving en stompzinnigheid van zulke valse leiders. Wanneer antichristen worden geanalyseerd, onderscheiden en verwijderd, kunnen sommigen misleid worden en hen volgen. Misschien zeggen sommigen zelfs: “Als jullie hen verwijderen, geloven wij niet meer in God. Als jullie hen laten gaan, gaan wij allemaal!” Op dat punt wordt het volkomen duidelijk dat de kerkleiders totaal geen echt werk verrichten, wat een ernstig plichtsverzuim is.
In het kerkleven is het eerste wat leiders en werkers moeten doen, dat ze grip krijgen op de gesteldheid van verschillende individuen. Ze moeten door interactie zorgvuldig observeren en begrijpen welk pad elk individueel lid van de kerk heeft gekozen en wat de essentie van hun gezindheid is, en tijdig en accuraat ontdekken en identificeren wie het pad van een antichrist bewandelt en wie de essentie van een antichrist bezit. Vervolgens moeten ze zich op deze individuen richten, hen nauwlettend in de gaten houden, en tijdig de zienswijzen en uitspraken die ze verspreiden begrijpen en doorgronden, evenals de acties die ze op dat moment voorbereiden. Wanneer ze mensen willen misleiden, verstrikken en beheersen, moeten leiders en werkers snel opstaan om hen te stoppen, in plaats van passief af te wachten. Als je wacht tot God hen onthult, of tot de broeders en zusters zijn misleid, of tot de broeders en zusters hen begrijpen en kunnen onderscheiden alvorens de antichristen te ontmaskeren, dan zou dat de zaak al vertragen. Daarom moeten leiders en werkers bij het waken voor antichristen het initiatief nemen, proactief handelen en zich van tevoren voorbereiden. De eerste stap is het bevorderen en cultiveren van degenen die relatief oprecht zijn en de waarheid kunnen nastreven; dat wil zeggen, degenen die een leidende rol spelen in verschillende werkonderdelen goed te begieten en te voorzien, en hen te vormen tot steunpilaren in de kerk. Alleen op deze manier kunnen de verschillende werkonderdelen van de kerk soepel en ongehinderd verlopen, en kan het evangeliewerk zich blijven verspreiden. Waar het ook om gaat, als enig werk een goede leider ontbeert, dan wordt het erg moeilijk om het uit te voeren. De belangrijkste uiting van de weerspannigheid van antichristen tegen God is het misleiden van Gods uitverkorenen om hen te volgen, om zo elk werkonderdeel in Gods huis te verstoren en te hinderen. In een kerk is het eerste wat antichristen proberen te doen, degenen met een gevoel voor rechtvaardigheid en degenen die een leidende rol spelen in verschillende werkonderdelen kwaad te doen. Degenen die ze kunnen misleiden en beheersen, trekken ze naar hun kant, en degenen die ze niet kunnen misleiden of beheersen, beschuldigen ze valselijk, lokken ze in de val en brengen ze ten val, om hen uiteindelijk te verwijderen. Dit effent de weg voor antichristen om de kerk te beheersen. Ze brengen eerst de weinige sleutelfiguren die de waarheid kunnen nastreven ten val; de meerderheid van de rest waait met alle winden mee. Daarna wordt het voor hen veel makkelijker om specifiek de leiders en werkers aan te pakken. Zonder de samenwerking en hulp van degenen die de waarheid nastreven, vechten de leiders en werkers in wezen alleen, zonder hulp. Jij staat in het licht, terwijl de antichristen in het duister op de loer liggen, klaar om op elk moment vanuit een hinderlaag aan te vallen, je valselijk te beschuldigen, je in de val voor te lokken en je te belasteren, en je zo tegen de grond te slaan dat je niet meer kunt opstaan. Vervolgens vinden de antichristen mensen om je na te trappen, waardoor je volledig ontmoedigd en wanhopig raakt. Daarom is het erg moeilijk om het probleem van de antichristen grondig op te lossen als degenen die de waarheid nastreven niet de handen ineenslaan om hen te bestrijden. In het kerkleven is het eerste wat leiders en werkers moeten doen, de normale orde van de kerk te handhaven. Met de aanwezigheid van deze kwaadaardige mensen die het pad van de antichristen bewandelen, zullen er geen goede resultaten uit het kerkleven voortkomen, zal het niet makkelijk op het juiste spoor komen, en zullen de meeste mensen vaak gehinderd en beïnvloed worden. Daarom is het ontdekken, begrijpen, doorgronden en precies aanwijzen van kwaadaardige mensen, antichristen en degenen die het pad van de antichristen bewandelen de eerste en belangrijkste taak die leiders en werkers met betrekking tot het kerkleven moeten ondernemen. Alleen door deze mensen in te perken of te verwijderen kan de normale orde van het kerkleven gehandhaafd worden. Als ze niet ingeperkt worden en men hen toestaat om moedwillig en roekeloos te handelen en hinder te veroorzaken, zullen de verschillende werkonderdelen van de kerk tot stilstand komen. Aangezien de meeste mensen geen onderscheidingsvermogen ten aanzien van hen hebben en hun essentie niet kunnen doorzien, en zelfs misleid en gehinderd worden door hun verschillende foute gedachten en zienswijzen, is het voor Gods uitverkorenen moeilijk om in het kerkleven op het juiste spoor te komen en de werkelijkheid van de waarheid binnen te gaan. Als het kerkleven in deze periode heel normaal is, Gods uitverkorenen vooruitgang boeken in het eten en drinken van Gods woorden en het communiceren over de waarheid, en ze eindelijk enige ingang in het leven hebben en een beetje van de werkelijkheid van de waarheid bezitten, maar dan door de antichristen die woorden en doctrines bezigen worden misleid en gehinderd, dan verliezen ze niet alleen dat beetje zuiver begrip en waarachtige kennis dat ze net hadden verworven, maar maken ze zich ook een heleboel schijnbaar plausibele ketterijen en drogredenen eigen – ze raken snel weer verward; het is immers als roeien tegen de stroom in: wie niet roeit, gaat achteruit. Dat is zeer problematisch. Het is niet makkelijk voor mensen om levensgroei te realiseren; het kan jaren duren om een beetje vooruitgang te zien, die uitzonderlijk traag is. Het is moeilijk voor mensen om het beetje gestalte dat ze hebben te verwerven – dat is zwaarbevochten. Door de misleiding en de hinder van de antichristen gaat het beetje zuiver begrip dat mensen hebben verloren. Wat nog ernstiger is, is dat mensen na de hinder van Satan en de antichristen vervuld zijn van een heleboel van Satans filosofie, Satans intriges en listen, en het gif dat Satan in hen heeft geplant. Deze