De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (16)

Punt twaalf: Identificeer direct en nauwkeurig de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen; stop en perk ze in, en keer de situatie om; communiceer bovendien over de waarheid, zodat Gods uitverkorenen door zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren (deel 4)

De verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die het kerkleven verstoren en hinderen

VIII. Noties verspreiden

A. De uitingen van het verspreiden van noties

Vandaag vervolgen we onze communicatie over de twaalfde verantwoordelijkheid van leiders en werkers: “Identificeer direct en nauwkeurig de verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen die Gods werk en de normale orde van de kerk verstoren en hinderen; stop en perk ze in, en keer de situatie om; communiceer bovendien over de waarheid, zodat Gods uitverkorenen door zulke dingen onderscheidingsvermogen ontwikkelen en ervan leren.” Wat betreft de verschillende problemen van hinder en verstoringen die in het kerkleven ontstaan, hebben we er elf opgesomd. De vorige keer hebben we gecommuniceerd over het zevende punt: wederzijdse aanvallen en woordenstrijd. Vandaag zullen we communiceren over het achtste punt: noties verspreiden. Het verspreiden van noties komt ook vaak voor in het kerkleven. Sommige mensen, die de waarheid totaal niet aanvaarden, geloven in God op basis van hun noties en verbeeldingen, en ze verspreiden vaak enkele noties om het kerkleven te verstoren. De kerk moet dit gedrag inperken en het oplossen door in het kerkleven over de waarheid te communiceren. Letterlijk gezien kan iedereen zien dat het verspreiden van noties geen juist gedrag is, dat het geen positieve zaak is, maar een negatieve. Daarom behoort het in het kerkleven te worden gestopt en ingeperkt. Ongeacht wat voor soort mensen noties verspreidt, ongeacht hun motieven en of ze opzettelijk of onopzettelijk noties verspreiden, zolang ze noties verspreiden, zal dat het kerkleven hinderen en verstoren en een schadelijke invloed hebben. Daarom moet deze zaak volledig worden ingeperkt. Vanuit welk perspectief dan ook kan het verspreiden van noties onmogelijk een positieve rol spelen in het streven van mensen naar de waarheid, naar kennis van God, of in hun ingang in de waarheidswerkelijkheid; het kan hierop alleen maar een verstorende en schadelijke uitwerking hebben. Dus, wanneer iemand in het kerkleven noties verspreidt, zou iedereen – zowel kerkleiders als broeders en zusters – deze zaak moeten onderscheiden en onmiddellijk moeten optreden om die persoon te stoppen en in te perken, in plaats van blindelings toe te laten dat ze noties verspreiden om anderen te misleiden en te verstoren. Laten we eerst communiceren over uit wat voor soort woorden het verspreiden van noties bestaat. Met dit onderscheidingsvermogen kunnen mensen nauwkeurig definiëren wat het verspreiden van noties is en het ook nauwkeurig stoppen en inperken, in plaats van het te negeren en er onverschillig mee om te gaan.

1. Noties over God verspreiden

Noties die worden verspreid, zijn doelgericht. Allereerst moeten we vaststellen op wie ze gericht zijn en welke noties worden verspreid. Als je dit begrijpt, kan je weten welke uitspraken en zienswijzen die door mensen worden verspreid, noties vormen. Weten welke woorden noties van mensen zijn en welke handelingen het verspreiden van noties vormen, zal mensen in staat stellen om het verspreiden van noties nauwkeuriger en doelgerichter in te perken. Het meest ernstige verspreiden van noties betreft allereerst de ideeën en misvattingen van mensen over God. Dit is een belangrijke categorie. Het verspreiden van niet-feitelijke zienswijzen en uitspraken over Gods identiteit, Gods essentie, Gods gezindheid, Gods woorden, Gods werk en Gods bestaan, valt allemaal onder het verspreiden van noties. Dit is een algemene uitspraak; welke soort uitspraken vormen specifiek het verspreiden van noties? Het verspreiden van misvattingen over God, oordelen en veroordelingen van God, en zelfs godslasteringen tegen God, is allemaal het verspreiden van noties. Eenvoudig gezegd, het verspreiden van opvattingen over God die niet met de werkelijkheid overeenstemmen en uitspraken en misinterpretaties die niet overeenstemmen met Gods identiteit en essentie, valt allemaal onder het verspreiden van noties. In het kerkleven praten sommige mensen bijvoorbeeld vaak over Gods identiteit en Gods essentie. Ze hebben geen waar begrip van Gods identiteit en essentie. In hun hart twijfelen ze vaak aan God en begrijpen Hem verkeerd, en zijn onder andere niet in staat zich te onderwerpen aan de leefomgeving en de omstandigheden voor het vervullen van hun plicht die God voor hen orkestreert. Vervolgens verspreiden ze hun misvattingen over God en de ideeën die voortkomen uit hun onbegrip van God. Kortom, deze ideeën gaan niet over de aanvaarding van en onderwerping aan Gods soevereiniteit en regelingen vanuit het perspectief van een schepsel, maar zijn in plaats daarvan vervuld van persoonlijke vooroordelen, misvattingen en zelfs oordelen en veroordelingen. Na het horen ervan ontwikkelen andere mensen misvattingen over God en worden ze op hun hoede voor Hem, waardoor ze hun ware geloof in God verliezen, laat staan dat ze zich waarlijk onderwerpen.

Sommige mensen denken dat het geloof in God vrede en vreugde moet brengen, en dat ze, wanneer ze moeilijkheden ondervinden, alleen maar tot God hoeven te bidden en dat Hij hun gebeden zal verhoren, hun genade en zegeningen zal schenken en ervoor zal zorgen dat voor hen alles vreedzaam en soepel verloopt. Hun doel om in God te geloven is om genade te zoeken, zegeningen te verkrijgen en van vrede en geluk te genieten. Het is vanwege deze opvattingen dat ze hun familie in de steek laten of hun baan opzeggen om zich voor God in te zetten, en tegenspoed kunnen verdragen en een prijs kunnen betalen. Ze geloven dat zolang ze dingen opofferen, zich voor God inzetten, tegenspoed verdragen en ijverig werken, waarbij ze uitzonderlijk gedrag tonen, ze Gods zegeningen en gunst zullen verkrijgen. Ze denken dat, welke moeilijkheden ze ook tegenkomen, zolang ze tot God bidden, Hij die zal oplossen en in alles een weg voor hen zal banen. Dit is de zienswijze van de meeste mensen die in God geloven. Men vindt deze zienswijze legitiem en correct. Dat veel mensen hun geloof in God jarenlang kunnen volhouden zonder op te geven, hangt rechtstreeks met deze zienswijze samen. Ze denken: ik heb me zo ingezet voor God, mijn gedrag is zo goed geweest en ik heb geen slechte daden verricht; God zal me zeker zegenen. Omdat ik voor elke taak veel heb geleden en een grote prijs heb betaald, en alles heb gedaan volgens Gods woorden en vereisten zonder fouten te maken, behoort God me te zegenen; Hij behoort ervoor te zorgen dat alles soepel voor me verloopt, dat ik vaak vrede en vreugde in mijn hart heb en van Gods aanwezigheid geniet. Is dit geen menselijke notie en verbeelding? Vanuit een menselijk perspectief genieten mensen van Gods genade en ontvangen ze voordelen, dus vinden ze het logisch dat ze hiervoor een beetje moeten lijden, en is het de moeite waard om dit lijden in te ruilen voor Gods zegeningen. Dit is een mentaliteit van handeldrijven met God. Maar vanuit het perspectief van de waarheid en vanuit Gods perspectief, strookt dit fundamenteel niet met de principes van Gods werk, noch met de normen die God van mensen vereist. Het is volledig wensdenken, puur een menselijke notie en verbeelding over het geloof in God. Of het nu gaat om handeltjes sluiten met God of het stellen van eisen aan Hem, of om menselijke noties en verbeeldingen, niets daarvan strookt met Gods vereisten, noch voldoet het aan Gods principes en normen voor het zegenen van mensen. In het bijzonder beledigt deze transactionele denkwijze en zienswijze Gods gezindheid, maar mensen beseffen dit niet. Wanneer wat God doet niet overeenkomt met de noties van mensen, ontwikkelen ze snel klachten en misvattingen over Hem in hun hart. Ze voelen zich zelfs onrechtvaardig behandeld en beginnen dan met God te redetwisten, en kunnen Hem zelfs oordelen en veroordelen. Ongeacht welke noties en misvattingen mensen ontwikkelen, vanuit Gods perspectief handelt Hij nooit noch behandelt Hij ooit iemand volgens menselijke noties of wensen. God doet altijd wat Hij verlangt te doen, op Zijn eigen manier en op basis van Zijn eigen gezindheidskern. God hanteert principes in hoe Hij ieder mens behandelt; niets van wat Hij voor iemand doet, is gebaseerd op menselijke noties, verbeeldingen of voorkeuren – dit is het aspect van Gods werk dat het meest haaks staat op menselijke noties. Wanneer God een omgeving voor mensen schept die volledig in tegenspraak is met hun noties en verbeeldingen, vormen ze in hun hart noties, oordelen en veroordelingen tegen God, en kunnen ze Hem zelfs ontkennen. Kan God dan in hun behoeften voorzien? Absoluut niet. God zal Zijn manier van werken en Zijn verlangens nooit aanpassen aan menselijke noties. Wie moet er dan veranderen? Dat zijn de mensen. Mensen moeten hun noties loslaten, de door God geschapen omgevingen aanvaarden, zich eraan onderwerpen en ze ervaren, en de waarheid zoeken om hun eigen noties op te lossen, in plaats van wat God doet te meten aan hun noties om te zien of het correct is. Wanneer mensen hardnekkig aan hun noties vasthouden, ontwikkelen ze vanzelf weerstand tegen God. Waar ligt de wortel van die weerstand? Die ligt in het feit dat wat mensen doorgaans in hun hart koesteren, ongetwijfeld hun noties en verbeeldingen zijn en niet de waarheid. Daarom kunnen mensen, wanneer ze geconfronteerd worden met Gods werk dat niet overeenkomt met hun noties, God tarten en over Hem oordelen. Dit bewijst dat mensen fundamenteel geen hart hebben dat zich aan God wil onderwerpen, hun verdorven gezindheid verre van gereinigd is, en ze in wezen leven volgens hun verdorven gezindheid. Ze zijn nog ongelooflijk ver verwijderd van het verkrijgen van redding.

Wanneer mensen in hun hart noties over God en weerstand tegen Hem ontwikkelen, zullen degenen met enig geweten met tegenzin aanvaarden wat God doet en proberen zich te integreren in de door God geschapen omgeving en Zijn soevereiniteit over mensen te aanvaarden. Hoeveel noties mensen kunnen loslaten en in welke mate, hangt deels af van hun kaliber en deels van of ze de waarheid aanvaarden en mensen zijn die de waarheid liefhebben. Sommige mensen gaan actief de door God geschapen omgevingen tegemoet door Gods woorden te lezen, te zoeken, erover te communiceren en na te denken. Ze krijgen geleidelijk enig begrip van Gods soevereiniteit over alles en vergroten daardoor hun onderwerping en geloof. Sommige mensen zoeken echter, ongeacht de omgeving die ze tegenkomen, de waarheid niet. In plaats daarvan evalueren ze alle omgevingen die God orkestreert op basis van hun noties, verbeeldingen en of het hun ten goede komt. Hun overwegingen draaien altijd om hun eigen belangen; ze zijn altijd bezig met hoeveel voordeel ze kunnen behalen, in hoeverre hun belangen kunnen worden bevredigd in termen van materiële zaken, geld en vleselijk genot; en ze nemen altijd beslissingen en behandelen alles wat God orkestreert op basis van deze factoren. Uiteindelijk, na lang wikken en wegen, kiezen ze er niet voor zich te onderwerpen aan de door God geschapen omgeving, maar om eraan te ontsnappen en die te vermijden. Door hun weerstand, afwijzing en vermijding distantiëren ze zich van Gods woorden, lopen ze levenservaring mis en lijden ze verlies, wat hun hart pijn en kwelling bezorgt. Hoe meer ze zich tegen zulke omgevingen verzetten, hoe meer en groter het lijden is dat ze ondergaan. Wanneer zo'n situatie zich voordoet, wordt het weinige geloof dat ze in God hebben uiteindelijk verbrijzeld. Op dat moment komen de noties die hun hart domineren allemaal tegelijk op: “Ik heb me zo lang voor god ingezet, en toch had ik niet verwacht dat god me zo zou behandelen. God is onrechtvaardig, hij houdt niet van mensen! God zei dat degenen die zich oprecht voor Hem inzetten, zeker rijkelijk gezegend zullen worden. Ik heb me oprecht voor god ingezet, ik heb mijn familie en carrière in de steek gelaten, tegenspoed verdragen en hard gewerkt – waarom heeft god me niet rijkelijk gezegend? Waar zijn gods zegeningen? Waarom kan ik ze niet voelen of zien? Waarom behandelt god mensen onrechtvaardig? Waarom houdt god zich niet aan zijn woord? Men zegt dat god trouw is, maar waarom kan ik dat niet voelen? Afgezien van al het andere, heb ik in deze omgeving totaal niet gevoeld dat god trouw is!” Omdat mensen noties hebben, worden ze er gemakkelijk door bedrogen en misleid. Zelfs wanneer God omgevingen schept voor de verandering van hun gezindheid en voor hun levensgroei, vinden ze het moeilijk te aanvaarden en begrijpen ze God verkeerd. Ze denken dat dit niet Gods zegen is en dat God niet van hen houdt. Ze geloven dat ze zich oprecht voor God hebben ingezet, maar dat God Zijn beloften niet is nagekomen. Deze mensen, die de waarheid niet nastreven, worden zo gemakkelijk onthuld door de enkele beproeving van een kleine omgeving. Wanneer ze worden onthuld, zeggen ze eindelijk wat ze het liefst wilden zeggen: “God is niet rechtvaardig. God is geen trouwe god. Gods woorden worden zelden vervuld. God zei: ‘God meent wat Hij zegt, wat Hij zegt zal geschieden, en wat Hij doet zal voor eeuwig duren.’ Waar is de vervulling van deze woorden? Waarom kan ik die niet zien of voelen? Kijk naar die-en-die: sinds ze in god gelooft, heeft ze niet zoveel opgeofferd of zich ingezet voor god als ik, noch heeft ze zoveel geofferd als ik. Maar haar kinderen zijn toegelaten tot prestigieuze universiteiten, haar man heeft promotie gemaakt, hun bedrijf bloeit, en zelfs hun gewassen leveren meer op dan die van anderen. En wat heb ik gekregen? Ik zal nooit meer in god geloven!” Deze woorden zijn de ware gedachten van deze mensen, hun motto's. Ze zijn vervuld van deze noties, vervuld van deze absurde gedachten en zienswijzen, en vervuld van overwegingen van voordelen en transacties. Dit is hoe ze Gods werk en Zijn nauwgezette bedoelingen begrijpen en opvatten, dit is hoe ze deze dingen behandelen. Daarom meten en misverstaan ze God herhaaldelijk met hun noties in de omgevingen die God keer op keer nauwgezet schept, en falen en struikelen ze voortdurend. Bovendien proberen ze voortdurend te verifiëren dat hun noties correct zijn. Wanneer ze geloven dat deze noties zijn bevestigd en voldoende bewijs vormen om God willekeurig te beoordelen, te oordelen en te veroordelen, beginnen ze noties te verspreiden, omdat hun hart vol noties over God is. Wat is er met deze noties vermengd? Het zijn klachten, ontevredenheid en grieven. Wanneer ze vervuld zijn van deze dingen, zoeken ze naar mogelijkheden om hun hart te luchten. Ze hopen een menigte te vinden die zal luisteren naar de ‘onrechtvaardigheden’ die ze hebben ondervonden; ze willen deze dingen aan deze mensen kwijt en hun vertellen over de zogenaamde onrechtvaardige behandeling die ze hebben ‘ondergaan’. Zo komen de noties die door deze mensen worden verspreid naar boven in het kerkleven, zo komen zulke noties tot stand. De harten van deze mensen zijn vervuld van grieven, verzet en ontevredenheid, evenals misvattingen en klachten over God, en zelfs oordelen en veroordelingen van God, wat er uiteindelijk toe leidt dat hun hart vervuld is van godslastering. Ze zijn bang dat ze geen zegeningen zullen verkrijgen en zijn daarom onwillig om te vertrekken, dus verspreiden ze hun misvattingen over God en hun ontevredenheid met Hem onder de mensen, en nog meer verspreiden ze hun oordelen en veroordelingen van God en hun godslasteringen jegens Hem. Wat lasteren ze? Ze lasteren God en zeggen dat Hij onrechtvaardig tegenover hen is en hun geen passende en gelijkwaardige vergoeding geeft voor wat ze hebben gedaan. Ze oordelen over God omdat Hij hun geen genade en grote zegeningen heeft geschonken na hun offers en opofferingen. Ze hebben van God niet die vleselijke behoeften – materiële zaken, geld, enzovoort – ontvangen die ze hoopten te ontvangen, waardoor hun hart vervuld is van klachten en grieven. Hun doel met het verspreiden van noties is enerzijds om hun hart te luchten en wraak te nemen, en zo een gevoel van psychologisch evenwicht te bereiken; en anderzijds om meer mensen aan te zetten tot het ontwikkelen van misvattingen en noties over God, waardoor deze mensen net als zij op hun hoede worden voor God. Als meer mensen zeggen: “We zullen nooit meer in god geloven”, zullen ze zich innerlijk voldaan voelen. Dit is het doel en de onderliggende reden achter hun verspreiding van noties.