dingen stellen mensen niet alleen niet in staat om God te kennen en zich aan Hem te onderwerpen, maar ze zorgen er juist voor dat mensen noties en misverstanden over God ontwikkelen en van Hem wegdrijven, waardoor de verdorven gezindheid van mensen nog ernstiger wordt en wat hun verraad van God verder in de hand werkt. De gevolgen hiervan zijn zeer ernstig. Zeg Mij, is het, geconfronteerd met zulke ernstige gevolgen, noodzakelijk om degenen die mensen misleiden met woorden en doctrines een halt toe te roepen en in te perken? Is dit niet een belangrijke taak die kerkleiders op zich zouden moeten nemen? (Ja.) Daarom is het inperken van kwaadaardige mensen en niet-gelovigen een belangrijke taak voor de kerk. Sommigen zeggen: “Ik heb geen onderscheidingsvermogen. Ik weet niet hoe ik dat moet doen.” In feite, zolang je de wil hebt, zorgvuldig observeert en altijd de bedoelingen en motieven van mensen onderzoekt, zul je geleidelijk onderscheidingsvermogen ontwikkelen. Deze niet-gelovigen en kwaadaardige mensen hebben, zodra ze zich laten zien, hun eigen bedoelingen en motieven, die er allemaal op gericht zijn om mensen tegen hen op te laten zien en hen te laten verafgoden, en om mensen te laten luisteren naar wat ze zeggen. Als je hun bedoelingen en motieven kunt doorzien, betekent dit dat je al enig onderscheidingsvermogen hebt. Als je niet zeker bent, kun je over deze kwestie communiceren met enkele mensen die de waarheid relatief goed begrijpen. Tijdens de communicatie kun je enerzijds tot een vaststelling komen op basis van de waarheid die iedereen begrijpt en de verschillende feitelijke bewijzen die men heeft. Anderzijds kun je – door Gods verlichting en leiding en het licht dat God tijdens de communicatie geeft – bevestiging krijgen over deze kwestie en vaststellen of de persoon in kwestie inderdaad een antichrist is en of hij inderdaad iemand is die ingeperkt zou moeten worden. Als iedereen door de communicatie bevestiging krijgt en unaniem instemt, en zegt dat deze persoon inderdaad een antichrist is die ingeperkt zou moeten worden – nadat er een consensus met de broeders en zusters is bereikt en iedereen tot een gezamenlijk standpunt is gekomen – is de volgende stap voor de leiders en werkers om deze persoon snel aan te pakken en te verwijderen volgens de principes van de waarheid. Dit is het principe. Zodra mensen dit principe begrijpen, behoren ze echt werk te doen, wat betekent dat ze hun verantwoordelijkheid vervullen en trouw zijn. Principes begrijpen is niet bedoeld om over te prediken of om je hoofd mee te vullen, maar om ze toe te passen in het echte werk van je plicht. In echt werk stelt het begrijpen van principes je in staat om je verantwoordelijkheden en plichten beter en grondiger te vervullen. Dit is dus ook een onderdeel van het echte werk van leiders en werkers. Om de normale orde van het kerkleven te handhaven en de broeders en zusters in staat te stellen een normaal kerkleven te leiden en alle door God vereiste waarheden binnen te gaan, moeten leiders en werkers, wanneer antichristen die woorden en doctrines bezigen verschijnen, de eersten zijn die opstaan om hen een halt toe te roepen en in te perken. Voor die antichristen die woorden en doctrines bezigen, geldt dat het er niet om gaat hen in te perken alleen omdat ze een paar verkeerde dingen hebben gezegd. Als langdurige observatie of de feedback van de meerderheid en hun specifieke uitingen voldoende zijn om vast te stellen dat ze inderdaad van het antichrist-type zijn, dan moeten leiders en werkers naar voren treden om hen een halt toe te roepen en in te perken, en hen niet hun gang mogen laten gaan. Hen hun gang laten gaan staat gelijk aan duivels, Satans, vuile demonen en kwaadaardige geesten rond laten razen in de kerk, wat betekent dat zulke leiders en werkers hun verantwoordelijkheden verwaarlozen en in wezen voor Satan werken. De communicatie over het tweede type kwestie met betrekking tot verstoringen en hinder in het kerkleven is nu afgesloten.
III. Kletsen over huishoudelijke aangelegenheden, persoonlijke relaties aanknopen en privézaken afhandelen
Laten we vervolgens communiceren over de derde kwestie: kletsen over huishoudelijke aangelegenheden, persoonlijke relaties aanknopen en privézaken afhandelen. Het is overduidelijk dat deze problemen, die deel uitmaken van de derde kwestie en waarover we zullen communiceren, niet in het kerkleven zouden moeten voorkomen. Tijdens het kerkleven komen mensen om Gods woorden te eten en te drinken, Gods woorden te delen, over de waarheid te communiceren en over hun persoonlijke ervaringsgetuigenissen te communiceren, en tegelijkertijd zoeken ze Gods bedoelingen en proberen ze de waarheid te begrijpen. Moeten problemen als kletsen over huishoudelijke aangelegenheden, persoonlijke relaties aanknopen en privézaken afhandelen in het kerkleven dan worden gestopt en ingeperkt? (Ja.) Sommige mensen zeggen: “Is het niet goed om elkaar te begroeten? Als twee mensen een vrij hechte band hebben en elkaar al kenden, en ze elkaar ontmoeten tijdens het kerkleven en even kletsen, is dat dan kletsen over huishoudelijke aangelegenheden? Moet dit ook worden ingeperkt?” Verwijst de derde kwestie naar dit soort problemen? (Nee.) Het is duidelijk van niet. Als zelfs eenvoudige, beleefde begroetingen ingeperkt moeten worden, dan zouden mensen bang zijn om te spreken wanneer ze elkaar in de toekomst ontmoeten. De derde kwestie – kletsen over huishoudelijke aangelegenheden, persoonlijke relaties aanknopen en privézaken afhandelen – bestaat misschien slechts uit deze drie termen, maar de problemen die deze termen vertegenwoordigen zijn geen eenvoudige, hoffelijke begroetingen of praatjes. Het zijn kwaadaardige handelingen die het kerkleven kunnen verstoren, hinderen en beschadigen. Aangezien ze verstoringen en hinder vormen, zijn ze het waard om over te communiceren. Waarover moet er worden gecommuniceerd? Het gaat erom te bepalen welke problemen, welke woorden mensen spreken, welke dingen ze doen, en welke uitlatingen, gedragingen en welk optreden van mensen het niveau kunnen bereiken van het verstoren en hinderen van het werk van de kerk. Laten we enkele specifieke voorbeelden bespreken om te zien of deze problemen ernstig zijn, of ze verstoringen en hinder vormen, en of ze moeten worden gestopt en ingeperkt.