Wat is het motto van mensen die noties verspreiden? Wat is de uitspraak die ze vaak herhalen? Nadat ze bepaalde dingen hebben meegemaakt en niet de voordelen hebben verkregen die ze verlangden, zeggen ze onophoudelijk tegen zichzelf: “Ik zal nooit meer in god geloven.” Zelfs nadat ze dit hebben gezegd, voelen ze niet dat hun haat is gekoeld of dat ze hun doel hebben bereikt. Wanneer ze bijeenkomsten bijwonen, kunnen ze, ongeacht waarover anderen communiceren, niets opnemen. Dan moeten ze die zin opnieuw uitspreken, en herhalen die meerdere keren, zelfs meer dan tien keer. “Ik zal nooit meer in god geloven” – is deze zin niet vol betekenis? Er zit een verhaal achter. Wat is hun ‘geloof’? Geloofden ze voorheen in God? Was hun eerdere geloof een oprecht geloof? Bevatte het de onderwerping die een schepsel zou moeten hebben? (Nee.) Helemaal niet. Ze zijn vol noties en verbeeldingen over God. Belangrijker nog, ze zijn vol eisen en verzoeken aan God, zonder enige onderwerping. Wat betekent hun ‘geloof’? “Ik geloof dat god degene is die soeverein is over de hemel en de aarde en alle dingen. Ik geloof dat god me kan beschermen tegen pesterijen van anderen. Ik geloof dat god me kan laten genieten van vleselijk comfort, een goed, welvarend leven kan laten leiden en ervoor kan zorgen dat alles vreedzaam en aangenaam voor me verloopt. Ik geloof dat god me het koninkrijk van de hemel kan laten binnengaan en grote zegeningen kan laten ontvangen, het honderdvoudige in dit leven en het eeuwige leven in de komende wereld kan laten verkrijgen!” Is dit geloof? Er is geen spoor van onderwerping in deze ‘overtuigingen’, en geen enkele ervan strookt met Gods vereisten voor de mens. Deze overtuigingen komen puur voort uit het perspectief van persoonlijk gewin. God drukt de waarheid uit en werkt aan mensen. Wanneer heeft God ooit gezegd dat Hij mensen in staat zal stellen een gelukkig leven te leiden, boven anderen te staan, of welvarend en succesvol te zijn, met onbegrensde vooruitzichten? (Nooit.) Dus waarom beschouwen ze hun eigen ‘geloof’ als zo kostbaar? Ze zeggen zelfs dat ze nooit meer in God zullen geloven. Is hun geloof iets waard? Aanvaardt God het? Ze hebben geen spoor van de waarheidswerkelijkheid, geen spoor van onderwerping aan God, ze willen alleen maar zegeningen, voordelen en profijt van God verkrijgen, en dat noemen ze in God geloven. Is dit geen godslastering jegens God? Dit soort mensen is vervuld van noties en bezeten door de bedoeling om zegeningen te verkrijgen. Ze ervaren Gods werk totaal niet en beoefenen Gods woorden niet. Het doel en het motief van alles wat ze doen, is volledig gericht op het belang van hun eigen vlees. Ze hebben een hoge dunk van zichzelf en beschouwen hun zogenaamde geloof in God als bijzonder kostbaar. Als je geloof in God zo kostbaar en nobel is, waarom kun je dan, wanneer God een kleine omgeving voor je schept, de waarheid er niet uit begrijpen of standvastig staan in je getuigenis? Hoe zit dat? Wanneer God je geloof beproeft, wat geef je Hem dan terug? Zijn de misvattingen, klachten en weerstand die je Hem teruggeeft soms wat Hij wil? Stroken die met de waarheid? Duidelijk niet. Dat deze mensen openlijk noties in de kerk kunnen verspreiden, bewijst dan ook één ding: ze kennen God niet en geloven al helemaal niet dat God soeverein is over alles. De god waarin zij geloven, bestaat simpelweg niet. Wanneer deze mensen openlijk noties verspreiden om meer mensen te misleiden en mee te trekken in het tarten, veroordelen en lasteren van God, kondigen ze onbewust publiekelijk aan dat ze niet langer volgelingen van God zijn, niet langer gelovigen, en niet langer schepselen onder de heerschappij van de Schepper. De noties die ze verspreiden zijn geen simpele ideeën of uitspraken; veeleer hebben ze in hun hart al een onoverbrugbare barrière tegen God opgeworpen. Ze zijn er in hun hart van overtuigd geraakt dat het juist is en de goede manier van praktiseren is om God, hun relatie met Hem en Zijn woorden en werk te benaderen vanuit menselijke noties en verbeeldingen. Wanneer zulke mensen openlijk noties verspreiden in het kerkleven, behoren ze dan te worden ingeperkt? Of moeten ze, gezien hun kleine gestalte en oppervlakkige fundament, de vrijheid krijgen om hun opvattingen te uiten en voldoende tijd en ruimte krijgen om berouw te tonen? Wat is de juiste handelwijze? (Hen stoppen en inperken is gepast.) Waarom is hen stoppen en inperken gepast? Sommige mensen zeggen: “Als je hen inperkt en niet vrijuit laat spreken, en ze stoppen met geloven en komen niet meer naar de bijeenkomsten, zou dat hen dan niet schaden? Dat zou zo jammer zijn! Wil God niet liever alle mensen redden dan dat er ook maar één ten onder gaat? Zelfs een enkel verloren schaap moet worden teruggehaald – na alle moeite om een verloren schaap terug te halen, zou Hij het dan toch weer verloren kunnen laten gaan?” Zijn deze woorden correct? (Nee.) Waarom zijn ze niet correct? (Omdat zulke mensen niet oprecht in God geloven; ze geloven alleen in God in de hoop zegeningen te verkrijgen, en hun geloof is vermengd met onzuiverheden.) Wie heeft er geen onzuiverheden vermengd met zijn geloof in God? Heb jij die niet? Is dit een geldige reden? Denk aan de uitspraak van zulke mensen: “Ik zal nooit meer in god geloven.” Wat voor woorden zijn dat? Is er enig verschil tussen dit en de godslastering van ongelovigen, duivels en Satan? (Nee.) Wat is de implicatie van deze uitspraak? “Ik heb geen geloof meer in god. Vroeger geloofde ik met heel mijn hart in god en volgde ik hem, maar god zegende me niet. In plaats daarvan schiep hij zulke omgevingen om het me moeilijk te maken en me te laten struikelen. Wat god zegt, komt totaal niet overeen met wat hij doet, dus ik durf niet meer in god te geloven! Ik was vroeger zo dwaas. Ik heb voor god dingen opgeofferd, me ingezet en zoveel tegenspoed verdragen, maar zag geen bescherming van god toen ik werd gearresteerd en vervolgd door de grote rode draak. Het bedrijf van mijn familie deed het ook niet zo goed als dat van anderen, ik verdiende niet zoveel geld als anderen, en mijn ouders bleven ziek. Ik heb niets gewonnen door jarenlang in god te geloven. Zei god niet dat hij mensen rijkelijk zou zegenen? Welke zegeningen heb ik van god ontvangen? Gods woorden zijn totaal niet uitgekomen, dus ik zal nooit meer in god geloven!” De uitspraak “Ik zal nooit meer in god geloven!” Bevat zoveel. Ze is vervuld van klachten, ontevredenheid en misvattingen jegens God. Kortom, nadat ze met een mentaliteit van wensdenken tegenspoed hadden verdragen en zich hadden ingezet, schonk God hun geen zegeningen volgens hun eisen, noch vergoedde of beloonde God hen volgens hun noties en verbeeldingen, dus werden ze ontevreden en vervuld van wrok jegens God, en het was onder zulke omstandigheden dat ze deze zin uitspraken. Deze zin kwam niet uit de lucht vallen; tegen de tijd dat ze die uitspraken, hadden ze al veel gedragingen en uitingen vertoond en waren ze al onthuld. Wat is het probleem met de relatie van zulke mensen met God? Wat is het grootste probleem in hun relatie met God? Het is dat ze zichzelf nooit als een schepsel hebben beschouwd, en God nooit ook maar enigszins hebben beschouwd als de Schepper om te aanbidden. Vanaf het begin van hun geloof in God behandelden ze God als een geldboom, een schatkist; ze beschouwden Hem als een bodhisattva om hen te verlossen van lijden en rampspoed, en beschouwden zichzelf als een volgeling van deze bodhisattva, dit idool. Ze dachten dat geloven in God hetzelfde was als geloven in Boeddha, waarbij ze, enkel door vegetarisch te eten, geschriften te reciteren en regelmatig wierook te branden en te knielen, konden krijgen wat ze wilden. Zo speelden alle verhalen die zich ontwikkelden nadat ze in God gingen geloven, zich af binnen het domein van hun noties en verbeeldingen. Ze vertoonden geen van de uitingen van een schepsel dat de waarheid van de Schepper aanvaardt, noch vertoonden ze enige uitingen van de onderwerping die een schepsel jegens de Schepper zou moeten hebben; er was alleen voortdurend eisen, voortdurend berekenen en onophoudelijk verzoeken. Dit alles leidde uiteindelijk tot de breuk in hun relatie met God. Zo’n relatie is puur transactioneel en kan nooit standhouden; het is slechts een kwestie van tijd voordat zulke mensen worden onthuld. Zelfs als ze deelnemen aan het kerkleven, geen noties verspreiden en af en toe communiceren over hoe God hen heeft geleid, hoe God hen heeft gezegend, wat ze hebben genoten, enzovoort, gaat het merendeel van waar ze over praten over de genade, het genot en de vleselijke voordelen die ze van God hebben ontvangen. Deze gesprekken staan volledig los van de waarheid en van onderwerping aan God, en ze missen totaal enige waarheidswerkelijkheid. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, tonen ze geloof in God en liefde jegens Hem, en verdraagzaamheid en geduld jegens andere mensen, alles om één doel te bereiken: alle zegeningen van God verkrijgen. Wanneer God de genade, voordelen en materiële weldaden die ze genoten, wegneemt, worden hun noties onthuld. Deze mensen, gedreven door eigenbelang en met prioriteit voor persoonlijk gewin, ontsteken in woede zodra ze niet ontvangen wat ze verlangen; ze beginnen noties te verspreiden om hun ontevredenheid met God te uiten, terwijl ze ook proberen meer mensen aan te trekken om met hen te mee te leven en hun noties over God te aanvaarden. Moeten zulke mensen worden gestopt en ingeperkt? (Ja.) De onderwerpen, gedachten en zienswijzen waarover ze communiceren, weerspiegelen geen zuiver begrip van de waarheid, noch helpen ze mensen zich aan God te onderwerpen en een oprecht geloof in Hem te hebben. In plaats daarvan leiden ze mensen weg van God, veroorzaken ze misvattingen, achterdocht en zelfs afwijzing van God, en zorgen ze ervoor dat degenen die luisteren naar de noties die deze mensen verspreiden, zichzelf in stilte waarschuwen: “Ik zal nooit meer in god geloven,” net als zij. Dit is de verstoring die de noties die door zulke mensen worden verspreid, bij anderen veroorzaken.