In het kerkleven spreken sommige mensen vaak over futiele gezinsaangelegenheden en hun eigen noties en ideeën alsof het de hoofdonderwerpen van gesprek zijn. Ze zegt: “De maatschappij is nu zo duister; het is zo vermoeiend om met ongelovigen om te gaan en onder hen te leven. Ongelovigen zijn tot alles in staat; het is werkelijk onverdraaglijk!” Dan zeggen sommige broeders en zusters: “Wij geloven in God; ongeacht met welke situaties we te maken krijgen, moeten we onderscheidingsvermogen kunnen aanwenden en de waarheid en de beoefeningspaden zoeken. Als je zo leeft, zul je je niet uitgeput voelen.” Toch zegt ze: “Gods woord is de waarheid, maar het is geen wondermiddel. Ik was bang dat mijn man een affaire had, en het bleek waar te zijn – hij heeft een vrouw gevonden die jonger en mooier is dan ik. Hoe moet ik nu verder met mijn leven?” Al kletsend begint ze verdrietig te huilen. Haar manier van spreken wakkert bij sommigen de verdrietige herinneringen aan. Enkelen, die in hetzelfde schuitje zitten, vinden elkaar meteen en beginnen daar ter plekke te praten. Tijdens een bijeenkomst van twee uur bespreekt ze uitvoerig hoe zij en haar man ruzie kregen nadat hij een affaire had, hoe ze manieren probeerde te bedenken om hun gezamenlijke bezittingen over te hevelen, hoe ze een advocaat raadpleegde om na de scheiding geen nadeel te ondervinden, enzovoort. Is dit het soort onderwerp dat in het kerkleven besproken zou moeten worden? (Nee.) Als je gezinszaken niet zijn geregeld en je daardoor met je gedachten niet bij de bijeenkomst bent, kun je beter niet komen. De plaats waar de kerk bijeenkomt is geen plek voor jou om je persoonlijke grieven te uiten, noch is het een plek om over huishoudelijke aangelegenheden te kletsen. Als je thuis met moeilijkheden wordt geconfronteerd en je niet door deze kwesties verstrikt, gebonden of ingeperkt wilt worden, en je de waarheid wilt zoeken om Gods bedoeling te begrijpen en dit alles wilt loslaten, dan kun je tijdens de bijeenkomst kort je problemen communiceren zodat de broeders en zusters de waarheid kunnen communiceren om je te helpen. Dit kan je helpen Gods bedoeling te begrijpen en sterk te worden, niet door deze kwesties gebonden te zijn, uit negativiteit en zwakheid te stappen en het pad te kiezen dat juist en het meest geschikt voor je is. Hierover zou je moeten communiceren. Maar als je deze ergerlijke futiliteiten van thuis het kerkleven binnenbrengt om ze uit te storten en erover te prediken, en de meeste mensen je uit schaamte niet tegenhouden of onderbreken, maar slechts hun geduld bijeenrapen en zichzelf dwingen om naar jouw gepraat over deze ergerlijke futiliteiten te luisteren, is dat dan gepast? Is dat liefde tonen? Is dat verdraagzaam en geduldig zijn? Dit gedrag van jou heeft het kerkleven al gehinderd. Wie lijdt hieronder? Het zijn Gods uitverkorenen. Vooral in de omgeving van het Chinese vasteland, waar het niet gemakkelijk is om bijeen te komen en gelovigen zich overal moeten verbergen en zelfs dingen van tevoren moeten plannen – als iemand dan op de plaats van samenkomst al deze ergerlijke familiekwesties uitstort zodat iedereen het kan horen en er commentaar op kan geven, is dat dan gepast? De meeste mensen komen naar bijeenkomsten om de waarheid en Gods bedoelingen te begrijpen, niet om deze ergerlijke futiliteiten te horen, niet om te luisteren naar jouw geklets over huishoudelijke aangelegenheden. Sommige mensen zeggen: “Ik heb niemand anders met wie ik een hechte band heb, dus wat is er mis mee om er met de broeders en zusters over te praten?” Je mag erover praten, maar de timing is belangrijk. Buiten de bijeenkomsten om mag je erover praten zolang de ander bereid is te luisteren; dat is je vrijheid, en Gods huis zal je daarin niet inperken. Echter, de plaats en de tijd die je nu kiest om over zulke zaken te praten zijn niet juist. Dit is in het kerkleven, tijdens de bijeenkomsttijd, en jouw eindeloze geklets over familiezaken stoort de broeders en zusters voortdurend en zou ingeperkt moeten worden. Is dat geen regel? Dit is inderdaad een regel. Het is onaanvaardbaar om de regels niet te begrijpen, want dat kan ertoe leiden dat men onredelijk handelt en anderen hindert. Gedragingen, uitspraken en een optreden die hinder veroorzaken, moeten worden ingeperkt; dit is de verantwoordelijkheid van leiders en werkers, evenals de verantwoordelijkheid van alle broeders en zusters. Sommige mensen hebben doorgaans weinig te communiceren tijdens bijeenkomsten, maar zodra er problemen in hun gezinsleven opduiken, storten ze deze ergerlijke futiliteiten over anderen uit en laten hen ernaar luisteren. Zijn anderen verplicht te luisteren? Zijn zij verplicht om voor jou te oordelen over goed en kwaad? Zij hebben dergelijke verplichtingen niet. Dat zijn jouw privézaken en die behoor je zelf af te handelen; je zou niet over je privézaken moeten praten tijdens de bijeenkomst. Dit is tegen de regels en onredelijk, en dergelijk gedrag zou ingeperkt moeten worden.
Sommige mensen hebben kinderen die naar de universiteit gaan, en dan beginnen ze zich zorgen te maken over de toekomstperspectieven van hun kinderen en zoeken ze ingangen voor hen. Ze overpeinzen voortdurend: “Er zijn geen overheidsfunctionarissen in onze familie; wat voor baan kan mijn zoon vinden na zijn afstuderen? Hoe ziet zijn toekomst eruit? Zal hij voor mij kunnen zorgen als ik oud ben? Ik moet een manier vinden om ervoor te zorgen dat hij na zijn afstuderen een goede baan heeft.” Tijdens bijeenkomsten zeggen ze dan: “Mijn zoon is erg gehoorzaam. Hij steunt niet alleen mijn geloof in God, maar hij wil zelf ook gaan geloven als hij klaar is met de universiteit. Maar er is één ding: ook als we in God geloven, moeten we toch de kost verdienen, nietwaar? Ik weet niet wat voor baan hij zal kunnen vinden na zijn afstuderen. Welke banen zijn tegenwoordig goedbetaald? Zuster die-en-die, ik hoorde dat jouw man manager is. Heeft hij misschien een mogelijkheid om te helpen? Mijn zoon is ontwikkeld, heeft wat van de wereld gezien, heeft een beter kaliber dan ik en is goed met computers; hij kan in de toekomst plichten vervullen in Gods huis. Maar nu moet de kwestie van het vinden van een baan eerst worden opgelost; het zou zwaar voor hem zijn als hij geen baan kan vinden.” Elke keer als ze naar de bijeenkomst komen, brengen ze deze zaken ter sprake, en het gepraat gaat eindeloos door. Ze kijken wie er misschien met hen meeleeft en proberen dan met die mensen relaties aan te knopen. Tijdens bijeenkomsten proberen ze dicht bij hen in de buurt te komen, praten hen naar de mond en geven zelfs geschenken, soms brengen ze lekker eten mee of kopen ze kleine spulletjes voor hen. Is dit niet het aanknopen van persoonlijke relaties en het effenen van de weg? Wat is het doel van het effenen van de weg? Het is om anderen te gebruiken om je eigen privézaken af te handelen, om je eigen doelen te bereiken. Tijdens bijeenkomsten zijn ze niet bereid te luisteren naar de broeders en zusters die hun ervaringsgetuigenissen delen, ze negeren al het werk dat Gods huis hun opdraagt, en ze zijn niet bereid te luisteren naar de broeders en zusters die hen proberen te helpen en te adviseren over hun gesteldheid. Ze zijn alleen bijzonder enthousiast over het vinden van een baan voor hun zoon en praten er eindeloos over. Ze spreken er niet alleen over met iedereen die ze tegenkomen, maar ook tijdens bijeenkomsten. Kortom, ze besteden buitengewoon veel aandacht aan deze kwestie en steken er veel moeite in. Bij elke bijeenkomst moeten ze wel wat tijd van de broeders en zusters in beslag nemen om over deze zaak te praten. Zelfs wanneer ze over hun eigen ervaringen communiceren, vergeten ze het niet te noemen, en ze praten net zo lang door tot iedereen er ongeduldig en misselijk van wordt, waarbij de meeste mensen zich te zeer generen om hen een halt toe te roepen. Op dit punt behoren leiders en werkers hun verantwoordelijkheid te vervullen en hen in te perken, door te zeggen: “Iedereen is op de hoogte van jouw situatie. Als er broeders of zusters zijn die willen helpen, is dat een persoonlijke aangelegenheid tussen jullie. Als anderen niet bereid zijn te helpen, moet je hen niet dwingen. Je zoon helpen een baan te vinden is niet de verplichting of de verantwoordelijkheid van de broeders en zusters; het is jouw persoonlijke aangelegenheid en zou niet de kostbare tijd van de broeders en zusters voor het eten en drinken van Gods woorden en het communiceren over de waarheid in beslag mogen nemen. Stoor anderen niet bij het eten en drinken van Gods woorden door over je eigen privézaken te communiceren. Na de bijeenkomst kun je praten met wie je maar wilt, en hulp zoeken bij wie je maar wilt, maar gebruik de bijeenkomsttijd niet om erover te praten. De bijeenkomsttijd benutten voor het afhandelen van privézaken is onredelijk en beschamend; het is een uiting van het hinderen van het kerkleven. Deze kwestie moet hier ophouden.” Dit is wat leiders en werkers behoren te doen.
Tijdens bijeenkomsten ontdekken sommige oudere dames dat de jonge zusters in de gastgezinnen er goed uitzien, eerlijk zijn en oprecht in God geloven en de waarheid nastreven. Ze vatten een voorliefde voor hen op en willen dat deze jonge zusters hun schoondochters worden. Ze brengen dit niet alleen voortdurend ter sprake tijdens bijeenkomsten, maar verlenen ook kleine gunsten en besteden extra zorg aan de jonge zusters telkens als ze naar de bijeenkomsten komen. Zelfs wanneer de jonge zusters het er niet mee eens zijn, blijven ze hen hardnekkig bestoken en drammen, en laten hen niet met rust. Wat voor mensen zijn dat? Zijn zij niet van een laagstaand karakter? Omdat het allemaal zusters in het geloof zijn, kunnen de meesten alleen Gods bedoelingen en Zijn woorden communiceren om deze kwesties op te lossen. Sommige mensen hebben echter een gebrek aan geweten, rede en zelfbewustzijn, hebben enorme persoonlijke verlangens en willen, zonder enig schaamtegevoel, al hun egoïstische verlangens verwezenlijken. Daardoor worden sommigen het slachtoffer en voelen ze zich ongemakkelijk tijdens bijeenkomsten. Veroorzaakt dit geen hinder voor anderen? Wat moet er in zulke situaties worden gedaan? Kerkleiders moeten ingrijpen om dit soort zaken in te perken en uit het kerkleven en onder de broeders en zusters te elimineren. Verder nemen sommige mensen allerlei stemmingen mee naar de bijeenkomsten: hun zoon is respectloos, hun schoondochter brengt constant spullen naar het huis van haar ouders, er zijn conflicten tussen schoonmoeder en schoondochter … Bij elke bijeenkomst spreken ze over deze ergerlijke futiliteiten, en leiden hun klachten in met: “Alles wat God zegt is waar; de mensheid is nu zo verdorven! Kijk maar naar mijn zoon en schoondochter, ze hebben geen geweten, geen rede – dit is het gebrek aan menselijkheid waarover God spreekt, ze zijn nog erger dan dieren. Zelfs lammeren weten dat ze moeten knielen als ze drinken, maar mijn zoon vergeet zijn moeder zodra hij een vrouw heeft!” Telkens als ze bijeenkomsten bijwonen, uiten ze deze klachten. Er zijn ook mensen die, wanneer ze naar bijeenkomsten komen, praten over zaken in hun bedrijf: wie er hoge prestaties levert op het werk en meer bonussen krijgt; wie er volgende maand promotie maakt, terwijl zij geen hoop hebben; wie zich het beste kleedt en de meeste merkartikelen koopt; wie er met een rijke echtgenoot is getrouwd … Degenen die al langer in God geloven en enig fundament hebben, willen zulke praat niet horen en hebben er een afkeer van. Sommige nieuwe gelovigen echter, die nog geen fundament hebben gelegd of nog geen interesse in Gods woorden hebben ontwikkeld, worden door zulke onderwerpen geprikkeld, in de overtuiging een plek te hebben gevonden om te kletsen en persoonlijke relaties aan te knopen. Tijdens bijeenkomsten praten ze heen en weer, en gaandeweg vinden twee mensen elkaar sympathiek en vormen ze een band, waardoor een privérelatie ontstaat. De plaats van samenkomst is verworden tot een handelsplaats, een plek waar mensen zich bezighouden met loze praatjes, persoonlijke relaties aanknopen, zakelijke transacties uitvoeren en commerciële activiteiten ontplooien. Dit zijn de kwesties die leiders en werkers tijdig moeten onderkennen en een halt moeten toeroepen.
Sommige mensen wonen bijeenkomsten bij met het doel een goede baan voor zichzelf te vinden, sommigen om hun man aan een promotie te helpen, sommigen om goede banen voor hun kinderen te vinden, en sommigen om goederen met korting te kopen. Weer anderen komen om een goede behandelend arts te vinden voor de zieken in hun familie zonder zoveel geschenken te hoeven geven. Kortom, voor deze niet-gelovigen die de waarheid niet nastreven en er bijbedoelingen op na houden, is de tijd van de kerkbijeenkomsten het beste moment om persoonlijke relaties aan te knopen en privézaken af te handelen. Vaak brengen ze, onder het mom van het communiceren van Gods woorden of het kennen van deze boosaardige wereld en de essentie van deze verdorven mensheid, hun eigen moeilijkheden en de zaken die ze willen bespreken ter sprake, om uiteindelijk stukje bij beetje hun verborgen egoïstische motieven en de privézaken die ze willen regelen bloot te leggen. Ze leggen hun eigen bedoelingen bloot en laten anderen ten onrechte geloven dat ze met moeilijkheden worden geconfronteerd, waarmee ze suggereren dat iedereen liefde zou moeten tonen en hen onvoorwaardelijk en zonder tegenprestatie zou moeten helpen. Onder de vlag van het geloof in God buiten ze allerlei openingen uit, en zoeken ze op de plaatsen van samenkomst naar vrienden die ze willen maken en naar mensen die dingen voor hen kunnen regelen. Sommigen, die een auto tegen een interne prijs willen kopen, kijken onder de broeders en zusters uit naar iemand die bij een autohandel werkt of connecties heeft met de eigenaar van een autohandel. Zodra ze hun doelwit hebben geïdentificeerd, slaan ze hun slag en kruipen ze bij hen in het gevlij om relaties op te bouwen. Als die persoon graag Gods woorden leest, bezoeken ze vaak diens huis om samen Gods woorden te lezen, en tijdens bijeenkomsten zitten ze naast hen en wisselen ze contactgegevens uit. Dan zetten ze de aanval in, vastbesloten niet op te geven tot hun doel is bereikt. Al deze zaken zijn kwesties die regelmatig opduiken binnen de kerk en onder de mensen. Als deze kwesties zich voordoen op de plaatsen van samenkomst en tijdens de bijeenkomsttijden, zullen ze in feite verstoringen en hinder voor het kerkleven veroorzaken en het kerkleven beïnvloeden. Als er gedurende lange tijd geen kerkleven is in een kerk, dan verwordt die kerk tot een maatschappelijke vereniging, een handelsplaats, een plek voor het aanknopen van persoonlijke relaties, het via achterdeurtjes zoeken van gunsten en het afhandelen van privézaken. De aard van deze plek verandert, en wat zijn daarvan de gevolgen? Het leidt op zijn minst tot het verlies van het kerkleven, wat het verlies betekent van de kostbare tijd die wordt besteed aan het bidden-lezen van Gods woorden met de broeders en zusters en het begrijpen van de waarheid. Bovendien, en dat is het allerbelangrijkste, leidt het tot het verlies van de kostbare gelegenheid voor de Heilige Geest om te werken, om mensen te verlichten zodat ze de waarheid begrijpen. Dit alles schaadt de ingang in het leven van mensen. Daarom, in het belang van Gods uitverkorenen en hun ingang in het leven, is het noodzakelijk om dergelijke individuen een halt toe te roepen en in te perken; dit is het werk dat leiders en werkers behoren te doen. Natuurlijk, als gewone broeders en zusters deze mensen en hun handelingen kunnen doorzien, behoren zij ook op te