2. Het verspreiden van noties over Gods woorden en werk

Deze mensen die noties verspreiden, gebruiken hun eigen noties om Gods woorden te meten, Gods werk te meten, en ook Gods essentie en Gods gezindheid te meten. Zij geloven in God vanuit hun noties, bezien God vanuit hun noties, en observeren en onderzoeken vanuit hun noties nauwkeurig elk woord dat God spreekt, elk werk dat God doet en elke omgeving die God arrangeert. Wanneer wat God doet overeenstemt met hun noties, prijzen ze God luidkeels en zeggen ze dat God rechtvaardig is, dat God trouw is en dat God heilig is. Wanneer wat God doet niet overeenstemt met hun noties, hun belangen ernstige schade lijden en ze grote pijn doorstaan, treden ze naar voren om de woorden die God spreekt en het werk dat Hij doet te ontkennen; ze verspreiden zelfs noties om meer mensen aan te zetten God verkeerd te begrijpen en op hun hoede voor Hem te zijn, en zeggen dan: “Geloof gods woorden niet zomaar en beoefen gods woorden ook niet zomaar; anders neemt niemand er de verantwoordelijkheid voor als je benadeeld wordt en schade lijdt”, enzovoort. God zegt bijvoorbeeld: “Degenen die zich oprecht voor Mij uitputten, zal Ik zeker groots zegenen” – zijn deze woorden niet de waarheid? Deze woorden zijn honderd procent de waarheid. Ze bevatten geen impulsiviteit of bedrog. Het zijn geen leugens of hoogdravende ideeën, en nog veel minder zijn ze een soort geestelijke theorie – ze zijn de waarheid. Wat is de essentie van deze woorden van waarheid? Het is dat je oprecht moet zijn wanneer je je voor God inzet. Wat betekent ‘oprecht’? Bereidwillig en zonder onzuiverheden; niet gemotiveerd door geld of roem, en zeker niet voor je eigen intenties, verlangens en doelen. Je zet je niet in omdat je gedwongen wordt, of omdat je wordt aangezet, overgehaald of meegetrokken, maar het komt veeleer van binnenuit, bereidwillig; het is geboren uit geweten en rede. Dit is wat het betekent om oprecht te zijn. Wat betreft de bereidheid om je voor God in te zetten, is dit wat het betekent om oprecht te zijn. Hoe uit oprechtheid zich dan in praktische termen wanneer je je voor God inzet? Je houdt je niet bezig met valsheid of bedrog, neemt je toevlucht niet tot slinkse streken om werk te vermijden en handelt niet plichtmatig; je zet je met heel je hart en ziel in, doet alles wat je kunt, enzovoort – er zijn hier te veel details om op te noemen! Kortom, oprechtheid omvat de waarheidsprincipes. Er is een norm en een principe achter Gods vereisten voor de mens. Sommige mensen zeggen: “Als ik in mijn geloof in god mijn oprechtheid en al mijn schamele spaargeld offer, zal ik dan meer krijgen? Als ik meer kan krijgen, dan is het de moeite waard om alles te offeren!” Nadat ze hebben geofferd, zien ze dat God hen niet heeft gezegend en overpeinzen ze: misschien heb ik niet genoeg geofferd, dus ik offer nog wat meer. Ik ga eropuit om het evangelie te prediken. Wanneer ze moeilijkheden tegenkomen tijdens het prediken van het evangelie, bidden ze. Soms, wanneer ze maaltijden overslaan en niet goed slapen, blijven ze toch bidden. Ze denken: God zei dat degenen die zich oprecht voor God inzetten, zeker rijkelijk gezegend zullen worden. Misschien is mijn oprechtheid nog niet genoeg, dus ik zal meer bidden. Door gebed krijgen ze geloof en deert het hun niet om een beetje tegenspoed te doorstaan. Ze beginnen echt wat resultaten te zien van het prediken van het evangelie en denken: nu heb ik enige oprechtheid. Ik haast me naar huis om te zien of het leven van mijn gezin is verbeterd, of de ziekte van mijn kind is verbeterd en of het familiebedrijf soepel loopt – of er zegeningen van god zijn of niet. Is dit je oprecht inzetten voor God? (Nee.) Wat is dit? (Een transactie.) Dit is een transactie met God aangaan. Ze gebruiken hun eigen methoden en wat zij op basis van hun noties als ‘oprechtheid’ beschouwen om te doen wat ze willen en daaruit te verkrijgen wat ze verlangen. Ze gebruiken voortdurend de ‘oprechtheid’ zoals zij die begrijpen om deze woorden van God te verifiëren. Ze spieden constant naar wat God precies van plan is te doen, wat Hij heeft gedaan en wat Hij niet heeft gedaan, en speculeren voortdurend of God hen zal zegenen of niet, en of Hij van plan is hen rijkelijk te zegenen. Ze berekenen voortdurend wat ze hebben geofferd en hoeveel ze zouden moeten krijgen, of God hun dat heeft gegeven en of Gods woorden in vervulling zijn gegaan. Ze zijn voortdurend op zoek naar feiten waarmee ze Gods uitspraak op de proef kunnen stellen. Terwijl ze zich voor God inzetten, willen ze altijd verifiëren of Gods woorden waar zijn. Hun doel is om te zien of het zich inzetten voor God hun Zijn zegeningen kan opleveren. Ze testen God voortdurend en willen altijd Gods zegeningen over zichzelf zien om zo Zijn woorden te bevestigen. Wanneer ze ontdekken dat Gods woorden niet zo gemakkelijk in vervulling gaan als ze zich hadden voorgesteld en het moeilijk is om de waarachtigheid van Gods woorden te bevestigen, worden hun noties over God nog ernstiger. Tegelijk beginnen ze er vast van overtuigd te raken dat niet elk woord dat God spreekt noodzakelijkerwijs de waarheid is. Met dit verborgen in hun hart, beginnen ze aan God te twijfelen en Hem in twijfel te trekken, en ontwikkelen ze vaak noties over Hem. Deze mensen, met hun harten vol noties, onthullen van tijd tot tijd enkele van hun noties over God tijdens het kerkleven en in de omgang met de broeders en zusters. Ze ontwikkelen noties over Gods woorden en gebruiken hun noties ook om Gods werk te meten. Wanneer Gods werk consequent niet overeenstemt met hun noties en volledig in strijd is met hun verwachtingen, verspreiden ze hun noties om hun ontevredenheid over God te uiten. God zegt bijvoorbeeld dat Zijn werk zijn einde nadert en dat mensen alles moeten verzaken om God te volgen en zich voor Hem in te zetten, met Gods werk mee te werken en niet langer wereldse vooruitzichten, een harmonieus huishouden en dergelijke na te streven. Nadat God deze woorden heeft gesproken, blijft God veel werk doen. Er gaan drie, vijf, zeven of acht jaar voorbij, en sommige mensen zien dat Gods werk nog steeds gestaag vordert, zonder tekenen dat Zijn werk eindigt of dat de grote catastrofes op handen zijn en gelovigen allemaal hun toevlucht hebben gevonden. Degenen die hun noties gebruiken om Gods werk te meten, kunnen niet wachten tot Gods werk snel eindigt, zodat gelovigen kunnen delen in de wonderbaarlijke zegeningen van God. Maar God handelt niet op deze manier; Hij volbrengt deze zaak niet volgens menselijke noties en verbeeldingen. Degenen die niet kunnen wachten, worden rusteloos en beginnen argwaan te koesteren, en zeggen: “Nadert gods werk niet al zijn einde? Hoort het niet snel te eindigen? Zei god niet dat de grote catastrofes op handen zijn? Waarom doet gods huis nog steeds zoveel werk? Wanneer precies zal gods werk eindigen? Wanneer is het afgelopen?” Deze mensen zijn niet in het minst geïnteresseerd in de waarheid of in Gods vereisten. Ze hebben geen interesse in het beoefenen van de waarheid, zich te onderwerpen aan God, of te ontsnappen aan Satans invloed om redding te verwerven. Ze zijn alleen, en vooral, geïnteresseerd in zaken als wanneer Gods werk zal eindigen, of hun uitkomst leven of dood zal zijn, wanneer ze het koninkrijk kunnen binnengaan om van zegeningen te genieten, en hoe de prachtige taferelen van het koninkrijk eruit zullen zien. Dit zijn hun grootste zorgen. Daarom zeggen ze, nadat ze een periode hebben volhard en zien dat de hemel en de aarde onveranderd blijven en dat de landen van de wereld hun normale gang blijven gaan: “Wanneer zullen deze woorden van god uitkomen? Ik wacht al meerdere jaren – waarom zijn ze nog niet uitgekomen? Kunnen gods woorden echt uitkomen? Houdt god zich aan zijn woord of niet?” En dus verliezen deze mensen hun geduld, worden rusteloos en beginnen ze naar kansen te zoeken om terug te keren naar de wereld om hun eigen leven te leiden.

Gods werk en de waarheden die God uitdrukt, overstijgen altijd de menselijke verbeelding en gaan altijd de menselijke noties te boven. Hoe mensen het ook proberen, ze kunnen die niet doorgronden of meten. Ze weten niet precies wat de methoden van Gods werk zijn of welke doelen het beoogt te bereiken, dus beginnen sommigen uiteindelijk te twijfelen: bestaat god echt? Waar is god precies? God blijft waarheden uitdrukken, maar drukt hij er niet te veel uit? Zei god niet dat hij ons zijn koninkrijk binnen zou brengen? Wanneer kunnen we het koninkrijk van de hemel binnengaan? Hoe komt het dat deze dingen nog niet zijn uitgekomen of vervuld? Hoeveel jaar zal het precies nog duren? Er wordt altijd gezegd dat gods dag nabij is, maar dit ‘nabij’ wordt nu al jaren gezegd – waarom is het zo ver weg en lijkt er geen einde aan te komen? Ze denken niet alleen zo, maar ze verspreiden deze twijfels overal. Welk probleem duidt dit aan? Waarom begrijpen ze, na zoveel preken te hebben gehoord, de waarheid nog steeds totaal niet? Waarom gebruiken ze altijd menselijke noties en verbeeldingen om Gods werk te beperken? Waarom kunnen ze deze dingen niet bezien volgens Gods woorden? Kunnen ze Gods bestaan bevestigen en een pad naar redding vaststellen door middel van Gods woorden? Begrijpen ze dat al deze woorden die God spreekt en alles wat Hij doet, bedoeld zijn om mensen te redden? Begrijpen ze dat mensen alleen door de waarheid te verkrijgen en redding te verwerven alle zegeningen kunnen ontvangen die God de mensheid heeft beloofd? Uit wat ze zeggen en de noties die ze verspreiden, blijkt dat ze fundamenteel niet begrijpen wat God precies doet, of wat precies het doel is van al dit werk dat God doet en al deze woorden die Hij spreekt. Het zijn gewoon niet-gelovigen! Wat hebben ze gewonnen na zoveel jaren naar preken te hebben geluisterd en in Gods huis te hebben aangemodderd? Ze hebben niet eens vastgesteld of God bestaat; ze hebben hier geen definitief antwoord op. Welke rol spelen ze in de kerk? Nadat ze een tijdje arbeid hebben verricht zonder zegeningen te ontvangen, verspreiden ze gewetenloos noties om anderen te misleiden en te verstoren. De dingen die ze terloops zeggen, zijn oordelen tegen God en Zijn werk. Sommigen van hen zeggen: “Ik dacht vroeger dat gods werk in drie tot vijf jaar voltooid zou zijn; ik had niet verwacht dat het na tien jaar nog steeds niet klaar zou zijn. Wanneer zal dit werk voltooid zijn? Er worden alsmaar getuigenisartikelen geschreven, er worden voortdurend video’s van uitvoeringen van gezangen en films gemaakt, en het evangelie wordt voortdurend gepredikt – wanneer houdt het op?” Ze vragen zelfs aan anderen: “Denken jullie niet hetzelfde? Nou, wat jullie ook denken, dat is wat ik denk. Ik ben een eerlijk iemand; ik zeg wat ik op mijn hart heb, in tegenstelling tot sommige mensen die niet zeggen wat ze op hun hart hebben en alles opkroppen.” Wat zijn ze ‘eerlijk’, dat ze alles durven te zeggen! Erger nog, ze zeggen: “Als gods werk niet snel eindigt, ga ik gewoon een baan zoeken, wat geld verdienen en mijn leven leiden. In al die jaren dat ik in god geloof, heb ik zoveel lekker eten, zoveel leuke plekken, zoveel materieel genot gemist! Als ik niet in god geloofde, dan had ik nu in een villa gewoond, een auto gehad en was ik de afgelopen jaren misschien al meerdere keren de wereld rondgereisd. Terugkijkend was het leven zonder geloof in god best goed; ik was behoorlijk gelukkig. Hoewel het een beetje leeg was, kon ik genieten van vleselijke genoegens, goed eten en drinken, en doen wat ik wilde, zonder enige beperking. In de jaren dat ik in god geloof, heb ik zoveel geleden en ben ik te streng voor mezelf geweest! Hoewel ik een beetje waarheid heb verkregen en me wat zekerder voel in mijn hart, kunnen deze waarheden die vleselijke genoegens niet vervangen! Bovendien eindigt gods werk nooit en verschijnt god nooit aan de mensen, dus voel ik me nooit echt zeker. Ze zeggen dat het begrijpen en verkrijgen van de waarheid vrede en vreugde brengt, maar wat heb je aan vrede en vreugde? Ik heb nog steeds geen vleselijk genot!” Deze gedachten zijn talloze keren door hun hoofd gegaan en ze hebben ze vele malen voor zichzelf herhaald. Wanneer ze geloven dat hun noties voldoende gerechtvaardigd zijn om stand te houden en ze het gevoel hebben dat de tijd rijp is en ze voldoende gekwalificeerd zijn om op Gods werk te vitten, kunnen ze niet anders dan de hierboven aangehaalde opmerkingen en noties verspreiden. Ze verspreiden hun ontevredenheid over God en hun noties en misvattingen over Gods werk, in een poging meer mensen te misleiden zodat ze God en Zijn werk verkeerd begrijpen. Natuurlijk zijn er ook sommigen met bijbedoelingen die willen voorkomen dat meer mensen zich voor God inzetten, en willen dat ze hun huidige plichten opgeven en God verwerpen; als de kerk zou worden ontbonden, zou dat voor hen het allerbeste zijn. Wat is hun doel? “Als ik geen zegeningen kan krijgen, hoeven jullie er ook niet op te hopen. Ik zal de boel voor jullie allemaal verpesten, zodat niemand van jullie een kans heeft om de de waarheid of de door god beloofde zegeningen te verkrijgen!” Omdat ze geen kans zien op het verkrijgen van zegeningen, verliezen ze het geduld om nog langer te wachten. Ze verkrijgen zelf geen zegeningen en gunnen het anderen ook niet dat die ze verkrijgen. Daarom uiten ze, wanneer ze noties verspreiden, in zekere zin hun ontevredenheid. Ze klagen ze dat niets van Gods werk overeenstemt met menselijke noties en verbeeldingen en dat Gods werkwijze geen rekening houdt met de gevoelens van mensen. Tegelijkertijd willen ze meer mensen misleiden en meeslepen in het verkeerd begrijpen van en klagen over God, het ontwikkelen van noties over God en het verliezen van het geloof. Ze willen dat meer mensen God in de steek laten vanwege hun misvattingen en noties over Hem, net zoals zij hebben gedaan.

B. Hoe om te gaan met mensen die noties verspreiden

Welke gevolgen heeft het wanneer iemand in de kerk noties en ontevredenheid over God verspreidt? Heeft het een rechtstreekse invloed op de resultaten van het kerkleven? Verstoort het het normale kerkleven en het werk van de kerk? (Ja.) Dit tast het geloof van mensen in God aan en beïnvloedt hun vermogen om hun plichten normaal te vervullen. Daarom moeten degenen die noties verspreiden, worden ingeperkt. Zelfs als ze zulke dingen slechts af en toe uiten, moeten ze worden ingeperkt en onderscheiden. Kijk naar hun menselijkheid: is hun verspreiden van noties te wijten aan tijdelijke negativiteit en zwakheid, of is het een probleem met hun aard-essentie – of ze consequent de waarheid niet nastreven en opzettelijk noties verspreiden om meer mensen te misleiden en het kerkleven te verstoren en te beschadigen. Als het slechts om incidentele negativiteit en zwakheid gaat, volstaat het hen te ondersteunen en te helpen door middel van communicatie over de waarheid. Als ze geen gehoor geven aan advies en doorgaan met het verspreiden van noties en het verstoren van het kerkleven – en zelfs anderen negatief en zwak maken, wat hun vermogen om hun plicht normaal te vervullen beïnvloedt – dan betekent dat dat ze dienaren van Satan zijn en volgens de principes moeten worden verwijderd. Waarom hun geen tweede kans geven? Vinden jullie dat zulke mensen niet-gelovigen zijn? (Ja.) Ongeacht hoe hun menselijkheid is, zijn zulke mensen niet-gelovigen. Niet-gelovigen zijn als het onkruid tussen de tarwe – ze moeten worden uitgetrokken. Als ze slechts enkele uitingen van niet-gelovigen vertonen, geen verstoringen in het kerkleven hebben veroorzaakt en nog steeds als vrienden van de kerk dienst kunnen doen, kunnen ze met rust worden gelaten. Maar degenen die voortdurend noties verspreiden, uiten altijd de standpunten en opmerkingen van niet-gelovigen. Ze zeggen dingen niet zomaar; hun doel is om meer mensen op te hitsen, te misleiden en naar hun kant te trekken om hen afstand van God te laten nemen. Hun bedoeling is: als ik geen zegeningen kan verkrijgen, geloof ik niet meer. Niemand van jullie moet hopen zegeningen te verkrijgen, en jullie moeten ook niet geloven! Als jullie blijven geloven, wat als jullie volharden en op een dag uiteindelijk zegeningen verkrijgen – brengt dat mij dan niet in een lastig parket? Hoe zou ik me dan innerlijk in evenwicht kunnen voelen? Dat kan niet. Om toekomstige spijt te voorkomen, zal ik jullie verstoren en jullie geloof wankel maken, ervoor zorgen dat jullie afstand nemen van god, god verraden en samen met mij de kerk verlaten – dat zou het beste zijn. Dit is hun doel. Moeten zulke niet-gelovigen niet worden verwijderd? (Ja.) Ze moeten worden verwijderd. Als sommige niet-gelovigen ophouden te geloven, zal de kerk eenvoudigweg hun boeken met Gods woorden terugnemen en hen uitschrijven. Er zijn andere niet-gelovigen die enige positieve gevoelens hebben over het geloof in God en jegens gelovigen. Zij spelen geen positieve rol in de kerk; ze helpen slechts af en toe als vrienden van de kerk. Ook al streven zulke mensen de waarheid niet na of communiceren ze niet over de waarheid, ze verspreiden geen noties en verstoren ze het kerkleven niet. Zolang ze een beetje dienst kunnen doen, mogen ze in de kerk blijven en hoeven ze niet te worden verwijderd. Voor die niet-gelovigen die voortdurend noties verspreiden, mag echter geen genade worden getoond. Ze verspreiden hun noties en misvattingen over God, verstoren het kerkleven en veroorzaken hinder en verstoringen in het werk van de kerk. Deze niet-gelovigen zijn dienaren van Satan. Ze hebben noties; ze zoeken echter niet alleen de waarheid niet om die op te lossen, maar ze verspreiden hun noties zelfs om Gods uitverkorenen te misleiden. Ze verraden God en willen een paar anderen meesleuren in hun ondergang. Met dit soort bedoelingen verstoren ze het werk van de kerk. Kan God hen vergeven? Nee, ze mogen niet worden gespaard. Dit is geen kwestie van hen moeten inperken of isoleren; ze moeten worden weggezuiverd en voor altijd worden geschrapt, zonder enige clementie te tonen!

Sommige mensen in de kerk streven nooit de waarheid na en begrijpen nooit hoe God werkt om mensen te redden. Na bepaalde dingen te hebben ervaren, ontwikkelen ze misvattingen, weerstand en klachten jegens God; sommige dingen die ze zeggen en doen, dienen om noties te verspreiden. De noties die ze verspreiden zijn niet slechts afwijkingen in het begrip van Gods woorden en werk of misvattingen over God. Sommige zijn ernstiger en ontkennen rechtstreeks dat Gods woorden de waarheid zijn – ze oordelen en veroordelen God volkomen. En andere noties die ze verspreiden, vallen God zelfs openlijk aan en lasteren Hem. Ze ontleden hun eigen verdorvenheid en opstandigheid niet en proberen die ook niet te leren kennen met een hart van onderwerping, vanuit het perspectief van een schepsel of een volgeling van God. Evenmin aanvaarden ze de waarheid en communiceren ze over hun begrip van Gods werk en hun inzicht in Zijn bedoelingen. De noties die ze uiten staan lijnrecht tegenover deze positieve begrippen. Wanneer anderen hun noties horen, krijgen ze geen inzicht in God, noch ontwikkelen ze een oprecht geloof, en uiteraard groeit hun geloof in God ook niet. In plaats daarvan wordt hun geloof in God vaag, neemt af of gaat zelfs helemaal verloren. Tegelijkertijd wordt de visie op Gods werk voor hen onduidelijk. Hoe meer mensen naar de noties luisteren die zij verspreiden, hoe verwarder hun hart wordt, tot op het punt dat het hun onduidelijk wordt waarom ze in God moeten geloven en ze gaan twijfelen of God wel bestaat. Of Gods woorden de waarheid zijn, of Gods woorden en werk mensen kunnen zuiveren en redden, en andere soortgelijke kwesties – over dit alles raken ze in de war en gaan ze twijfelen. Wanneer mensen de noties en misvattingen horen die door zulke individuen worden verspreid, beginnen ze te twijfelen aan God en worden ze op hun hoede voor Hem; in hun hart beginnen ze God te beperken, ontwikkelen misvattingen en klachten jegens God, en nemen zelfs innerlijk afstand van Hem. Dit is zeer problematisch. Zodra ze deze negatieve gedachten, opvattingen, plannen en voornemens hebben, wordt het duidelijk dat de informatie en opmerkingen die ze hebben aanvaard niet in overeenstemming zijn met de behoeften van de normale menselijkheid, laat staan met de waarheid – het is honderd procent zeker dat ze van Satan komen. Ongeacht de bedoelingen of motieven van degenen die noties verspreiden, of ze nu opzettelijk of onopzettelijk drogredenen en ongegronde geruchten verspreiden, zolang ze een schadelijke invloed hebben in de kerk, moeten ze worden ingeperkt. Natuurlijk, als zulke mensen buiten het kerkleven worden ontdekt en onderscheiden, moeten ze ook onmiddellijk worden gestopt en ingeperkt. Als iemand die de waarheid begrijpt, Gods woorden of zijn eigen begrip kan gebruiken om degenen die zulke dingen verspreiden te weerleggen en te ontmaskeren, en zo de broeders en zusters helpt hen te onderscheiden, is dat nog beter. Dit is strijden tegen Satan. Als je de gestalte mist, moet je leren hen te onderscheiden en bij hen uit de buurt te blijven. Als je de gestalte hebt, moet je hen ontmaskeren. Durven jullie dit te doen? Weten jullie hoe je dit moet doen? Dit onthult het meest of iemand de waarheidswerkelijkheid bezit. Wanneer sommige nieuwe gelovigen de noties en misvattingen horen die zulke mensen over God verspreiden, zijn ze geschokt en zeggen: “Hoe kan iemand die in God gelooft zo spreken?” Als mensen zonder fundament deze noties en drogredenen horen, zullen ze dan negatief en zwak worden? Zullen ze deze drogredenen aanvaarden? Zullen ze worden misleid en de kerk verlaten? Dit is allemaal mogelijk. Wanneer iemand die noties verspreidt zegt: “Ik zal nooit meer in god geloven”, geeft dit, ongeacht in welke gesteldheid hij zich bevindt wanneer hij dit zegt, aan dat hij het geloof in God volledig heeft verloren en een niet-gelovige is. Ongeacht zijn doel met het verspreiden van zulke woorden, kun je er enige opbouw uit halen als je ze hoort? (Nee.) Wanneer je zwak bent en deze woorden hoort, zou je kunnen voelen: deze persoon deelt mijn leed; wanneer hij over zijn noties praat, is het alsof hij mijn diepste gedachten verwoordt. Echter, als iemand met geloof deze woorden hoort, zou hij denken: dit is schandalig opstandig! Hoe kunnen zulke woorden worden uitgesproken? Is dit geen godslastering? Ik zou zoiets niet durven zeggen, want het beledigt Gods gezindheid! Het feit dat hij deze noties kunnen verspreiden, geeft aan dat deze gedachten lang geleden zijn ontstaan en in zijn hart al wortel hebben geschoten. Als zulke gedachten net beginnen te vormen en zich nog in een beginstadium bevinden, en ze zich nog niet volledig tot noties hebben ontwikkeld, toont dit, zolang hij ze niet uitspreekt en anderen niet heeft misleid of verstoord, aan dat hij enige rede heeft; hij kan zijn tong in bedwang houden en zo de consequentie van verwijdering vermijden. Maar als hij zich uitspreekt en het kerkleven verstoord, dan kan er geen sprake meer zijn van toegeeflijkheid; hij moet worden ontmaskerd en verwijderd. Mensen die de waarheid niet liefhebben en het vermogen missen om de waarheid te begrijpen, zijn geneigd vaak noties te ontwikkelen. Maar degenen die vaak Gods woorden lezen en bevattingsvermogen hebben, zullen de waarheid zoeken om hun noties op te lossen, zelfs als die opkomen. Degenen die veelvuldig noties verspreiden, worden door Gods werk onthuld en geëlimineerd; het zijn mensen die de waarheid volstrekt niet liefhebben en de waarheid niet kunnen aanvaarden, ze zijn allemaal afkerig van de waarheid en haten de waarheid. Dit staat buiten kijf.

In het kerkleven in verschillende landen en plaatsen bestaat het probleem van het verspreiden van noties zeker, omdat mensen die de waarheid niet liefhebben alomtegenwoordig zijn. Degenen die de waarheid niet nastreven, degenen die afkerig zijn van de waarheid, degenen die vleselijk genot zoeken, evenals niet-gelovigen, kwaadaardige mensen en anderen, koesteren, omdat ze de waarheid niet nastreven, altijd noties over Gods woorden en over de geïncarneerde God. Hun hart is vervuld van noties, vol van verbeeldingen over God en eisen aan Hem, en ze kunnen niet elk woord dat God zegt zuiver bevatten en begrijpen; ze begrijpen die alleen op basis van hun eigen noties, voorkeuren en zelfs hun persoonlijke winst en verlies. Hun hart is vervuld van diverse noties, verbeeldingen en onredelijke eisen aan God, samen met diverse misvattingen en oordelen over God, enzovoort. Daarom is het voor deze mensen vanzelfsprekend om noties te verspreiden – dit is niets nieuws. Zolang zulke mensen bestaan, zal het verspreiden van noties van tijd tot tijd voorkomen en kan het op elk moment gebeuren. Wanneer iets wat God zegt of doet niet strookt met hun noties en wensen, en wanneer het hun belangen schaadt, ontsteken ze in woede, komen ze op voor hun eigen belangen en binden ze de strijd aan met God en Zijn werk. Deze mensen staan altijd in oppositie tot de waarheid en tot God, en analyseren en onderzoeken nauwkeurig Gods woorden, Gods gezindheid en Gods werk. Nauwkeurig onderzoeken en toetsen ze voortdurend de juistheid van Gods woorden en werk, daarnaast willen ze verifiëren of het geïncarneerde vlees van God overeenkomt met Gods identiteit en status. Tijdens hun verificatieproces vinden ze het erg moeilijk om tot nauwkeurige antwoorden te komen; in hun ogen is het zelfs erg moeilijk voor Gods woorden om vervuld te worden en uit te komen. Daarom hebben ze veel te zeggen wanneer ze noties verspreiden. Ze verspreiden hun noties ongeacht tijd, plaats of context. Telkens wanneer ze op enigerlei wijze ontevreden zijn over God, meten ze de dingen aan de hand van hun noties. Als Gods woorden en werk niet stroken met hun noties, uiten ze snel hun noties. Wij kenmerken deze manier van uiten als verspreiden. Waarom wordt het ‘verspreiden’ genoemd? Omdat de dingen die ze uiten geen positief effect hebben op Gods uitverkorenen, het kerkleven of het werk van Gods huis. In plaats daarvan veroorzaken ze alleen verstoringen, hinder en schade. Daarom is het nauwkeurig om het uiten van zulke opmerkingen ‘verspreiden’ te noemen.