staan om hen af te wijzen en “nee” tegen hen te zeggen. Vooral tijdens het kerkleven, wat de belangrijkste tijd voor mensen is, als iemand de bijeenkomsttijd in beslag neemt om over deze zaken te praten en ze af te handelen, hebben de broeders en zusters het recht om hen te negeren, en nog meer het recht om dergelijke dingen een halt toe te roepen en te weigeren. Is het juist om dit te doen? (Ja.) Sommige mensen denken dat Gods huis door zo te handelen een gebrek aan menselijke warmte toont. Is menselijke warmte normale menselijkheid? Is menselijke warmte in overeenstemming met de waarheid? Als jij menselijke warmte hebt en de bijeenkomsttijd in beslag neemt voor je privézaken, en zelfs de meeste mensen je laat vergezellen en steunen om je doel van het afhandelen van je privézaken te bereiken, en daarmee de normale orde van Gods uitverkorenen die Gods woorden lezen en over de waarheid communiceren hindert, waardoor zij deze kostbare tijd verliezen, is dat dan eerlijk tegenover hen? Is dat in overeenstemming met het hebben van menselijke warmte? Dit is de meest onmenselijke en immorele aanpak, en mensen behoren op te staan en dit aan de kaak te stellen. Als de leiders en werkers slappelingen en nutteloos zijn, en niet in staat zijn om dergelijk gedrag tijdig te stoppen en in te perken, en geen echt werk verrichten, dan behoren de broeders en zusters met een gevoel voor rechtvaardigheid zich te verenigen om te voorkomen dat dergelijk gedrag en deze sfeer zich in de kerk verspreiden. Als je de kostbare tijd voor het lezen van Gods woorden en het communiceren over de waarheid niet wilt verliezen, als je niet wilt dat je ingang in het leven wordt gehinderd en schade lijdt, waardoor je je kans op redding verpest, dan behoor je op te staan om deze voorvallen af te wijzen, te stoppen en in te perken. Zo handelen is gepast en in overeenstemming met Gods bedoelingen. Sommigen van jullie generen zich om dit te doen; jij geneert je misschien, maar de boosaardigen niet. Zij hebben de brutaliteit om jouw kostbare bijeenkomsttijd in beslag te nemen: de tijd waarin de Heilige Geest werkt en God jou verlicht. Als jij het gênant vindt om hen af te wijzen, dan verdien je het verlies in je leven! Als jij bereid bent liefde te tonen aan Satans, duivels en niet-gelovigen, hen hulp te bieden, jezelf op te offeren voor anderen en principes te negeren, wie kun je dan de schuld geven van het verlies in je leven? Daarom moeten alle gevallen van het aanknopen van persoonlijke relaties en het afhandelen van privézaken volledig uit het kerkleven worden gebannen. Als iemand zijn eigen gang blijft gaan en erop staat om tijdens bijeenkomsten over zijn huishoudelijke aangelegenheden te kletsen, loze praatjes te houden, privézaken af te handelen of banen en romantische partners voor anderen te zoeken, en op deze manier allerlei excuses vindt om de tijd door te brengen, hoe moet zo iemand dan worden aangepakt? Ten eerste moet hem een halt worden toegeroepen; als hij nog steeds niet luistert, dan moeten isolatie en beperkingen worden toegepast. Als hij achter de schermen doorgaat met het veroorzaken van hinder, en overal probeert bij iedereen in het gevlij te komen en het normale leven van de broeders en zusters lastigvalt, dan behoort hij te worden verwijderd en niet als broeder of zuster te worden beschouwd. Hij is niet gekwalificeerd om het kerkleven te leven en is het niet waardig om aan bijeenkomsten deel te nemen. Zulke mensen moeten worden ingeperkt en verworpen. Dit werk is uiteraard ook een belangrijke taak die leiders en werkers op alle niveaus behoren te doen. Wanneer dergelijke zaken en situaties zich voordoen, behoren de leiders en werkers de eersten te zijn die opstaan om hen een halt toe te roepen. Hoe moet je hen een halt toeroepen? Je behoort tegen hen te zeggen: “Weet je dat dit gedrag van jou het kerkleven al heeft verstoord en gehinderd? Dit is iets wat alle broeders en zusters walgelijk vinden en verafschuwen, en het wordt ook door God veroordeeld. Je behoort dit gedrag te stoppen. Als je niet naar overreding luistert en erop staat je eigen gang te gaan, dan zal je kerkleven worden stopgezet, zullen je boeken met Gods woorden worden afgenomen en zal de kerk je niet langer erkennen!” Natuurlijk zijn er sommige mensen die, vanwege hun kleine gestalte en gebrek aan begrip van de waarheid, misschien af en toe over huishoudelijke aangelegenheden kletsen, een band met iemand smeden of een kleine kwestie afhandelen, en de situatie is niet al te ernstig. Is dat oké? (Ja.) Onder omstandigheden die geen enkele hinder voor iedereen veroorzaken, is het aanvaardbaar dat broeders en zusters elkaar helpen en een beetje liefde voor elkaar tonen. Maar waar communiceren we over? Het gaat om de situatie waarin dergelijk gedrag en handelingen de normale gang van het kerkleven al hebben verstoord en gehinderd; in zulke gevallen behoren de betrokkenen een halt te worden toegeroepen en te worden ingeperkt. We behoren hen niet toe te staan het kerkleven te blijven verstoren en hinderen. Het ondernemen van deze acties bevordert de ingang in het leven van de broeders en zusters. Sommige mensen vertonen vergelijkbaar gedrag, maar de situatie is niet ernstig en vormt geen verstoring of hinder; het zijn slechts normale interacties tussen de broeders en zusters, die elkaar helpen en normaal om informatie vragen, of informeren naar algemene kennis die men niet begrijpt. Zolang het de bijeenkomsttijd niet in beslag neemt, zolang beide partijen instemmen en bereidwillig zijn zonder elkaar iets op te dringen, en het interactie is die binnen het bestek van de normale menselijkheid valt, dan is het toegestaan en zal de kerk het niet inperken. Er is echter één ding: als iemands onbezonnen uitlatingen en handelingen in het kerkleven de broeders en zusters lastigvallen of hinderen, en sommigen hier een afkeer van hebben gekregen en hun bezwaren hebben geuit, dan behoren de leiders en werkers naar voren te treden om dit probleem op te lossen. Of, als anderen al iemand hebben aangegeven en stellen dat deze persoon tijdens de bijeenkomsten niet over Gods woorden communiceert maar in plaats daarvan over zijn huishoudelijke aangelegenheden kletst en persoonlijke relaties aanknoopt, de plaats van samenkomst behandelt als een plek voor het aanknopen van relaties en het afhandelen van privézaken, anderen om gunsten vraagt en misbruik maakt van wie hij maar kan; en stellen dat deze persoon van laagstaand karakter is, egoïstisch, verachtelijk en laaghartig, en niet de waarheid nastreeft maar overal op voordeeltjes uit is en allerlei kansen zoekt voor eigen gewin, dan behoort zo iemand te worden geïsoleerd.