Nadat je wat basisonderscheidingsvermogen hebt verkregen over de kwestie van het verspreiden van noties, moet je de diverse foutieve noties en opmerkingen van mensen ontleden en onderscheiden op basis van de waarheid, en ze vervolgens aanpakken en oplossen volgens de regels van Gods huis. Leiders en werkers hebben uiteraard een onontkoombare verantwoordelijkheid voor het oplossen van zulke problemen. Tegelijkertijd hebben alle uitverkorenen van God, na het beluisteren van deze communicatie, ook de plicht en verantwoordelijkheid om de mensen die noties verspreiden en hun woorden en gedragingen te ontmaskeren en te ontleden. Als je niet de moed hebt om hen te stoppen of in te perken, kun je met hen communiceren en debatteren op basis van Gods woorden en de waarheid die je begrijpt. Wat is het doel van zo’n debat? Het doel is om degenen met een kleine gestalte en geen begrip van de waarheid na het aanhoren van het debat te laten beseffen wiens woorden in lijn zijn met de waarheid, in plaats van dat ze op een verwarde manier worden misleid door de noties en drogredenen die door sommigen worden verspreid. Dit is gunstig voor Gods uitverkorenen en voor het kerkleven. Wanneer wordt ontdekt dat iemand woorden spreekt die niet in lijn zijn met de waarheid – of het nu menselijke noties of drogredenen zijn – zou er een debat moeten plaatsvinden. Zulke debatten zijn stichtend voor mensen. Op zijn minst kunnen toeschouwers na het beluisteren van deze debatten duidelijk zien dat de woorden van degenen die noties verspreiden inderdaad noties zijn. Ze kunnen dan begrijpen welke aspecten van deze noties niet stroken met de waarheid, wat de essentie van de noties is, waarom ze niet in overeenstemming zijn met de waarheid, waarom ze als noties worden gekenmerkt, waarom de mensen die ze verspreiden moeten worden ingeperkt, enzovoort – ze kunnen een nauwkeurig inzicht in deze zaken krijgen, in plaats van op een verwarde manier te worden misleid en bespeeld. Hoewel de noties die door mensen worden verspreid enige verstoring en schade kunnen toebrengen aan de ingang in het leven van Gods uitverkorenen en aan het kerkleven, is het ervaren van deze dingen werkelijk geen slechte zaak voor mensen. Op zijn minst stelt het hen in staat te groeien in onderscheidingsvermogen, te zien wat de ware aard is van degenen die noties verspreiden, te zien welke gezindheden ze onthullen bij het verspreiden van noties, en het verschil te zien tussen de noties die ze verspreiden en de waarheid. Enerzijds zullen mensen in staat zijn deze opmerkingen te onderscheiden en er immuun voor te zijn. Anderzijds zullen ze ook enig onderscheidingsvermogen hebben met betrekking tot zulke mensen, en weten wat voor soort woorden worden gesproken door niet-gelovigen, door degenen die helemaal geen waarheid bezitten en vaak noties over God koesteren, en weten dat hun geloof niet oprecht is – op zijn minst kunnen mensen dit soort onderscheidingsvermogen verkrijgen. Als je deze problemen nog niet bent tegengekomen, moet je natuurlijk niet roekeloos bidden en zeggen: “O God, arrangeer alstublieft een omgeving voor mij zodat ik kan zien wat wordt bedoeld met ‘de noties die mensen verspreiden’.” Getuige zijn van het verspreiden van noties is geen spel en kan er gemakkelijk toe leiden dat je wordt misleid. En wanneer deze dingen wel gebeuren, moet je ze op de juiste manier aanpakken. Laat ze niet zomaar passeren en vermijd ze niet; ga er correct mee om en benader elke omgeving die God voor je heeft gearrangeerd met een serieuze en nauwgezette houding. Dit is de houding die een persoon die de waarheid nastreeft zou moeten hebben om de waarheid te verkrijgen. Wanneer je iemand tegenkomt die noties verspreidt, moet je leren tot God te bidden: “O God, wees alstublieft met mij, verlicht mij en begeleid mij, zodat ik deze woorden en dit type persoon kan onderscheiden, en stel mij ook in staat te herkennen of ik enige van de noties van deze mensen in mij heb.” Ga dan, na het bidden, en ervaar deze zaak. Natuurlijk zal dit ook het moment zijn waarop getest wordt hoeveel waarheid je werkelijk begrijpt en hoe groot je gestalte is. Wanneer iemand noties verspreidt en je, als je die hoort, geen innerlijke reactie of gedachten hebt, en in plaats daarvan net als een radio alle noties aanvaardt die ze uiten en verspreiden, zonder enige weerstand of enig vermogen om ze te verwerpen, en al helemaal zonder enig vermogen om ze te onderscheiden – is dat dan niet zeer problematisch? Sommige mensen voelen, wanneer ze iemand noties horen uiten, in hun hart dat wat er wordt gezegd verkeerd is, en ze willen met die persoon communiceren en debatteren, maar ze weten niet hoe ze zich gepast moeten uitdrukken, of hoe ze die persoon moeten ontmaskeren en ontleden. Ze zijn ook bang dat als ze er niet in slagen effectief weerwoord te bieden, ze een rood hoofd krijgen en, wanneer ze uiteindelijk worden verslagen, gezichtsverlies lijden en in een ongemakkelijke situatie terechtkomen, Ze willen het er echter ook niet bij laten zitten zonder te debatteren, en denken: ik heb naar veel preken geluisterd en begrijp behoorlijk wat, dus waarom ontbreken mij de woorden om hen te weerleggen? Ik heb geen noties over God en ik heb een waar geloof in God, dus waarom kan ik de dingen niet duidelijk uitleggen nu het tijd is om hun drogredenen te weerleggen? Ze zien hoe de persoon die noties verspreidt steeds meer spreekt, met woorden die steeds schandaliger en weerzinwekkender worden, maar ze kunnen die gewoon niet weerleggen of ontleden, en ze zijn niet in staat op te staan en hem te ontmaskeren, laat staan om hem te stoppen, wat hen innerlijk extreem angstig en bezorgd maakt. Pas op dat moment realiseren ze zich dat hun gestalte te klein is en zien ze dat hun begrip van de waarheid zich nog niet tot een compleet en correct standpunt heeft gevormd, dat het slechts wat losse zinnen zijn, verspreide stukjes licht en ideeën, en helemaal geen echte kennis van de waarheid. Ze weten heel goed dat deze persoon noties verspreidt en mensen misleidt, en dat het een niet-gelovige is, en ze willen hem ontmaskeren en zijn opvattingen weerleggen, alleen ontbreekt het hun aan gepaste en krachtige taal om dat te doen. Het enige wat ze kunnen zeggen is: “Alles wat God doet is goed; je moet het aanvaarden. God is heilig en volmaakt; Hij is helemaal niet zoals jij zegt. God is soeverein over alle dingen, en mensen zijn schepselen. Zij moeten zich aan God onderwerpen. Mensen lijden geen verlies door zich aan God te onderwerpen.” Ze kunnen alleen deze oppervlakkige theorieën uiten die de essentiële punten totaal missen. Nadat ze deze bijzondere gebeurtenis hebben ervaren, realiseren ze zich dat hun gestalte te klein is en denken: waarom ben ik zo onbekwaam? Gewoonlijk kan ik eindeloos doorgaan over grote doctrines en daarbij behoorlijk welbespraakt zijn; ik kan zonder problemen een uur spreken tijdens een bijeenkomst en zonder met mijn ogen te knipperen drie tot vijf pagina’s preeknotities schrijven, en voel me hierin zeer zelfverzekerd. Maar wanneer ik geconfronteerd word met iemand die zulke noties verspreidt, en God zo oordeelt en lastert, waarom ben ik dan niet alert, waarom reageer ik niet? Waarom kan ik hem dan niet krachtig ontmaskeren en weerleggen? Wat ontdekken ze hieruit? Is het niet dat ze zich realiseren dat ze de waarheid niet begrijpen? Is dit besef iets goeds of iets slechts? (Iets goeds.) Eindelijk ontdekken ze hun werkelijke gestalte. Als ze niet iemand waren tegengekomen die noties verspreidde, zouden ze misschien nog steeds denken dat ze gestalte hebben, de waarheid begrijpen, onderscheidingsvermogen hebben, alles kunnen doorzien, diverse geestelijke doctrines kunnen prediken en met grote vertrouwdheid over elke waarheid een beetje kunnen communiceren. Wanneer ze geconfronteerd worden met iemand die noties verspreidt, merken ze echter dat ze, hoewel ze weten dat het verkeerd is, hulpeloos zijn, niet in staat iets te doen, en worden ze uiteindelijk verslagen. Is dit gênant? Is het een glorieuze zaak? (Nee.) Dus hoe moet dit worden opgelost? Als je niet de juiste woorden hebt om met hen in discussie te gaan, en je ook schaamte wilt vermijden en standvastig wilt staan in je getuigenis om Satan volledig te schande te maken en te verslaan, wat moet je dan doen? Ik zal jullie een effectieve methode vertellen: als je ziet dat ze eindeloos noties verspreiden, en de meeste mensen geen onderscheidingsvermogen hebben en door hen worden beïnvloed, maar je hen verbaal niet aankunt, dan is het tijd om hard op te treden. Sla op tafel en zeg: “Zwijg! Waar heb je het over? Ik kan het verbaal misschien niet van je winnen, maar ik weet dat je een niet-gelovige bent! Kijk naar wat je zegt; is er ook maar één woord dat strookt met de waarheid? Je hebt zoveel jaren van Gods genade genoten – heb je ooit een woord van lof of getuigenis voor God gesproken? Je hebt grieven tegen God; als je het lef hebt, ga dan rechtstreeks naar de derde hemel en spreek rechtstreeks met God. Stop met hier verstoringen te veroorzaken. Ik beveel je nu formeel op te hoepelen!” Zouden jullie dit durven zeggen? Is dit heetgebakerd zijn? (Nee, dat is het niet.) Dit is een verklaring afleggen aan Satan. Doe dit gewoon. Zeg tegen hen: “Hoepel op, jij niet-gelovige! Je hebt voor niets zoveel van Gods genade genoten, jij gewetenloze ellendeling; je bent het niet waard een mens te zijn!” Slechts één woord: “Opgehoepeld!” Hoe klinkt dat? Het is krachtig, maar het mag niet roekeloos worden gebruikt. Je moet dit niet zeggen tegen nieuwe broeders en zusters in het geloof die de waarheid nog niet begrijpen, maar tegen niet-gelovigen en dienaren van Satan kun je meedogenloos zulke bevelen geven: “Dit is Gods huis, het thuis van ware broeders en zusters, het thuis van degenen die God volgen. Dit is niet het thuis van duivels en Satans. Duivels en Satans zijn hier niet nodig. Jij bent een duivel en een Satan, dus hoepel op!” Is dit gepast? (Ja.) Dit is niet de beste methode; het is alleen omdat jullie gestalte klein is, omdat jullie niet genoeg gestalte hebben om met Satan te strijden, dat Ik jullie deze methode leer. Eigenlijk is het niet ideaal. De ideale methode is dat – als jullie vele waarheden begrijpen en een oprecht geloof in en echte kennis van God hebben – jullie in staat zijn hen te weerleggen, en jullie hen zo grondig weerleggen dat ze volkomen te schande worden gemaakt, zodat ze uiteindelijk tegen iedereen zeggen: “Ik kan mijn geloof niet behouden; ik schaam me te diep om jullie onder ogen te komen. Ik ben een duivel en een Satan; ik zal zelf de kerk verlaten.” Aangezien jullie dit vermogen nu niet hebben, moeten jullie degenen die veelvuldig noties verspreiden behandelen volgens de methode die Ik jullie heb geleerd.

Weten jullie nu hoe jullie moeten omgaan met degenen die veelvuldig noties verspreiden in de kerk? Kunnen jullie nu degenen onderscheiden die noties verspreiden om mensen te misleiden? (Ja.) Wat zijn de belangrijkste soorten uitspraken die noties verspreiden? Eén soort is gericht op Gods woorden, een andere op Gods werk, en weer een andere op Gods gezindheid en essentie. Deze soorten uitspraken variëren van mild – verbeeldingen en verkeerde interpretaties van God – tot ernstig, zoals het oordelen, veroordelen en lasteren van God. Daarnaast zijn er ook de negatieve en weerspannige opmerkingen van mensen, die dingen uiten als hun klachten, verzet en ontevredenheid jegens God. Samengevat, de woorden die noties verspreiden zijn allemaal van dien aard dat ze God tarten, oordelen, veroordelen en lasteren, en het gevolg dat ze veroorzaken is dat mensen achterdochtig en op hun hoede worden voor God, Hem verkeerd begrijpen en afstand van Hem nemen, en Hem zelfs verwerpen. Deze zouden gemakkelijk te onderscheiden moeten zijn.

C. De principes en paden om noties op te lossen

Er zijn nog enkele zaken over het verspreiden van noties die gecommuniceerd moeten worden. Sommige mensen zeggen: “Als het gaat om het verspreiden van noties, moeten we dit in het kerkleven blootleggen, ontleden en inperken. Tijdens het proces van het geloof in God zijn we echter geneigd om verschillende noties te ontwikkelen; dit is iets wat we niet in de hand hebben. Dus welk beoefeningspad moeten we wat noties betreft volgen om nauwgezet te kunnen praktiseren, en om in het kerkleven geen verstoringen en hinder te veroorzaken, anderen niet nadelig te beïnvloeden of schade toe te brengen aan het leven van andere mensen? Wat is de gepaste manier van handelen?” Is het geen feit dat mensen noties hebben? Is het niet onvermijdelijk? (Ja.) Sommige mensen zeggen: “Alleen degenen die de waarheid niet nastreven, zullen noties ontwikkelen.” Is deze uitspraak juist? Ze is slechts gedeeltelijk juist. Degenen die de waarheid nastreven, kunnen soms ook noties over God ontwikkelen wanneer ze bijzondere situaties tegenkomen, want voordat mensen de waarheid en Gods bedoelingen begrijpen, en voordat ze kennis van God hebben, zullen ze enkele noties over Gods woorden en werk ontwikkelen. Deze noties zijn enkele foutieve en absurde menselijke ideeën die niet in overeenstemming zijn met de waarheid. Sommige noties kunnen in overeenstemming zijn met moraliteit, filosofie, traditionele cultuur, ethische theorieën, enzovoort, en oppervlakkig gezien lijken deze ideeën misschien juist. Ze zijn echter gewoon niet in overeenstemming met de waarheid, ze zijn er strijdig mee. Dit is een feit. Hoe moeten mensen deze noties onder ogen zien? Voordat mensen de waarheid nastreven, dragen ze al vele noties met zich mee; dit zijn aangeboren noties. Terwijl mensen de waarheid nastreven, zullen er door veranderende omgevingen en diverse contexten heel wat nieuwe noties in hen opkomen; dit zijn verworven noties. Beide soorten noties zijn dingen die mensen onder ogen moeten zien op hun reis van het geloof in God. Is er dus een oplossing om noties op te lossen? Is er een beoefeningspad? Sommigen zeggen: “Dit is gemakkelijk aan te pakken. We kunnen in opstand komen tegen onze aangeboren noties; het is niet nodig dat we er enige aandacht aan schenken. We zijn er zeker van dat deze noties in het proces van het nastreven van de waarheid geleidelijk zullen worden opgelost en geëlimineerd naarmate we de waarheid beter begrijpen. Wat verworven noties betreft, vertrouwen we op God om ze op te lossen, en we laten ons er ook niet door beperken. Daarom hebben we tot op heden in ons hart geen noties gevormd die zouden kunnen leiden tot zaken als weerstand, veroordeling of lastering tegen God.” Hoe werkt deze beoefeningsmethode, deze manier van het onder ogen zien en aanpakken van noties? Kan het noties oplossen? Heeft het nadelen? Is deze houding ten opzichte van noties proactief en positief? (Nee.) Heeft deze houding ook maar enig positief effect op mensen? Als je een passieve methode gebruikt waarbij je deze noties negeert, ze in de meest verborgen delen van je hart opslaat, ze onderdrukt en bidt wanneer ze opkomen en ze dan als opgelost beschouwt, ze telkens op dezelfde manier aanpakt wanneer ze opnieuw verschijnen, en er daarna niet meer over nadenkt en doet alsof ze geen probleem zijn, in de overtuiging: in ieder geval is de God in wie ik geloof nog steeds mijn God, ben ik nog steeds Gods schepsel, en is God nog steeds mijn Schepper; dit is niet veranderd – is dit dan de meest effectieve manier om noties op te lossen? Bereikt dit een positief resultaat? Lost dit soort beoefening noties grondig en vanaf de wortel op? Overduidelijk niet. Hoe groot of klein, of hoe talrijk of schaars deze noties ook zijn, zolang ze in de harten van mensen bestaan, zullen ze een negatieve invloed hebben op hun ingang in het leven en hun relatie met God, en verstoringen veroorzaken. Vooral wanneer mensen zwak zijn, wanneer ze een omgeving tegenkomen die ze niet kunnen overwinnen, wanneer ze Gods bedoelingen niet begrijpen, geen beoefeningspad hebben en niet weten hoe ze God tevreden moeten stellen, en wanneer ze het gevoel hebben geen hoop op redding te hebben, zullen deze noties snel in hen opkomen, hun gedachten domineren, hun hart in beslag nemen en zelfs hun blijven of vertrekken beïnvloeden, en invloed hebben op het pad dat ze kiezen. Misschien was er een notie waar je nooit om gaf en die je nooit heeft beïnvloed of terneergeslagen – je geloofde altijd dat je er meester over was, dat je die kon beheersen – maar nadat je een bepaalde mislukking, een ontslag of eliminatie, of strenge discipline en kastijding van God hebt ervaren, of zelfs wanneer je het gevoel hebt in een put van de afgrond te zijn gevallen, is die notie op dat moment niet langer slechts een bijkomstigheid voor je. Zelfs als je die negeert, kan die je gedachten verstoren en misleiden, en zelfs je gedachten en zienswijzen, je houding ten opzichte van God en je geloof in God domineren. Als je geen gepaste methode of gepast beoefeningsprincipe hebt om met deze noties om te gaan, of als je er geen duidelijk begrip van hebt, zullen deze noties met tussenpozen je ingang in het leven of je directe keuzes beïnvloeden. Ze kunnen zelfs je relatie met God en je houding ten opzichte van God beïnvloeden. Dus, wanneer men wordt geconfronteerd met diverse noties die in welke context dan ook opkomen, wat voor houding en methode moeten mensen dan aannemen om ermee om te gaan en ze aan te pakken, om schade te vermijden en een positief resultaat te bereiken? Dit is een vraag waarover duidelijk gecommuniceerd moet worden.

Mensen die in het vlees leven, hebben een vrije wil en vrije gedachten. Ongeacht of ze geschoold zijn, wat hun kaliber is of wat hun geslacht is, zolang mensen gedachten hebben, zullen ze noties voortbrengen. Als een notie je verdorven gezindheid domineert, zul je vanwege deze notie God tarten. Daarom moet dit probleem van mensen die noties hebben, worden opgelost. Het zijn niet alleen degenen die noties verspreiden die noties voortbrengen; het is alleen zo dat zij hun noties verspreiden, en zich onverstoorbaar tegenover God opstellen en diverse opvattingen en oordelen over Hem verspreiden. Maar is het zo dat degenen die geen noties verspreiden, er geen hebben? Iedereen heeft noties; dit is een feit. Het verschil is dat degenen die opzettelijk noties verspreiden, een aard-essentie hebben die van nature afkerig is van de waarheid. Omdat ze de waarheid niet aanvaarden en zelfs geloven dat hun noties juist zijn en volledig in overeenstemming met de waarheid, kiezen ze ervoor, als hun noties in strijd zijn met de waarheid, hun noties te aanvaarden in plaats van de waarheid. Dit is waar ze falen en daarom worden ze ingeperkt en veroordeeld. Waarom worden gewone, normale mensen dan niet veroordeeld wanneer ze noties voortbrengen? Dit komt doordat de meesten van hen met rationaliteit spreken en handelen, en in hun hart weten dat menselijke noties niet in overeenstemming zijn met de waarheid en onjuist zijn; hoewel ze hun noties niet onmiddellijk kunnen oplossen, zijn ze bereid die op te geven. Wanneer ze ervoor kiezen de waarheid te aanvaarden, worden hun innerlijke noties daardoor vervangen en opgelost door de waarheid; ze laten hun noties los en worden er niet langer door beïnvloed, ingeperkt of gedomineerd. Dus, deze mensen verspreiden hun noties niet, hoewel ze die wel hebben. Ze kunnen nog steeds normaal hun plichten vervullen, God normaal volgen, Gods woorden en Gods werk aanvaarden, zich onderwerpen aan Gods soevereiniteit en regelingen, en zich onderwerpen aan Gods redding. Ze erkennen altijd dat ze schepselen zijn en dat God de Schepper is. Ongeacht welke noties ze in hun hart koesteren, kunnen ze een normale relatie met God onderhouden, de relatie tussen een schepsel en de Schepper handhaven, afzien van het opgeven van hun plichten, afzien van het verlaten van Gods naam, en hun geloof in God blijft onveranderd. Hoewel dit het geval is, kunnen noties die nooit worden opgelost, mensen nog steeds te gronde richten en tot hun vernietiging leiden. Daarom moeten we nog steeds communiceren over hoe we noties het beste onder ogen kunnen zien en oplossen.

Wat is volgens jullie gemakkelijker op te lossen: de aangeboren noties die mensen hebben van voordat ze in God geloofden, of de noties die mensen ontwikkelen in bijzondere omgevingen en contexten nadat ze in God zijn gaan geloven? (Aangeboren noties zijn gemakkelijker op te lossen.) De verbeeldingen en noties die mensen over God hebben wanneer ze voor het eerst in Hem beginnen te geloven, zijn gemakkelijker op te lossen, terwijl de noties die ze ontwikkelen terwijl ze Gods werk ervaren nadat ze in Hem zijn gaan geloven, niet zo gemakkelijk op te lossen zijn – dit is een theoretische uitspraak, maar deze strookt uiteindelijk niet met de feiten. Wat betekent ‘theoretisch’? Het betekent dat dit soort conclusies door mensen worden afgeleid op basis van filosofie en logica. Nadat mensen voor het eerst in God beginnen te geloven en de waarheid over visies begrijpen, worden sommige van hun noties losgelaten en opgelost. In werkelijkheid wordt deze oplossing alleen op een leerstellig niveau bereikt; het lijkt alsof deze noties zijn opgelost, maar veel van de noties die mensen ontwikkelen terwijl ze God volgen, houden verband met hun aangeboren noties. Theoretisch gezien zijn van deze twee soorten noties de aangeboren noties gemakkelijker op te lossen, maar in feite zijn, zolang mensen de waarheid kunnen aanvaarden en van positieve dingen houden, zolang ze tot een begrip van de waarheid komen, beide soorten noties gemakkelijk op te lossen. Sommigen van jullie zeggen bijvoorbeeld dat aangeboren noties gemakkelijker op te lossen zijn, maar je kunt mensen tegenkomen met een verwrongen begrip die erg koppig zijn en zich blindstaren op onbelangrijke details, die de Bijbel, geestelijke klassiekers en de interpretaties van Bijbeluitleggers uitpluizen; deze mensen herhalen de dingen die ze vinden voor je, en hoe je ook over de waarheid communiceert, ze aanvaarden die niet. Ze kunnen zuivere preken, de waarheid of juiste woorden niet aanvaarden; ze nemen deze dingen niet in zich op wanneer ze ernaar luisteren. Enerzijds is er een probleem met hun bevattingsvermogen; anderzijds houden ze niet van positieve dingen of de waarheid, maar houden ervan koppig te zijn, zich blind te staren op onbelangrijke details en spelletjes met taal te spelen, en houden ze van theorieën en theologie. Kunnen zulke mensen hun noties loslaten? (Nee.) Afgaande op de feiten, op de gezindheid en voorkeuren van zulke mensen, kunnen ze de waarheid niet aanvaarden. De aanvankelijke noties van mensen zijn eigenlijk heel oppervlakkig en vluchtig, ze zijn heel gemakkelijk op te lossen. Als een persoon een normaal denkvermogen en een normaal bevattingsvermogen heeft, en je communiceert met hem over de waarheid betreffende visies, kan hij, zolang hij het begrijpt, zijn noties gemakkelijk loslaten. Maar er is één type mens dat geen normaal denkvermogen heeft, de waarheid niet kan bevatten en de waarheid niet aanvaardt. Kunnen zulke mensen hun noties loslaten? (Nee.) Daarom zijn de noties van zulke mensen moeilijk op te lossen. Als iemand een normaal verstand heeft en in staat is de waarheid te aanvaarden, dan redetwist hij niet met God, ongeacht welke noties hij over God ontwikkelt na in God te hebben geloofd, en ongeacht in welke omgeving of context deze noties opkomen. Hij zegt: “Ik ben een mens, ik heb een verdorven gezindheid, mijn denken en handelen kunnen verkeerd zijn. God is de waarheid, God heeft nooit ongelijk. Hoe redelijk mijn gedachten ook zijn, het zijn nog steeds menselijke gedachten, ze komen van een mens en zijn niet de waarheid. Als ze in strijd zijn met Gods woorden of de waarheid, dan zijn deze gedachten, hoe redelijk ook, verkeerd.” Hij weet nu misschien nog niet precies waarin deze noties verkeerd zijn, dus hoe praktiseert hij dan? Hij praktiseert onderwerping, is niet koppig, staart zich niet blind op bepaalde details en laat de zaak los, in het geloof dat God die op een dag zal onthullen. Iemand vraagt hem: “Wat als God die het niet onthult?” Hij antwoordt: “Dan zal ik me voor altijd onderwerpen. God heeft nooit ongelijk en wat God doet is nooit verkeerd. Als wat God doet niet in overeenstemming is met menselijke noties, betekent dat niet dat God ongelijk heeft, maar dat mensen het niet kunnen bevatten of begrijpen. Daarom is het belangrijkste wat mensen moeten doen niet nauwkeurig onderzoeken, niet stilstaan bij hun noties en hun noties niet gebruiken om God te bekritiseren, en hun noties niet gebruiken als reden en excuus om zich niet aan God te onderwerpen en Hem te tarten.” Zo behandelt hij zijn noties. Is dit soort praktijk het beoefenen van de waarheid? Dit is inderdaad het beoefenen van de waarheid. Wanneer iemand noties ontwikkelt, vergelijkt hij God er niet mee en gebruikt hij die niet om God nauwkeurig te onderzoeken, om te verifiëren of God waar is of dat Hij bestaat. In plaats daarvan laat hij zijn noties los en streeft ernaar de waarheid te aanvaarden en God te kennen. Maar zelfs al doet hij zijn uiterste best om God te kennen, dan nog kan hij Hem niet kennen. Wat doet hij dan? Hij onderwerpt zich nog steeds. Hij zegt: “God heeft nooit ongelijk. God is altijd God. God is Degene die de waarheid uitdrukt. God is de bron van de waarheid.” Hij plaatst eerst God in de positie van God en zichzelf in de positie van schepselen wanneer hij met deze noties omgaat. Daarom verandert zijn houding van onderwerping jegens God niet, zelfs als hij zijn noties niet terzijde heeft geschoven of opgelost. Deze houding beschermt hem, waardoor hij door God erkend kan blijven als schepsel voor Zijn aangezicht. Zijn de noties van zulke mensen dus gemakkelijk op te lossen? (Ja.) Hoe wordt dit bereikt? Stel dat ze op deze manier spraken als ze een bepaalde situatie tegenkwamen: “Zeggen dat alles wat god doet de waarheid is en juist is, dat god almachtig is en geen fouten kan maken – is dat niet onjuist? Hoewel er wordt gezegd dat god geen fouten kan maken, is dit slechts een theoretische uitspraak. In feite zijn enkele dingen die god doet onattent en niet in overeenstemming met menselijke gevoelens. Ik denk dat deze zaak niet helemaal juist is. Voor dingen die niet helemaal juist zijn, hoef ik me niet te onderwerpen of die te aanvaarden, toch? Hoewel ik gods naam of zijn identiteit niet ontken, hebben de noties die ik nu heb ontwikkeld me meer inzicht en een beter begrip van god gegeven – god doet ook sommige dingen verkeerd en er zijn momenten waarop hij fouten maakt. Vanaf nu zal ik het dus niet meer geloven als mensen zeggen dat god rechtvaardig, volmaakt en heilig is. Ik zal een klein vraagteken bij deze uitspraken plaatsen. Hoewel god de schepper is en ik zijn soevereiniteit kan aanvaarden, moet ik in de toekomst selectief aanvaarden en kan ik me niet verward en blindelings onderwerpen. Wat als ik me verkeerd onderwerp? Zou ik dan geen verlies lijden? Ik kan niet iemand zijn die zich dwaas onderwerpt.” Als ze noties en God met deze houding behandelen, kunnen ze hun noties dan gemakkelijk loslaten? Is dit soort praktijk het beoefenen van de waarheid? (Nee.) Is de relatie tussen hen en God niet problematisch geworden? Zijn ze God niet voortdurend nauwkeurig aan het onderzoeken? God is het voorwerp van hun nauwkeurige onderzoek geworden in plaats van de Soeverein die over hun lot heerst. Hoewel ze erkennen dat ze een schepsel zijn onder de heerschappij van de Schepper, vervullen ze niet de plichten en verplichtingen van een schepsel. Ze behandelen de Schepper niet vanuit hun oorspronkelijke positie als schepsel, maar staan in plaats daarvan tegenover de Schepper, onderzoeken de Schepper nauwkeurig en analyseren de handelingen en het gedrag van de Schepper, en kiezen naar eigen goeddunken of ze zich onderwerpen en aanvaarden. Zijn deze houding en manier van praktijk de uitingen die iemand die de waarheid aanvaardt, zou moeten hebben? Kunnen hun noties worden opgelost? (Nee, die kunnen niet worden opgelost.) Die kunnen nooit worden opgelost. Dit komt doordat hun relatie met God is verdraaid; het is geen normale relatie, het is niet de relatie tussen een schepsel en de Schepper. Ze behandelen God als een voorwerp van nauwkeurig onderzoek en onderzoeken Hem voortdurend. Ze aanvaarden wat ze juist en goed vinden, maar verzetten zich innerlijk tegen en strijden met God over wat niet in overeenstemming is met menselijke noties en verbeeldingen of met menselijke voorkeuren, en raken van God vervreemd. Is zo iemand iemand die de waarheid aanvaardt? Oppervlakkig gezien kunnen ze zich, wanneer er geen incidenten zijn en ze geen enkele noties over God hebben, onderwerpen aan de woorden die God spreekt. Maar zodra ze noties ontwikkelen, verdwijnt hun onderwerping; die is nergens meer te bekennen en kan niet in praktijk worden gebracht. Wat is hier aan de hand? Het is duidelijk dat het geen mensen zijn die de waarheid beoefenen. Ze aanvaarden God niet als de bron van de waarheid of als de waarheid zelf. Het is moeilijk voor mensen die de waarheid niet aanvaarden om hun noties los te laten of op te lossen, ongeacht wanneer die noties opkomen.