Sommige individuen maken misbruik van enkele van de rijke en invloedrijke broeders en zusters om dingen voor hen gedaan te krijgen, en als hun verzoeken niet worden ingewilligd, oordelen ze vaak achter hun rug om over hen en beweren dat deze mensen geen liefde hebben en geen ware gelovigen zijn, en willen hen zelfs aangeven. Zijn jullie zulke individuen tegengekomen? Behoren zulke mensen niet te worden aangepakt? Wat moet er worden gedaan wanneer men met zulke situaties wordt geconfronteerd? Leiders en werkers behoren in te grijpen om de kwestie op te lossen en volgens principes te handelen, om ervoor te zorgen dat de broeders en zusters niet worden gehinderd. Is het verkeerd dat iemand weigert iets voor hen te doen? Staat het weigeren om hen te helpen gelijk aan het niet beoefenen van de waarheid of het niet liefhebben van God? (Nee.) Of men iemand helpt, is hun eigen vrijheid; zij hebben het recht om te kiezen. Gods huis schrijft niet voor dat broeders en zusters elkaar binnen het kerkleven moeten helpen bij het oplossen van gezinsproblemen. Het kerkleven is geen plek voor het oplossen van gezinsproblemen, maar een plaats van samenkomst voor het eten en drinken van de woorden van God en het groeien in het leven. Sommige mensen gebruiken het kerkleven om hun eigen problemen op te lossen – welke gevolgen kan dit met zich meebrengen? Heeft dit geen invloed op het eten en drinken van Gods woord en het zich toerusten met de waarheid door Gods uitverkorenen? Iemands persoonlijke levensproblemen kunnen privé met de broeders en zusters worden opgelost; het is niet nodig om ze in het kerkleven te brengen ter oplossing. Iedereen behoort te weten welke gevolgen er ontstaan wanneer het afhandelen van privézaken de normale kerkgang van Gods uitverkorenen verstoort. Zodra leiders en werkers dergelijke zaken ontdekken, behoren zij in te grijpen om ze op te lossen. Zij behoren degenen in de kerk te beschermen die hun plichten normaal kunnen vervullen, degenen te beschermen die werkelijk de waarheid nastreven, de kwaadaardige mensen in te perken en te voorkomen dat zij hun doelen bereiken. Dit is de verantwoordelijkheid van leiders en werkers. Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt met betrekking tot hoe normale gevallen van de derde kwestie worden behandeld, welke uitingen ernstig van aard zijn of op ernstige omstandigheden duiden, en welke types en uitingen verstoringen en hinder vormen. Zodra de ernst van een omstandigheid duidelijk is onderscheiden, behoort deze overeenkomstig haar aard te worden behandeld. Dit is iets wat leiders en werkers moeten begrijpen, en het is ook iets wat iedereen behoort te bevatten.
IV. Kliekjes vormen
De vierde uiting van het verstoren en hinderen van het kerkleven is het vormen van kliekjes, wat van een zeer ernstige aard is. Welk gedrag komt neer op het vormen van kliekjes? Als twee mensen die in God geloven al een vergelijkbare tijd gelovig zijn, een vergelijkbare leeftijd, gezinssituatie, interesses, persoonlijkheid, enzovoort hebben, en ze goed met elkaar kunnen opschieten, vaak samen zitten tijdens bijeenkomsten en vertrouwelijk met elkaar omgaan, telt dit dan als het vormen van kliekjes? (Nee.) Dit is een veelvoorkomend verschijnsel van normale interpersoonlijke omgang, wat geen enkele hinder voor anderen vormt; daarom wordt het niet beschouwd als het vormen van kliekjes. Waar verwijst het hier genoemde ‘kliekjes vormen’ dan naar? Bijvoorbeeld, van vijf broeders en zusters die samenkomen, zijn er drie stadswerkers en twee boeren van het platteland. De drie stadswerkers trekken vaak samen op en spreken erover hoe het leven in de stad beter is en op het platteland slechter, waar mensen een gebrek hebben aan opleiding, een brede horizon en goede manieren. Ze kijken neer op de mensen van het platteland en spreken altijd denigrerend tegen de twee plattelanders, die zich dan gekrenkt voelen en tegen hen in willen gaan, en zeggen dat stadsmensen kleingeestig en berekenend zijn, terwijl mensen van het platteland vrijgevig zijn. Tijdens bijeenkomsten lijken ze het nooit eens te worden, wat vaak leidt tot onnodige geschillen en debatten. Kunnen deze vijf harmonieus met elkaar overweg? Zijn ze verenigd in Gods woord? Zijn ze met elkaar verenigbaar? (Nee.) Wanneer stadsmensen altijd zeggen “wij, stadsmensen” en plattelandsmensen altijd zeggen “wij, plattelanders”, wat doen ze dan? (Kliekjes vormen.) Dit is de vierde kwestie waarover we gaan communiceren: kliekjes vormen. Dit kliekjesgedrag betekent het vormen van groepen en facties. Het vormen van allerlei bendes, facties en andere kliekjes op basis van regio, economische omstandigheden en sociale klasse, alsook verschillende zienswijzen, komt neer op het vormen van kliekjes. Ongeacht wie deze kliekjes leidt, binnen de kerk zijn de vorming van verschillende bendes en facties, en de vorming van onverenigbare bendes, allemaal verschijnselen van het vormen van kliekjes. Op sommige plaatsen gelooft een hele uitgebreide familie in God, en op een plaats van samenkomst behoort, op twee mensen met een andere achternaam na, de rest tot hun eigen familie. Deze familie vormt dan een factie of bende, waardoor de twee mensen met een andere achternaam buitenstaanders worden. Ongeacht wie in deze familie met een probleem wordt geconfronteerd of wordt gesnoeid, als één persoon grieven uit, valt de rest hem bij. Als iemand tegen de principes handelt, dekken de anderen hen en verbergen hun daden, waarbij ze iedereen verbieden hen te ontmaskeren; zelfs de geringste vermelding van deze kwestie is onaanvaardbaar, laat staan snoeien. Wat is hier het probleem? Kunnen jullie dit onderscheiden? Wanneer deze familieleden samenkomen, vormen ze één front en kijken ze hoe de wind waait en luisteren naar signalen voordat ze spreken. Als hun ringleider een bepaald standpunt inneemt, volgt iedereen, en anderen durven hen niet te provoceren of bezwaren te uiten. Vormt het voorkomen van dit verschijnsel in het kerkleven geen verstoringen en hinder voor de normale orde van de kerk? De mensen van deze bende dicteren welke passages van Gods woorden tijdens bijeenkomsten moeten worden gegeten en gedronken, en iedereen moet luisteren; zelfs de kerkleiders moeten concessies aan hen doen en kunnen geen bezwaar maken. Zij bepalen wie er als leiders en werkers gekozen moeten worden, en de kerkleiders moeten hun mening als de belangrijkste beschouwen en die niet licht opvatten. Tegelijkertijd werven ze voortdurend ‘talenten’, en lijven ze degenen die naar hen zullen luisteren, degenen die ze kunnen vertrouwen, en degenen die voor hen van nut zijn, in om hen voor hun karretje te spannen, waardoor ze hun invloed voortdurend uitbreiden. Deze kliek streeft ernaar het kerkleven te beheersen; hun ringleider wil de kerk beheersen. Deze groep heeft aanzienlijke macht; ze bundelen hun krachten om binnen de kerk te handelen. Wat er ook in de kerk gebeurt, ze willen erbij betrokken zijn. Anderen moeten naar hun gezichtsuitdrukking kijken voordat ze iets zeggen of regelen, zelfs in die mate dat de inhoud van elke bijeenkomst voor het eten en drinken moet voldoen aan hun regelingen en wensen. Zelfs als de kerkleiders iets willen doen, moeten ze eerst hun mening raadplegen en naar hun ideeën luisteren. De meeste broeders en zusters worden door hen beheerst, en veel zaken van het kerkwerk staan ook onder hun controle. Deze mensen die kliekjes vormen, verstoren en hinderen het kerkleven en het werk van de kerk ernstig. Is deze kwestie ernstig? Moeten deze handelingen worden ingeperkt? Moeten ze worden aangepakt? De ringleiders van deze kliekjes moeten worden ingeperkt en verwijderd of verdreven, terwijl die verwarde individuen die blindelings meelopen eerst communicatie en hulp moeten krijgen. Als ze geen berouw tonen of van koers veranderen, dan moeten ze worden ingeperkt. Wees niet toegeeflijk tegen hen!
Wat komt neer op het vormen van kliekjes – is dit gemakkelijk te begrijpen? Als één persoon een kwestie aankaart en verscheidene anderen zijn mening bijvallen, telt dat dan als het vormen van kliekjes? (Nee.) Als sommige broeders en zusters, die een relatief grotere last dragen en sterker gevoel van gerechtigheid hebben, anderen oproepen om met hen een belangrijke taak te volbrengen, of als ze, om ervoor te zorgen dat een bijeenkomst effect heeft en men de waarheid en Gods bedoelingen over een belangrijk onderwerp kan begrijpen, iedereen voorgaan in de communicatie, en iedereen hun gedachtegang volgt in het communiceren en het biddend lezen van Gods woorden, telt dit dan als het vormen van kliekjes? (Nee.) Welke mensen in de kerk zijn geneigd kliekjes te vormen? Wat voor soort gedrag komt neer op het vormen van kliekjes? (Verschillende mensen die elkaar indekken en vergoelijken, of die zich inlaten met jaloezie en conflicten, wat allemaal het werk van de kerk verstoort en hindert – dit is het vormen van kliekjes.) Dit is één aspect. Wat is hier het kernpunt? Het wederzijds indekken en vergoelijken leidt tot verstoringen en hinder; wetende dat het doen van iets verkeerd is en niet overeenstemt met de principes van de waarheid, het toch opzettelijk verbergen, drogredenen aanvoeren en niet de waarheid vertellen, liever het werk van de kerk en de belangen van Gods huis schaden om iemands aanzien en status te beschermen, en degenen die kwaad doen en verstoringen en hinder veroorzaken indekken ten koste van het verraden van de belangen van Gods huis – dit is het vormen van kliekjes. Een ander scenario betreft het opruien en verleiden van mensen om zich gezamenlijk te verzetten tegen de regelingen van Gods huis. Dit is ernstig van aard en is ook een vorm van het verstoren en hinderen van Gods werk en de normale orde van de kerk. Wat is het hoofddoel van het vormen van kliekjes? Het is om de kerk te beheersen en Gods uitverkorenen te beheersen.
Er is ook een soort kliekvorming waarbij men mensen naar de mond praat om verschillende soorten individuen voor zich te winnen. Ogenschijnlijk lijkt het alsof iedereen in dit soort bendes vrijuit kan spreken en zijn eigen mening kan uiten. Als je echter naar de uiteindelijke resultaten kijkt, kun je zien dat ze in feite de lijn volgen van wat één persoon zegt – die persoon is hun windvaan. Hoe trekt die persoon anderen dan naar zijn kant? Ze kijken wie ze naar zich toe kunnen trekken en wie gemakkelijk mee te trekken is, en bewijzen hun kleine gunsten, en bieden hun een beetje liefdevolle hulp. Vervolgens vissen ze naar informatie over hen, en achterhalen ze wat ze leuk vinden, hoe ze graag praten, wat hun persoonlijkheid en hobby’s zijn. Tegelijkertijd vallen ze hen in gesprekken vaak bij om hun harten te winnen, en uiteindelijk palmen ze hen beetje bij beetje in, waardoor ze onbewust hun kliek binnentreden en zich bij hun gelederen aansluiten. Over het algemeen is het naar de mond praten van mensen om hen voor zich te winnen een zeer zachte methode, vol ‘menselijke warmte’, en het is zeer effectief. Bijvoorbeeld, als iemand regelmatig liefde toont aan een ander, hem bijvalt in gesprekken, en begrip en tolerantie voor hem toont, zal die persoon onbewust een gunstige indruk van hem krijgen en dichter naar hem toe trekken, en dan in zijn gelederen worden opgenomen. In welke situaties worden zulke bendes en facties actief? Zodra een van hun onvoorwaardelijke volgelingen wordt ontmaskerd, zich onheus bejegend voelt, of zijn belangen, status of reputatie worden verstoord of geschaad door iets of iemand van buiten hun factie, zal dit soort persoon opstaan om voor hen te spreken en voor hun belangen en rechten te vechten – dit is hun manier van kliekjes vormen. De twee duidelijke soorten kliekvorming zijn het indekken en vergoelijken van mensen, en het gezamenlijk verzet. Het vormen van kliekjes door mensen naar de mond te praten lijkt echter niet zo dwingend als de twee zojuist genoemde soorten, en leden van zulke kliekjes blijven gewoonlijk onopgemerkt binnen de kerk. Maar wanneer het tijd is voor mensen om een keuze te maken, om een duidelijk standpunt in te nemen, worden zulke facties duidelijk zichtbaar. Bijvoorbeeld, als de ringleider van een factie zegt dat een bepaalde kerkleider kaliber heeft, zullen zijn volgelingen onmiddellijk een heleboel voorbeelden geven van hoe die leider dit kaliber toont. Als de ringleider van de factie zegt dat de kerkleider geen werkcapaciteit heeft, een slecht kaliber heeft en een slechte menselijkheid heeft, zullen de andere leden dit voorbeeld volgen en spreken over hoe die kerkleider incompetent is, hoe hij niet in staat is over de waarheid te communiceren, hoe hij woorden en doctrines bezigt, en zullen ze zeggen dat iedereen in plaats daarvan de juiste persoon moet kiezen. Dit is een soort onzichtbare kliek. Hoewel ze niet openlijk naar voren treden om de macht te grijpen en mensen in de kerk te beheersen, is er binnen zulke facties en bendes een onzichtbare kracht die het kerkleven en de orde van de kerk beheerst. Dit is een angstaanjagendere, verborgen vorm van kliekvorming. Naast de twee gemakkelijk te onderscheiden situaties van kliekvorming die eerder werden genoemd, wat problemen zijn die kerkleiders moeten oplossen, is deze verborgen soort kliekvorming een probleem dat kerkleiders des te meer moeten oplossen en aanpakken. Hoe moeten ze dit aanpakken? Ze moeten de ringleider van zo’n bende rechtstreeks aanpakken door middel van communicatie. Waarom moet men zich eerst richten op communicatie met deze ringleider? Ogenschijnlijk lijkt het alsof de leden van zo’n kliek door niemand worden beheerst, maar in werkelijkheid weten ze diep vanbinnen allemaal wie ze gehoorzamen en wensen ze die persoon te gehoorzamen. Daarom moet degene die ze verafgoden en die hen beheerst, aangepakt en behandeld worden, en moet de waarheid met hem worden gecommuniceerd zodat hij de aard van zijn daden begrijpt. Hoewel de ringleider zich misschien niet openlijk tegen Gods huis heeft verzet of tegen de leiders tekeer is gegaan, beheerst hij het spreekrecht, de gedachten, de zienswijzen en het pad dat deze mensen volgen. Hij is een verborgen antichrist. Zulke individuen moeten worden geïdentificeerd, en vervolgens onderscheiden en geanalyseerd. Als ze geen berouw tonen, moeten ze worden ingeperkt en geïsoleerd. Vervolgens moet er een onderzoek worden ingesteld naar elk van hun leden om te zien wie van hen van dezelfde soort is. Scheid eerst deze individuen af en communiceer dan met de verwarde, timide en lafhartige mensen die misleid zijn. Als ze berouw kunnen tonen en het volgen van de antichrist opgeven, mogen ze in de kerk blijven; zo niet, dan moeten ze worden geïsoleerd. Is dit een gepaste aanpak? (Ja.) Bestaat dit verschijnsel binnen de kerk? (Ja.) Moet dit soort kwesties worden opgelost? (Het moet worden opgelost.) Waarom moet het worden opgelost? Sinds Gods huis het evangelie begon te verspreiden, zijn de machten van antichristen alomtegenwoordig in het kerkleven, en veel van Gods uitverkorenen zijn in verschillende mate door deze machten beïnvloed, beperkt of beheerst. Telkens wanneer deze