Afgaande op de inhoud van de bovenstaande communicatie, welk type notie is volgens jullie gemakkelijker op te lossen? Dat hangt van de situatie af. Voor degenen die de waarheid kunnen aanvaarden, die verstand hebben en de juiste mensen zijn, hun noties zijn gemakkelijk op te lossen, ongeacht wanneer ze opkomen. Voor degenen die de waarheid niet kunnen aanvaarden, hun noties zijn moeilijk op te lossen, ongeacht wanneer ze opkomen. Sommige mensen geloven al twintig of dertig jaar in God, en zelfs nu is niets van wat ze zeggen in overeenstemming met de waarheid; het zijn allemaal slechts woorden en doctrines en menselijke noties. Ze begrijpen totaal geen waarheid – kunnen zij hun noties loslaten wanneer die opkomen? Dat is moeilijk te zeggen. Als ze de waarheid niet aanvaarden, zullen ze hun noties niet kunnen loslaten. Het is onvermijdelijk dat mensen noties hebben. Ieders geest kan op elk moment diverse noties voortbrengen, of ze nu aangeboren of verworven zijn. Er zijn noties in ieders hart, ongeacht hoeveel jaar ze in God hebben geloofd. Wat moet er dus gebeuren? Is dit probleem dan onoplosbaar? Het kan worden opgelost; er zijn een paar principes die je moet onthouden. Deze principes zijn zeer cruciaal. Wanneer je zulke situaties tegenkomt, praktiseer dan volgens deze principes. Nadat je een tijdje hebt gepraktiseerd, zul je resultaten zien en zul je de waarheidswerkelijkheid binnengaan. Wanneer noties opkomen, ongeacht wat de notie is, overdenk en analyseer dan eerst in je hart of dit denken juist is. Als je duidelijk voelt dat dit denken onjuist en verwrongen is, en dat het God lastert, bid dan onmiddellijk en vraag God je te verlichten en te begeleiden om de essentie van dit probleem te herkennen, en bespreek daarna je begrip tijdens een bijeenkomst. Terwijl je begrip en ervaring opdoet, richt je dan op het oplossen van je noties. Als het op deze manier praktiseren geen duidelijke resultaten oplevert, moet je over dit aspect van de waarheid communiceren met iemand die de waarheid begrijpt, en ernaar streven hulp van anderen en oplossingen uit Gods woorden te verkrijgen. Door Gods woorden en je ervaringen zul je geleidelijk verifiëren dat Gods woorden juist zijn, en zul je grote resultaten boeken bij het oplossen van je eigen noties. Door zulke woorden en zulk werk van God te aanvaarden en te ervaren, zul je uiteindelijk Gods bedoelingen begrijpen en enige kennis van Gods gezindheid hebben, waardoor je je noties kunt loslaten en oplossen. Je zult God niet langer verkeerd begrijpen of op je hoede voor Hem zijn, noch zul je onredelijke eisen stellen. Dit geldt voor gemakkelijk oplosbare noties. Maar er is een ander type notie dat voor mensen moeilijk te begrijpen en op te lossen is. Voor noties die moeilijk op te lossen zijn, is er één principe dat je moet handhaven: druk ze niet uit en verspreid ze niet, want het uiten van zulke noties doet anderen geen goed; het is een feit van het tarten van God. Als je de aard en de gevolgen van het verspreiden van noties begrijpt, kun je het het beste zelf duidelijk afwegen en je onthouden van roekeloos spreken. Als je zegt: “Het voelt verschrikkelijk om mijn woorden in de kerk in te houden; ik heb het gevoel dat ik zou kunnen barsten,” moet je nog steeds overwegen of het verspreiden van deze noties werkelijk gunstig is voor Gods uitverkorenen. Als het niet gunstig is en ertoe kan leiden dat anderen noties over God krijgen, of zelfs God tarten en oordelen, schaadt je dan niet Gods uitverkorenen? Je schaadt mensen; het is niet anders dan het verspreiden van een plaag. Als je werkelijk verstand hebt, zou je liever zelf de pijn verdragen dan noties verspreiden en anderen schaden. Echter, als je het ondraaglijk vindt om je woorden in te houden, moet je tot God bidden. Als het probleem wordt opgelost, is dat dan niet iets goeds? Als je God met je noties oordeelt en verkeerd begrijpt, zelfs wanneer je tot Hem bidt, dan haal je jezelf alleen maar problemen op de hals. Je moet als volgt tot God bidden: “God, ik heb deze gedachten en ik wil ze loslaten, maar ik kan het niet. Disciplineer me alstublieft, onthul me door diverse omgevingen en laat me beseffen dat mijn noties verkeerd zijn. Hoe U me ook disciplineert, ik ben bereid het te aanvaarden.” Deze denkwijze is juist. Nadat je met deze denkwijze tot God hebt gebeden, zul je je dan niet minder verstikt voelen? Als je blijft bidden en zoeken, verlichting en illuminatie van God ontvangt, Gods bedoelingen begrijpt en je hart helder wordt, zul je je niet langer verstikt voelen. Zal het probleem dan niet zijn opgelost? Je noties, weerstand en opstandigheid jegens God zullen grotendeels verdwijnen; je zult op zijn minst niet de behoefte voelen ze te uiten. Als dat nog steeds niet werkt en het probleem niet volledig is opgelost, zoek dan iemand met ervaring om je te helpen je noties op te lossen. Laat hem een paar passages van Gods woorden vinden die verband houden met het oplossen van de noties die je hebt, en lees die tientallen of honderden keren; misschien zullen je noties dan grondig worden opgelost. Sommigen zeggen misschien: “Als ik tijdens een bijeenkomst met de broeders en zusters noties uit, is dat het verspreiden van noties, dus dat kan ik niet doen. Maar het voelt verschrikkelijk om ze in te houden. Kan ik er met mijn familie over praten?” Als je familieleden ook broeders en zusters in het geloof zijn, zou het uiten van deze noties hen ook verstoren. Is dit gepast? (Nee.) Als wat je zegt een nadelige invloed op anderen zou hebben, hen zou schaden en misleiden, moet je het absoluut niet zeggen. Bid in plaats daarvan tot God om de kwestie op te lossen. Zolang je bidt en Gods woorden eet en drinkt met een vroom hart, een hart dat hongert en dorst naar rechtvaardigheid, kunnen je noties worden opgelost. Gods woorden bevatten de alomvattende waarheid; ze kunnen elk probleem oplossen. Het hangt er alleen van af of je de waarheid kunt aanvaarden en bereid bent Gods woorden te beoefenen, en of je je eigen noties kunt loslaten. Als je gelooft dat Gods woorden de alomvattende waarheid bevatten, moet je tot God bidden en de waarheid zoeken om problemen op te lossen wanneer die zich voordoen. Als je na een tijdje bidden nog steeds niet voelt dat je verlicht bent door God en geen duidelijke woorden van Hem hebt ontvangen over wat je moet doen, maar je noties hebben zonder dat je het eigenlijk merkt van binnen geen invloed meer op je, ze verstoren je leven niet meer, vervagen geleidelijk, en beïnvloeden je normale relatie met God en natuurlijk je plichtsvervulling niet meer – is die notie dan niet in wezen opgelost? (Ja.) Dit is het pad van de praktijk.

Degenen die de waarheid niet begrijpen, moeten er allereerst aan denken dat wanneer ze noties hebben, ze de waarheid moeten zoeken om die op te lossen. Ze mogen die nooit verspreiden of onbezonnen spreken en zeggen: “Ik heb vrijheid van meningsuiting. Het is tenslotte mijn eigen mond; ik kan zeggen wat ik wil, tegen wie ik wil en in elke situatie die ik wil.” Het is verkeerd om op deze manier te spreken. Sommige goede of juiste woorden komen anderen niet noodzakelijkerwijs ten goede wanneer ze worden uitgesproken, maar woorden die noties of verzoekingen van Satan zijn, kunnen onmetelijke gevolgen hebben wanneer ze worden uitgesproken. Op basis van deze gevolgen zullen je daden, als je een notie hebt die je per se wilt uiten en je vindt dat dit goed voelt en je gelukkig maakt, als slechte daden moeten worden gekenmerkt en zal God je die aanrekenen. Waarom zou Hij je die aanrekenen? Er zijn je vele positieve methoden, paden en beoefeningsprincipes verteld, maar die heb je niet gekozen; in plaats daarvan koos je een pad dat mensen schaadt – dat was opzettelijk, nietwaar? Is het dan overdreven om je daden slechte daden te noemen? (Nee.) Je kunt er volledig voor kiezen om dit probleem zelf op te lossen door ervaring, gebed tot God en te zoeken, in plaats van je noties te uiten om anderen te verstoren en te misleiden. Dit is de weg die iemand met een geweten en verstand zou moeten kiezen. Dus waarom kies je deze weg niet? Waarom kies je een weg die anderen schaadt en kwetst? Is dat niet wat Satan zou doen? Kwaadaardige mensen doen dingen die anderen en zichzelf schaden. Als jij ook zulke dingen doet, haat God dat dan? (Ja.) Zelfs als God je noties niet veroordeelt, moet je zelf de waarheid zoeken om je noties op te lossen en moet je een pad hebben om de waarheid te beoefenen. Als jouw manier van omgaan met noties is om ze te verspreiden om anderen opzettelijk te misleiden en te schaden, en zo het kerkleven en de ingang in het leven en de normale gesteldheid van de broeders en zusters te verstoren, dan zijn je daden slechte daden. Welke keuze moet je maken wanneer je een dergelijke situatie tegenkomt? Iemand met menselijkheid die de waarheid nastreeft, zal geen weg kiezen die anderen misleidt en schaadt; hij zal ervoor kiezen om actieve, positieve principes te beoefenen en zich daaraan te houden, voor God te komen om te bidden en de waarheid te zoeken, en God te vragen te helpen het probleem op te lossen. Sommigen zeggen: “Wanneer ik God vraag om me te helpen, heb ik altijd het gevoel dat Zijn hulp ongrijpbaar en onzichtbaar is. Kan ik er ook voor kiezen om hulp bij mensen te zoeken?” Ja, je kunt iemand kiezen die de waarheid beter begrijpt en meer gestalte heeft dan jij, iemand van wie je gelooft dat hij je probleem kan oplossen zonder dat hij door jouw noties wordt verstoord en beïnvloed en daardoor zwak wordt, iemand die soortgelijke kwesties heeft ervaren en je kan vertellen hoe je die moet oplossen – dit pad is ook gepast. Als je iemand kiest die gewoonlijk nogal verward is en nergens doorheen kan kijken en die meteen bij het horen over deze kwestie ophef veroorzaakt, de noties overal wil verspreiden en verstoringen wil veroorzaken, en wenst te stoppen met geloven – dan zullen je daden onbedoeld het kerkleven hebben verstoord. Zullen je daden dan niet als slechte daden worden gekenmerkt? (Ja.) Daarom moet je, als het gaat om hoe je noties moet aanpakken, voorzichtig en behoedzaam zijn, je mag niet verward of impulsief handelen, en je moet noties absoluut niet als de waarheid behandelen – hoe correct menselijke gedachten ook zijn, ze zijn niet de waarheid. Op deze manier zul je je veel kalmer voelen en zullen je noties geen problemen kunnen veroorzaken. Noties hebben is niet iets om bang voor te zijn – zolang je de waarheid zoekt, zullen ze uiteindelijk worden opgelost. Sommige mensen zeggen: “Maar noties zijn niet gemakkelijk op te lossen.” Sommige noties zijn inderdaad moeilijk op te lossen, dus wat moet er dan gebeuren? Dat is eenvoudig. Sommige noties worden in de gedachten en de hoofden van sommige mensen nooit opgelost. Dit is al een feit, maar hoe moeilijk een notie ook op te lossen is, het is nog steeds niet de waarheid. Zolang je dit punt begrijpt, is het probleem gemakkelijk aan te pakken. Er ligt hier een feit dat Ik jullie moet vertellen: God vereist niet van iedereen dat ze alles wat Hij doet volledig begrijpen of helder vatten; Hij vereist niet van iedereen dat ze de waarheid erin kennen of weten waarom Hij op een bepaalde manier handelt. Dit is niet wat God verlangt; Hij vereist deze normen niet van mensen. Als je kaliber goed genoeg is, is elk niveau van begrip dat je bereikt goed – doe gewoon je best. Als je het niet kunt begrijpen, zal naarmate je ouder wordt en je ervaringen steeds dieper worden en je meer ervaring opdoet, je begrip van de waarheid zich ook geleidelijk verdiepen en zullen je noties afnemen. De meeste mensen zijn echter niet in staat om bepaalde speciale zaken te bevatten en begrijpen die nooit. Dwingt God hen om deze zaken te begrijpen? Dat doet Hij niet; God dringt mensen niet met geweld begrip op. Er zijn bijvoorbeeld veel mysteries onder alle dingen die God heeft geschapen die mensen willen kennen, maar niet kunnen kennen. In Gods woorden en werk richt Hij Zich echter alleen op het uitdrukken van de waarheid om mensen te zuiveren en te redden. Hij noemt zelden andere zaken, en zelfs als Hij dat af en toe doet, is het slechts in het kort; God legt deze zaken nooit uitvoerig aan mensen uit. Waarom niet? Omdat mensen deze dingen niet hoeven te begrijpen. In het werk dat God aan mensen doet, onthult Hij enerzijds Zijn gezindheidskern; anderzijds heeft God Zijn gedachten, Zijn plannen, de bronnen en doelen voor de dingen die Hij doet, de manieren en methoden die Hij gebruikt om aan verschillende mensen te werken, de manieren en methoden waarop Hij soevereiniteit over alle dingen uitoefent, enzovoort. God heeft nooit gezegd dat mensen alle waarheden moeten begrijpen en binnengaan om als gered te worden beschouwd. Dit komt omdat God zo almachtig is! Zijn manieren van handelen, spreken, werken en soevereiniteit uitoefenen over alle dingen onthullen vanzelfsprekend Zijn gezindheid, essentie, identiteit, enzovoort. Hoewel God deze dingen die Hij heeft en is vanzelfsprekend onthult, eist Hij niet dat mensen ze allemaal begrijpen of vatten. Dit komt omdat God altijd God zal zijn, en Hij almachtig is, terwijl de geschapen mensheid nietig is en het haar volledig aan kracht ontbreekt; er is een enorme kloof tussen de mens en God! Daarom is het heel normaal dat mensen enkele noties en verbeeldingen over God ontwikkelen. God neemt dit niet zwaar op, maar jij neemt het altijd zo serieus en bijt je er koppig in vast. Deze aanpak zal niet werken. Als je iemand bent die de waarheid nastreeft en een hoog kaliber hebt, zullen deze noties en verbeeldingen vanzelf worden opgelost zolang je de waarheid begrijpt en ware kennis van God hebt. Als je de waarheid niet nastreeft, en je die niet aanvaardt, ongeacht wie er met je over de waarheid communiceert, en altijd aan je noties vasthoudt, wat zal dan het gevolg zijn? Het gevolg zal zijn dat je zelfs aan het einde van je leven of op het moment dat Gods werk volledig is voltooid, de waarheid niet hebt verkregen, maar dat je door je noties en verbeeldingen de dood in bent geleid. Zelfs als je Gods geestelijk lichaam ziet verschijnen, zul je je noties en verbeeldingen over God nog steeds niet kunnen oplossen. Zou God je alle feiten en de waarheid vertellen alleen omdat je deze noties niet kunt oplossen? Enerzijds is het onnodig dat Hij dat doet; anderzijds is er het feit dat het menselijk brein en verstand niet de enorme capaciteit hebben die nodig is om deze dingen te verwerken. Het werk dat God doet, gaat het menselijk voorstellingsvermogen en alle dingen te boven. Vergeleken met alle dingen zijn mensen als een zandkorrel op het strand. Deze beschrijving benadert de feiten en kan als passend worden beschouwd. Zelfs als God je alles zou willen vertellen, heb jij dan de capaciteit om het allemaal in je op te nemen? Sommige mensen zeggen: “Waarom kan ik het niet allemaal in me opnemen? Als God meer zou zeggen, zou ik meer kunnen begrijpen en meer kunnen verkrijgen. In dat geval zou ik bevoorrecht zijn!” Dat is een luchtkasteel; je overschat je eigen capaciteit. Zo zijn de dingen in werkelijkheid niet. In Gods ogen zijn de dingen die Hij je vertelt allemaal heel eenvoudig en duidelijk; het zijn de dingen die mensen kunnen bevatten. In feite zijn er veel dingen waarover God niet heeft gesproken omdat mensen die niet kunnen bevatten. Daarom is het heel normaal dat sommige van je noties uiteindelijk niet kunnen worden opgelost. De dingen die God wil dat je begrijpt en je wil vertellen, of die je kunt dragen en bevatten, zul je ook begrijpen. Wat betreft de dingen die je niet kunt dragen of bevatten, die je fysieke ogen niet kunnen doorgronden, zelfs als God je die vertelt, zou het nutteloos en verspilde moeite zijn. Daarom vertelt God je deze dingen niet. Wat voor invloed heeft het, met betrekking tot zulke noties, als je tegen de tijd dat je sterft of tegen de tijd dat Gods werk is voltooid nog steeds geen begrip hebt? Heeft het invloed op je onderwerping aan God? Heeft het invloed op het aannemen van je rol als een schepsel? Heeft het invloed op je kennis van Gods identiteit en essentie? Als je op geen van deze manieren wordt beïnvloed, dan zul je gered zijn. Moet dit soort notie dan nog worden opgelost? Dat hoeft niet. Dit is het laatste soort notie, het soort dat zelfs op het punt van de dood niet kan worden opgelost. Sommige mensen zeggen: “O God, ik begrijp dit werk dat U hebt gedaan, deze woorden die U hebt gesproken en deze omgeving die U hebt gearrangeerd nog steeds niet. Kunt U het me vertellen voordat ik sterf, zodat ik in vrede kan sterven?” God negeert zulke verzoeken. Je kunt in vrede gaan; je zult alles begrijpen in het spirituele rijk.