mensen spreken of handelen, bevinden ze zich niet in een staat van vrijheid en bevrijding, maar worden ze eerder gestuurd, beïnvloed, gecontroleerd en gevangengehouden door de gedachten en zienswijzen van sommige individuen. Deze mensen voelen zich gedwongen om op een bepaalde manier te spreken en te handelen; als ze dat niet doen, maken ze zich zorgen en zijn ze bang voor de gevolgen die daaruit voortvloeien. Heeft dit het kerkleven niet beïnvloed en gehinderd? Is dit een uiting van een normaal kerkleven? (Nee.) Dit soort kerkleven heeft niet de normale orde, maar wordt beheerst door kwaadaardige mensen. Zolang kwaadaardige mensen de macht hebben in de kerk, is het niet Gods woord of de waarheid die daar heerst. Leiders, werkers en broeders en zusters die de waarheid begrijpen, zullen worden onderdrukt. Zo’n kerk is er een die wordt beheerst door de machten van antichristen. Dit is ook een kwestie en een verschijnsel van Gods werk en de normale orde van de kerk die worden verstoord en gehinderd, wat leiders en werkers moeten aanpakken en oplossen. Sommige mensen die in de bende van een antichrist zitten, zijn bang het vertrouwen van hun bende te verliezen, hun steunpilaren te verliezen, vrienden te verliezen, geen steun te hebben in tijden van nood, enzovoort. Daarom doen ze hun uiterste best om in de bende te blijven. Is deze situatie niet ernstig? Moet die niet worden opgelost? (Ja.) Wanneer dit soort situaties zich binnen de kerk voordoet, voelen de meeste mensen het dan aan? Onderscheiden de meeste mensen het? Sommige mensen worden door iemand beheerst zonder het te beseffen, ze moeten altijd de gedachten en zienswijzen, de uitspraken en handelingen, de leringen van die persoon volgen, en ze zijn bang om “nee” te zeggen, bang om tegen die persoon in te gaan, en moeten zelfs onoprecht instemmend knikken en glimlachen wanneer die persoon spreekt, uit angst hem te beledigen. Bestaan dit soort situaties? Wat is het probleem dat hier moet worden opgelost? Kerkleiders moeten die antichrist-ringleider aanpakken en behandelen, die in staat is anderen te misleiden en te beheersen. Ten eerste moeten ze over de waarheid communiceren om de meerderheid van de mensen in staat te stellen deze antichrist te onderscheiden, en moeten ze vervolgens de antichrist zelf inperken. Als de antichrist geen berouw toont, moet hij onmiddellijk worden verwijderd om te voorkomen dat hij de normale orde van de kerk blijft verstoren.
Samenvattend, in een normaal kerkleven moeten de broeders en zusters in staat zijn om vrij en ongedwongen te communiceren over Gods woorden, alsook over hun persoonlijke inzichten, begrip, ervaringen en moeilijkheden. Vanzelfsprekend moeten ze ook het recht hebben om suggesties te doen, kritiek te uiten en alle handelingen van leiders en werkers die de principes schenden te ontmaskeren, terwijl ze ook het recht hebben om hulp en advies te bieden. Dit alles moet vrij zijn, en al deze aspecten moeten normaal zijn; ze mogen niet worden beheerst door een individu, wat ertoe zou leiden dat Gods uitverkorenen worden beperkt – dat zou geen normaal kerkleven zijn. Gods huis heeft vereisten, regels en principes voor hoe de broeders en zusters behoren te spreken, handelen en zich te gedragen, en hoe ze normale interpersoonlijke relaties moeten opbouwen in het kerkleven, enzovoort, en deze zaken worden niet door een individu bepaald. Wanneer de broeders en zusters iets doen, hoeven ze niet naar de gezichtsuitdrukking van een individu te kijken, hoeven ze geen bevelen van een individu op te volgen of door een persoon te worden beperkt. Niemand mag dienen als windvaan of stuurman; het enige dat richting kan geven, is Gods woord, de waarheid. Daarom moeten Gods uitverkorenen zich houden aan Gods woord, de waarheid, en de principes van het communiceren over de waarheid tijdens bijeenkomsten. Als je altijd door een andere persoon wordt beperkt, je altijd door hem laat leiden, en niet meer durft te spreken wanneer je zijn ontevreden blik of fronsende gezicht ziet, als je altijd door die persoon wordt ingeperkt tijdens het communiceren over Gods woorden en je persoonlijke inzichten uit ervaring, je altijd beperkt voelt, niet in staat bent om volgens de principes van de waarheid te handelen, en als de woorden, blikken, gezichtsuitdrukkingen, toon en de impliciete dreigementen in zijn woorden je constant binden, dan word je beheerst binnen een kliek die door deze persoon wordt geleid. Dit is problematisch; dit is geen kerkleven, maar het leven van een factie die door een antichrist wordt geregeerd. Wat dit soort kwesties betreft, moeten leiders en werkers naar voren treden om het op te lossen, en de broeders en zusters hebben ook de plicht en het recht om de normale orde van de kerk te verdedigen. Degenen die het kerkleven verstoren en hinderen, vooral degenen die kliekjes vormen en de kerk willen beheersen, moeten worden gestopt, ontmaskerd en geanalyseerd, zodat iedereen onderscheidingsvermogen kan verkrijgen en de essentie van het probleem kan doorzien, namelijk de poging om een onafhankelijk koninkrijk te stichten. De kerk staat om geen enkele reden kliekvorming en het verdelen van de kerk toe. Bijvoorbeeld, het verdelen in bendes op basis van sociale identiteit en status, wijken, regio’s of religieuze denominatie, of het verdelen in bendes gebaseerd op opleidingsniveau, rijkdom, ras en huidskleur, enzovoort – dit alles gaat tegen de principes van de waarheid in en zou niet in de kerk mogen voorkomen. Ongeacht welk voorwendsel wordt gebruikt voor het verdelen van mensen in deze hiërarchieën, rangen, facties en kliekjes, het zal het werk van de kerk en de normale orde van het kerkleven verstoren en hinderen, en het is een kwestie die leiders en werkers onmiddellijk moeten oplossen. Kortom, ongeacht de redenen voor het verdelen van mensen in kliekjes, facties of bendes, als ze een zekere macht hebben vergaard en een hinder vormen voor het werk van de kerk en de orde van het kerkleven, moeten ze worden gestopt en ingeperkt. Als de leden van zulke kliekjes zich niet laten afraden, kunnen deze kwaaddoeners worden geïsoleerd en verwijderd. Het aanpakken van deze kwesties is ook onderdeel van het werk en de verantwoordelijkheden die leiders en werkers moeten vervullen. Wat hier dus begrepen moet worden, is dat wanneer sommige mensen machten hebben gevormd in de kerk, en in staat zijn om te wedijveren met en zich te verzetten tegen de kerkleiders, het werk van de kerk en Gods woorden, en in staat zijn om de normale orde van het kerkleven te verstoren en te beschadigen, zulke gedragingen, uitingen en situaties moeten worden ingeperkt en onmiddellijk moeten worden aangepakt. Er wordt geen onderscheid gemaakt op basis van het aantal betrokken personen als het gaat om kliekvorming. Als twee mensen goed met elkaar kunnen opschieten en geen enkele verstoring veroorzaken voor de kerk, is het niet nodig om in te grijpen. Echter, zodra ze verstoringen beginnen te veroorzaken en een macht vormen om de kerk te beheersen, moeten deze individuen worden gestopt en ingeperkt. Als ze geen berouw tonen, moeten ze onmiddellijk worden verwijderd of verdreven. Dit is het principe.
22 mei 2021