God heeft Zijn eigen norm om mensen te redden; die is niet gebaseerd op hoe goed je je noties hebt opgelost of hoeveel ervan je hebt losgelaten. In plaats daarvan is die gebaseerd op hoe godvrezend je bent en hoe onderworpen je aan Hem bent, of je Hem oprecht vreest en je aan Hem onderwerpt of niet. Alles wat God doet, heeft betekenis, of het nu gemakkelijk voor je is om te aanvaarden of moeilijk om te aanvaarden en de kans groot is dat het noties bij je doet opkomen, Gods identiteit verandert hier in ieder geval niet door; Hij zal altijd de Schepper zijn en jij zult altijd een schepsel zijn. Als je in staat bent door geen enkele notie belemmerd te worden en met God nog altijd de relatie van die tussen een schepsel en de Schepper kunt behouden, dan ben je een waar schepsel van God. Als je kunt weerstaan dat je door enige notie wordt beïnvloed of verstoord, en in staat bent tot ware onderwerping aan God uit de diepst van je hart, en als je, ongeacht of je begrip van de waarheid nu diep of oppervlakkig is, noties opzij kunt zetten en er niet door wordt beperkt, en alleen gelooft dat God de waarheid, de weg en het leven is, dat God altijd God zal zijn en dat wat God doet nooit verkeerd is, dan kun je gered worden. In feite is ieders gestalte beperkt. Hoeveel dingen kunnen er in het menselijke brein worden gestouwd? Kan het God doorgronden? Dat is wensdenken! Vergeet niet dat mensen altijd zuigelingen zullen zijn tegenover God. Het is problematisch als je altijd denkt dat je slim bent, als je probeert slimme spelletjes te spelen en probeert alles te begrijpen met de gedachte: als ik het niet kan begrijpen, kan ik niet erkennen dat je mijn god bent, kan ik niet aanvaarden dat je mijn god bent, kan ik niet erkennen dat je de schepper bent. Als je mijn noties niet oplost, dan droom je als je denkt dat ik je als god zal erkennen, dat ik je soevereiniteit zal aanvaarden en dat ik je zal gehoorzamen. Waarom is dat problematisch? God discussieert niet met jou over zulke dingen. Tegenover de mens zal Hij altijd als volgt zijn: als je niet aanvaardt dat God jouw God is, zal Hij niet aanvaarden dat jij een van Zijn schepselen bent. Wanneer God niet aanvaardt dat jij een van Zijn schepselen bent, treedt er een verandering op in je relatie met God als gevolg van jouw houding jegens Hem. Als je niet in staat bent je aan God te onderwerpen en de identiteit en de essentie van God en alles wat God doet te aanvaarden, zal er een verandering optreden in je identiteit. Ben je nog steeds een schepsel? Als God je niet erkent, heeft het geen zin om erover te discussiëren. En als je geen schepsel van God bent en God je niet wil, is er voor jou dan nog hoop op redding? (Nee.) Waarom beschouwt God je niet als een schepsel? Je kunt de verantwoordelijkheden en plichten die een schepsel van God hoort te vervullen niet vervullen, en je behandelt de Schepper niet vanuit de positie van een schepsel van God. Dus hoe zal God jou behandelen? Hoe zal Hij jou beschouwen? God zal jou op Zijn beurt niet beschouwen als een schepsel dat aan de norm voldoet, maar als een ontaarde, als een duivel en een Satan. Je dacht toch dat je slim was? Hoe komt het dan dat je jezelf in een duivel en een Satan hebt veranderd? Dat is niet slim, het is dom. Wat kunnen mensen uit deze woorden begrijpen? Dat mensen zich correct moeten gedragen voor God. Zelfs als je een reden voor je noties hebt, moet je niet denken dat je de waarheid in pacht hebt en dat je het recht hebt om tegen God te ageren en Hem te beperken. Wat je ook doet, wees niet zo. Wanneer je je identiteit als schepsel verliest, zul je vernietigd worden – dit is geen grap. Juist omdat mensen, wanneer ze noties hebben, voor andere benaderingen en andere oplossingen kiezen, zijn de uitkomsten totaal anders.

Hebben jullie principes voor hoe je met noties moet omgaan? Beschermen deze principes jullie zodat jullie je naar behoren als schepselen kunnen gedragen? Is dit pad goed? (Ja.) Vat het dan samen. (Als het een relatief gemakkelijk op te lossen notie is, moeten we bidden en zoeken, en in Gods woorden de waarheid vinden die dit type notie ontleedt. We kunnen ook communiceren met broeders en zusters die de waarheid begrijpen; op deze manier zullen we de foutieve en absurde aspecten van de notie kunnen doorzien en haar zo kunnen oplossen. Er zijn ook enkele noties die niet gemakkelijk op te lossen zijn, maar we moeten er niet aan vasthouden. We moeten een houding hebben van het aanvaarden van de waarheid en onderwerping aan God, in het besef dat we schepselen zijn en dat wat God doet beslist juist is, en dat we dit alleen nog niet hebben ingezien. Of we het nu begrijpen of niet, we kunnen geen noties verspreiden. We moeten leren vaak tot God te bidden en te zoeken, en geleidelijk kunnen ook deze noties worden opgelost. De derde situatie is dat sommige noties uiteindelijk onopgelost kunnen blijven. In zulke gevallen is het prima, zolang we niet door deze noties worden beperkt en ze niet verspreiden. Zelfs als deze noties uiteindelijk niet worden opgelost, zal God ons, zolang we er niet aan vasthouden en er geen kwaad door bedrijven, niet veroordelen en zal het onze redding niet beïnvloeden.) Hoeveel principes zijn er in totaal? (Drie.) Er zijn in totaal drie principes. Jullie hebben ze toch allemaal opgeschreven? Als je eenmaal de waarheid begrijpt en de principes beheerst, zullen je noties vanzelf worden opgelost. Je moet niet toelaten dat noties je belemmeren of laten struikelen; los de noties die kunnen worden opgelost zo goed mogelijk op en laat je door de noties die tijdelijk onoplosbaar zijn in ieder geval niet beïnvloeden. Ze mogen je plichtsvervulling niet belemmeren, noch mogen ze je relatie met God beïnvloeden. Het belangrijkste is dat je op zijn minst geen noties verspreidt, geen kwaad bedrijft, geen hinder of verstoringen veroorzaakt en niet optreedt als een dienaar van Satan of een spreekbuis voor Satan. Als sommige noties, hoeveel moeite je ook doet, slechts oppervlakkig en niet grondig kunnen worden opgelost, negeer ze dan gewoon. Laat noties je streven naar de waarheid of je ingang in het leven niet beïnvloeden. Beheers deze principes dan zul je onder normale omstandigheden worden beschermd. Als je iemand bent die de waarheid aanvaardt, van positieve dingen houdt, geen kwaadaardig persoon bent, geen hinder of verstoringen wil veroorzaken en niet opzettelijk hinder en verstoringen veroorzaakt, dan zul je, wanneer je doorgaans het probleem van opkomende noties tegenkomt, over het algemeen worden beschermd. Het meest elementaire beoefeningsprincipe is dit: als er een notie opkomt die moeilijk op te lossen is, handel dan niet overhaast op basis van die notie. Wacht eerst en zoek de waarheid om de notie op te lossen, in het geloof dat wat God doet niet verkeerd kan zijn. Onthoud dit principe. Leg bovendien je plicht niet terzijde en laat de notie je plichtsvervulling niet beïnvloeden. Als je noties hebt en denkt: ik raffel deze plicht gewoon af; ik ben in een slecht humeur, dus ik ga geen goed werk voor je leveren! – dan is dat niet goed. Zodra je houding negatief en plichtmatig wordt, wordt het problematisch; dit zijn noties die in je opspelen. Wanneer noties in je opspelen en je plichtsvervulling beïnvloeden, betekent dat dat je relatie met God op dat punt feitelijk al een verandering heeft ondergaan. Sommige noties kunnen je plichtsvervulling beïnvloeden, wat een ernstig probleem is, en die moeten onmiddellijk worden opgelost. Andere noties beïnvloeden je plichtsvervulling of je relatie met God niet, dus dat zijn geen grote problemen. Als de noties die je ontwikkelt je plichtsvervulling kunnen beïnvloeden, waardoor je aan God gaat twijfelen, je plicht niet ijverig doet – en zelfs het gevoel hebt dat er geen gevolgen zullen zijn als je je plicht niet doet – en geen vrees of een Godvrezend hart hebt, is dat gevaarlijk. Dit betekent dat je in verzoeking zult vallen en door Satan zult worden bedrogen en gevangengenomen. Je houding ten opzichte van je noties en de keuzes die je maakt zijn cruciaal; ongeacht of de noties kunnen worden opgelost en ongeacht de mate waarin ze kunnen worden opgelost, mag je normale relatie met God niet veranderen. Enerzijds moet je in staat zijn je te onderwerpen aan alle omgevingen die door God worden georkestreerd, en bevestigen dat alles wat God doet juist en zinvol is, en deze kennis en dit aspect van de waarheid mogen voor jou nooit veranderen. Anderzijds mag je de plicht die God je heeft toevertrouwd niet terzijde schuiven of van je afwerpen. Als je, innerlijk of uiterlijk, geen weerstand, verzet of opstandigheid jegens God hebt, zal God alleen je onderwerping zien en dat je wacht. Je hebt misschien nog steeds noties, maar God ziet je opstandigheid niet. Aangezien er geen opstandigheid en weerstand in je is, beschouwt God je nog steeds als een van Zijn schepselen. Als je hart daarentegen vol klachten en verzet is, je op een kans wacht om wraak te nemen en je plicht niet wilt doen, maar die liever van je af wilt werpen – zelfs tot het punt dat er in je hart allerlei klachten over God zijn en er bepaalde uitingen van verzet en wrok worden onthuld tijdens het vervullen van je plicht – dan heeft je relatie met God op dat moment al een enorme verandering ondergaan. Je hebt je positie als een schepsel al verlaten; je bent geen schepsel meer, maar bent een spreekbuis voor duivels en Satan geworden – en dus zal God je geen enkele vriendelijkheid betonen. Wanneer iemand dit punt bereikt, begeeft hij zich op gevaarlijk terrein. Zelfs als God niets doet, zal hij niet in staat zijn standvastig te zijn in de kerk. En dus moeten mensen bij alles wat ze doen – vooral wanneer het kwesties betreft zoals het oplossen van noties – ervoor waken dingen te doen die God beledigen of die door God worden veroordeeld, of die anderen kwetsen of schaden. Dit is het principe.

Het probleem dat mensen noties over God hebben is geen kleinigheid! Het is cruciaal voor mensen om een normale relatie met God te onderhouden. Maar wat deze relatie het meest beïnvloedt, zijn de noties van mensen. Alleen wanneer de noties van mensen over God worden opgelost, kan een normale relatie met God worden onderhouden. Momenteel hebben veel mensen een ernstig probleem. Ongeacht hoeveel jaar ze al in God geloven, al zijn ze misschien in staat om lijden te verdragen en de prijs te betalen bij het vervullen van hun plichten, toch kunnen hun noties nooit volledig worden opgelost. Dit beïnvloedt hun relatie met God ernstig en heeft een directe impact op hun liefde voor God en hun onderwerping aan Hem. Daarom is het, welke noties mensen ook over God ontwikkelen, een serieuze zaak die niet over het hoofd mag worden gezien. Noties zijn als een muur; ze blokkeren de relatie van mensen met God, waardoor ze geen deel meer hebben aan Gods reddingswerk. Dat mensen noties over God hebben, is dus een zeer ernstig probleem dat niet mag worden genegeerd! Als mensen noties hebben en niet onmiddellijk de waarheid zoeken en ze oplossen, kan dit gemakkelijk leiden tot negativiteit, weerstand tegen God en zelfs vijandigheid jegens Hem. Kunnen ze dan de waarheid nog aanvaarden? Hun ingang in het leven zal tot stilstand komen. Het pad van het ervaren van Gods werk is ongelijk en hobbelig. Omdat mensen een verdorven gezindheid hebben, kunnen ze vele omwegen nemen en in elke situatie noties vormen. Als deze noties niet worden opgelost door de waarheid te zoeken, kunnen mensen in opstand komen tegen God en Hem tarten, en het pad van vijandigheid jegens Hem bewandelen. Als mensen eenmaal het pad van antichristen inslaan, denken jullie dat er dan nog een kans op redding voor hen is? Dan wordt het moeilijk en is er geen kans meer. Daarom moet je, voordat God je als Zijn schepsel verloochent, leren hoe je Gods schepsel kunt zijn. Probeer de Schepper niet te onderzoeken of erachter te komen hoe je kunt bewijzen en verifiëren dat de God in Wie je gelooft de Schepper is. Dit is niet je verplichting of verantwoordelijkheid. Waar je elke dag in je hart over zou moeten nadenken en je bezinnen, is hoe je je plichten kunt vervullen en een schepsel kunt worden dat aan de norm voldoet, in plaats van hoe je kunt bewijzen of God de Schepper is, of Hij inderdaad God is, of nauwkeurig te onderzoeken wat God heeft gedaan en of Zijn handelingen juist zijn of niet. Dit zijn niet de dingen die je zou moeten onderzoeken.

19 juni 2021

Vorige:  De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (15)

Volgende:  De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (19)

Gerelateerde inhoud

Wie ben jij trouw?

Op dit moment is elke dag die jullie leven cruciaal en van het uiterste belang voor jullie bestemming en jullie lot. Daarom moeten jullie...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Connect with us on Messenger